bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 Prol, 4| 4 Allereerst: welk goed werk
2 1, 4 | 4 met de steun van de gemeenschap
3 2, 4 | 4 Daarom mag de abt niets
4 3, 4 | 4 Intussen moeten de broeders
5 4 | Hoofdstuk 4 WELKE DE WERKTUIGEN ZIJN
6 4, 4 | 4 geen overspel plegen,~
7 5, 4 | 4 weten zij van geen uitstel,
8 6, 4 | 4 Want er staat geschreven: "
9 7, 4 | 4 Maar wat zou er gebeuren
10 8, 4 | 4 Vanaf Pasen daarentegen
11 9, 4 | 4 Daarna volgt de ambrosiaanse
12 11, 4 | 4 Na deze lessen volgen zes
13 12, 4 | 4 Vervolgens de Zegeningen
14 13, 4 | 4 's maandags psalm 5 en
15 15, 4 | 4 Maar de responsories worden
16 16, 4 | 4 Want over de nachtgetijden
17 17, 4 | 4 Nadat de drie psalmen geëindigd
18 18, 4 | 4 In de Primen van de maandag
19 18, 19| psalmen, namelijk psalm 4, 90 en 133.~
20 19, 4 | 4 en verder: "Zingt met begrip". ~
21 20, 4 | 4 Het gebed moet dan ook
22 21, 4 | 4 zij worden dan ook niet
23 22, 4 | 4 In dat vertrek moet er
24 23, 4 | 4 Als hij zelfs hierna niet
25 24, 4 | 4 Wie van de deelname aan
26 25, 4 | 4 "dat deze mens naar het
27 27, 4 | 4 maar zoals de Apostel verder
28 28, 4 | 4 en hij bemerkt dan dat
29 31, 4 | 4 maar doet niets buiten
30 32, 4 | 4 Als iemand het bezit van
31 33, 4 | 4 ze hebben immers niet eens
32 34, 4 | 4 wie daarentegen meer nodig
33 35, 4 | 4 Trouwens, iedereen krijgt
34 36, 4 | 4 De zieken van hun kant
35 38, 4 | 4 En dan, als hij de zegen
36 39, 4 | 4 Een pond brood, ruim gewogen,
37 40, 4 | 4 Aan wie God het uithoudingsvermogen
38 41, 4 | 4 Dit zesde uur wordt ook
39 42, 4 | 4 Maar niet de Heptateuch
40 43, 4 | 4 Als iemand in de nachtgetijden
41 44, 4 | 4 Als de abt hem laat roepen
42 46, 4 | 4 ondergaat hij, wanneer
43 47, 4 | 4 Het moet gebeuren met nederigheid,
44 48, 4 | 4 De tijd van het vierde
45 49, 4 | 4 Dit zal dán op een juiste
46 50, 4 | 4 Eveneens mogen zij die
47 52, 4 | 4 Maar ook als iemand op
48 53, 4 | 4 Eerst moeten zij samen
49 54, 4 | 4 En de broeder aan wie het
50 55, 4 | 4 Zelf menen wij, dat in
51 57, 4 | 4 Als men iets moet verkopen
52 58, 4 | 4 dan wordt hij binnengelaten
53 59, 4 | 4 Of als zij dit niet willen
54 60, 4 | 4 Wel kan men hem de plaats
55 61, 4 | 4 Maar als hij op een redelijke
56 62, 4 | 4 Het priesterschap mag geen
57 63, 4 | 4 In de volgorde die hij
58 64, 4 | 4 en dit wangedrag zou op
59 65, 4 | 4 Hoe ongerijmd dit is, valt
60 66, 4 | 4 en met de volmaakte zachtmoedigheid,
61 67, 4 | 4 en allen om hun gebed vragen
62 68, 4 | 4 Als na die uiteenzetting
63 69, 4 | 4 Als iemand dit voorschrift
64 70, 4 | 4 De kinderen staan wel tot
65 71, 4 | 4 maar voor het overige moeten
66 72, 4 | 4 "zij moeten wedijveren
67 73, 4 | 4 Of welk boek van de heilige,
|