bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 Prol, 3| 3 Tot u richten zich nu mijn
2 1, 3 | 3 Vervolgens is er een tweede
3 2, 3 | 3 volgens het woord van de
4 3 | Hoofdstuk 3 OVER HET BETREKKEN VAN DE
5 3, 3 | 3 De reden nu waarom wij
6 4, 3 | 3 Vervolgens: niet doodslaan,~
7 5, 3 | 3 Omwille van de heilige
8 6, 3 | 3 Daarom zal aan volmaakte
9 7, 3 | 3 De profeet maakt ons duidelijk,
10 8, 3 | 3 De tijd die na de nachtgetijden
11 9, 2 | 2 Daarop volgt psalm 3 met "Eer aan de Vader". ~
12 9, 3 | 3 Hierna psalm 94 met antifoon
13 10, 3 | 3 Al het overige vindt plaats
14 10, 3 | psalmen gezongen worden, psalm 3 en psalm 94 niet meegerekend.~ ~ ~
15 11, 3 | 3 waarbij alleen na het vierde
16 12, 3 | 3 Daarna zingt men psalm
17 13, 3 | 3 Daarna zingt men naar gewoonte
18 15, 3 | 3 Verder worden iedere zondag
19 16, 3 | 3 omdat hij juist over deze
20 17, 3 | 3 De hymne van dit uur volgt
21 18, 3 | 3 voor de andere uren, te
22 19, 3 | 3 Wij moeten dan ook altijd
23 20, 3 | 3 En laten wij wel beseffen,
24 21, 3 | 3 Tot dekenen worden zodanige
25 22, 3 | 3 Als het mogelijk is, slapen
26 23, 3 | 3 Als hij zich niet betert,
27 24, 3 | 3 Als dus een broeder schuldig
28 25, 3 | 3 Hij moet geheel alleen
29 27, 3 | 3 die de wankele broeder
30 28, 3 | 3 als hij compressen heeft
31 29, 3 | 3 Wanneer hij nogmaals heengaat,
32 30, 3 | 3 wanneer zij iets verkeerds
33 31, 3 | 3 Hij draagt zorg voor alles, ~
34 32, 3 | 3 De abt houdt er aantekening
35 33, 3 | 3 en ook niets in eigendom
36 34, 3 | 3 Wie op dit punt minder
37 35, 3 | 3 Aan zwakken wordt hulp
38 36, 3 | 3 en "Wat gij aan een van
39 37, 3 | 3 Integendeel, men moet ten
40 38, 3 | 3 Drie maal zingen allen;
41 39, 3 | 3 Twee gekookte gerechten
42 40, 3 | 3 Als wij nu rekening houden
43 41, 3 | 3 De overige dagen gebruiken
44 42, 3 | 3 Op een dag met middagmaal,
45 43, 3 | 3 Er mag dus niets boven
46 44, 3 | 3 En dit blijft hij zolang
47 45, 3 | 3 Wat de kinderen betreft:
48 46, 3 | 3 en niet onmiddellijk uit
49 47, 3 | 3 Zingen en lezen mag echter
50 48, 3 | 3 Van Pasen tot 14 september
51 49, 3 | 3 en tevens alle nalatigheden
52 50, 3 | 3 verrichten het Werk Gods
53 51, 2 | opdracht toe gegeven heeft. 3 Als hij anders mocht handelen,
54 52, 3 | 3 zodat een broeder die misschien
55 53, 3 | 3 Zodra dus een gast wordt
56 54, 3 | 3 Als de abt goedvindt dat
57 55, 3 | 3 Het oordeel hierover berust
58 56, 3 | 3 Maar hij moet wel altijd
59 57, 3 | 3 wordt zo iemand uit zijn
60 58, 3 | 3 Als de aangekomene dus
61 59, 3 | 3 Met betrekking tot hun
62 60, 3 | 3 Men mag dan ook geen uitzonderingen
63 61, 3 | 3 maar eenvoudigweg tevreden
64 62, 3 | 3 en veroorlove zich niets
65 63, 3 | 3 maar hij moet altijd bedenken,
66 64, 3 | 3 Zou de gemeente echter -
67 65, 3 | 3 Dat gebeurt vooral daar
68 66, 3 | 3 Zodra dan iemand aanklopt
69 67, 3 | 3 Wanneer de broeders van
70 68, 3 | 3 maar zonder hooghartigheid,
71 69, 3 | 3 Hieraan mogen de monniken
72 70, 3 | 3 Die hiertegen misdoen krijgen
73 71, 3 | 3 Een bevel van de abt of
74 72, 3 | 3 Op deze ijver nu moeten
75 73, 3 | 3 Want welke bladzijde, welk
|