bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 Prol, 5| 5 dat Hij het tot een goed
2 1, 5 | 5 Nadat zij zich in de gelederen
3 2, 5 | 5 maar zijn bevelen en zijn
4 3, 5 | 5 De beslissing blijft veeleer
5 4, 5 | 5 niet stelen,~
6 5 | Hoofdstuk 5 OVER DE GEHOORZAAMHEID~ ~
7 5, 5 | 5 Over hen zegt de Heer: "
8 6, 5 | 5 en elders: "De tong heeft
9 7, 5 | 5 Daarom, broeders, als wij
10 9, 5 | 5 Als deze gezongen zijn
11 11, 5 | 5 Daarna worden weer vier
12 13, 4 | 4 's maandags psalm 5 en 35, ~
13 13, 5 | 5 's dinsdags psalm 42 en
14 16, 5 | 5 Op deze uren moeten wij
15 17, 5 | 5 Op het uur van de Terts,
16 18, 5 | 5 En zo zingt men iedere
17 19, 5 | 5 En ook: "Ten aanschouwen
18 20, 5 | 5 Maar als er in gemeenschap
19 21, 5 | 5 Als er onder deze dekenen
20 22, 5 | 5 Zij slapen gekleed en omgord
21 23, 5 | 5 Wanneer hij daarentegen
22 24, 5 | 5 Zijn maaltijd gebruikt
23 25, 5 | 5 Zijn maaltijd gebruikt
24 27, 5 | 5 De abt moet immers met
25 28, 5 | 5 opdat de Heer die alles
26 31, 5 | 5 Hij houdt zich aan wat
27 32, 5 | 5 Indien hij zich niet betert,
28 33, 5 | 5 Zij moeten erop vertrouwen,
29 34, 5 | 5 Zo zullen alle ledematen
30 35, 5 | 5 Als de gemeente talrijk
31 36, 5 | 5 Toch zou men hen dan geduldig
32 38, 5 | 5 Er moet een volstrekt stilzwijgen
33 39, 5 | 5 Op een dag dat er avondmaal
34 40, 5 | 5 Wanneer de plaatselijke
35 41, 5 | 5 Hij moet alles zo weten
36 42, 5 | 5 Als het daarentegen een
37 43, 5 | 5 maar hij gaat het laatst
38 44, 5 | 5 Daarna, op een teken van
39 46, 5 | 5 Als het echter over een
40 48, 5 | 5 Wanneer zij na de sext
41 49, 5 | 5 Laat ons daarom gedurende
42 52, 5 | 5 Dus wie een dergelijke
43 53, 5 | 5 Deze vredekus mag niet
44 54, 5 | 5 Iemand die anders durft
45 55, 5 | 5 's winters een ruige kovel, '
46 57, 5 | 5 Laten zij altijd denken
47 58, 5 | 5 Daarna pas krijgt hij een
48 59, 5 | 5 dan maken zij een schenking
49 60, 5 | 5 Zonder dat mag hij zich
50 61, 5 | 5 Indien hij zich later blijvend
51 62, 5 | 5 Hij behoudt altijd de plaats
52 63, 5 | 5 Volstrekt nergens mag de
53 64, 5 | 5 dan moeten zij verhinderen,
54 65, 5 | 5 omdat zijn gedachten hem
55 66, 5 | 5 Als hij hulp nodig heeft
56 67, 5 | 5 Niemand mag zich veroorloven
57 68, 5 | 5 en gehoorzame hij uit liefde
58 70, 5 | 5 maar ook dit moet gebeuren
59 71, 5 | 5 Als iemand neiging blijkt
60 72, 5 | 5 zij moeten elkanders zwakheden,
61 73, 5 | 5 Dan zijn er nog de Gesprekken
|