bold = Main text
   Chapter, Verse                               grey = Comment text

 1 Prol, 50|        leer tot aan de dood in het klooster volharden om door ons geduld
 2   1, 2  |         zeggen monniken die in een klooster samenleven en dienen onder
 3   1, 3  |         een lange proeftijd in het klooster ~
 4   2, 1  |         het hoofd te staan van een klooster, moet altijd bedenken, hoe
 5   2, 2  |            Christus te zijn in het klooster, want hij wordt met diens
 6   2, 16 |         des persoons kennen in het klooster. ~
 7   3, 1  |           1  Telkens als er in het klooster iets belangrijks gebeuren
 8   3, 8  |                  8  Niemand in het klooster volge de neiging van zijn
 9   3, 9  |      brutale manier, of buiten het klooster met zijn abt te redetwisten. ~
10   3, 12 |            aangelegenheden van het klooster, dan gaat hij alleen te
11   4, 78 |            de beslotenheid van het klooster en het bestendig verblijf
12   7, 55 |         algemene leefregel van het klooster en het voorbeeld van de
13   7, 63 |            in de bidplaats, in het klooster, in de tuin, op straat,
14  21     |            OVER DE DEKENEN VAN HET KLOOSTER~ ~
15  29     |            OF BROEDERS DIE UIT HET KLOOSTER ZIJN HEENGEGAAN WEER OPGENOMEN
16  29, 1  |            schuld heengaat uit het klooster, moet, als hij wil terugkeren,
17  31     | HOEDANIGHEDEN DE KELLENAAR VAN HET KLOOSTER MOET BEZITTEN~ ~
18  31, 1  |           1  Als kellenaar van het klooster wordt iemand uit de gemeente
19  31, 10 |        Alle gerei en bezit van het klooster moet hij beschouwen als
20  31, 12 |   verkwister die het bezit van het klooster verspilt; alles daarentegen
21  32     | GEREEDSCHAPPEN EN GOEDEREN VAN HET KLOOSTER~ ~
22  32, 1  |             Over het bezit van het klooster aan gereedschappen, kleren
23  32, 4  |           iemand het bezit van het klooster laat vervuilen of er slordig
24  33, 1  |           kwaad vooral moet in het klooster met wortel en al worden
25  33, 5  |        hebben van de vader van het klooster zullen ontvangen en ze mogen
26  48, 17 |        worden aangewezen om in het klooster de ronde te doen op uren
27  51, 1  |        wordt terugverwacht in zijn klooster, mag zich niet veroorloven
28  51, 1  |          veroorloven om buiten het klooster te eten, zelfs niet als
29  52     |          OVER DE BIDPLAATS VAN HET KLOOSTER~ ~
30  53, 16 |      gasten die onverwachts in het klooster aankomen - en er komen er
31  53, 19 |           voor alles wat er in het klooster te doen is: ~
32  57     |          DE AMBACHTSLIEDEN VAN HET KLOOSTER~ ~
33  57, 1  |                   1  Als er in het klooster ambachtslieden zijn kunnen
34  57, 2  |            hij meent iets voor het klooster te betekenen, ~
35  58, 15 |         dat hij van die dag af het klooster niet meer mag verlaten ~
36  58, 24 |        plechtige schenking aan het klooster overdragen, zonder iets
37  58, 26 |          hem met de kleren van het klooster. ~
38  58, 28 |   inblazingen van de duivel om het klooster te verlaten, dan wordt hem
39  58, 29 |             deze blijft men in het klooster bewaren.~ ~ ~
40  59, 1  |            God wil opdragen in het klooster en die jongen is nog minderjarig,
41  59, 4  |           van aalmoes iets aan het klooster willen aanbieden als een
42  59, 5  |           goederen die zij aan het klooster willen geven en houden zij
43  60     |         OVER PRIESTERS, DIE IN HET KLOOSTER ZOUDEN WILLEN WONEN~ ~
44  60, 1  |         priesters vraagt om in het klooster te worden opgenomen, mag
45  60, 6  |               6  Wanneer er in het klooster sprake is van een benoeming
46  60, 7  |        volgens zijn intrede in het klooster toekomt, en niet die welke
47  60, 8  |          verlangen heeft om in het klooster te worden opgenomen, kan
48  61, 1  |         aankomt en als gast in het klooster wil verblijven, ~
49  61, 2  |       stoornis teweegbrengt in het klooster door zijn overdreven eisen, ~
50  61, 13 |            ooit een monnik uit een klooster dat hem bekend is voorgoed
51  62     |          OVER DE PRIESTERS VAN HET KLOOSTER~ ~
52  62, 5  |            van zijn intrede in het klooster, ~
53  62, 10 |       twijfelen, wordt hij uit het klooster gezet; ~
54  63, 1  |            monniken bewaren in het klooster de rangorde die bepaald
55  63, 8  |       tweede uur van de dag in het klooster is aangekomen, moet hij
56  65     |           65 OVER DE PRIOR VAN HET KLOOSTER~ ~
57  65, 1  |         ernstige onenigheid in een klooster doet ontstaan. ~
58  65, 11 |           alle benoemingen in zijn klooster zelf regelt. ~
59  65, 12 |          de ambtsbezigheden in het klooster door dekenen laten behartigen
60  65, 21 |            wordt hij zelfs uit het klooster gezet. ~
61  66     |           OVER DE PORTIERS VAN HET KLOOSTER~ ~
62  66, 1  |            1  Aan de poort van het klooster wordt een oude en wijze
63  66, 6  |           het mogelijk is moet het klooster zó zijn ingericht, dat alles
64  66, 6  |          ambachten zich binnen het klooster bevindt, ~
65  66, 7  |           monniken niet buiten het klooster behoeven rond te zwerven;
66  67, 5  |       vertellen wat hij buiten het klooster gezien of gehoord heeft,
67  67, 7  |          waagt om het slot van het klooster te verlaten en zo maar ergens
68  69     |        Hoofdstuk 69 DAT MEN IN HET KLOOSTER ELKAAR NIET MAG VERDEDIGEN~ ~
69  69, 1  |           ervoor waken, dat in het klooster onder geen enkel voorwendsel
70  70, 1  |                 1  Men moet in het klooster iedere gelegenheid tot aanmatiging
71  71, 9  |            weerspannig is, uit het klooster gezet.~ ~ ~