bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 Prol, 1| liefdevolle vader en breng ze metterdaad ten uitvoer, ~
2 1, 9 | wat zij verkiezen noemen ze dan ook heilig, en wat hun
3 1, 9 | wat hun niet bevalt houden ze voor ongeoorloofd. ~
4 1, 13| laten hen dan ook voor wat ze zijn en willen nu ertoe
5 2, 26| zijn niet verhelen, maar ze, zo goed als hij kan, met
6 2, 26| wortel en al uitroeien, zodra ze zich voordoen, indachtig
7 2, 28| make hij, onmiddellijk als ze iets misdoen, gebruik van
8 4, 50| Christus te pletter slaan~ en ze aan de geestelijke vader
9 4, 76| 76 Als wij ze dag en nacht zonder ophouden
10 14, 1 | zoals wij gezegd hebben, dat ze op zondag gevierd worden. ~
11 17, 6 | psalmen met antifoon, als ze daarentegen gering in aantal
12 17, 6 | gering in aantal is, worden ze aan één stuk door gezongen.~
13 18, 5 | telkens drie psalmen zoals ze op elkaar volgen tot aan
14 22, 3 | dit niet toelaat, slapen ze met tien of twintig tezamen
15 22, 6 | teken gegeven wordt, staan ze zonder weifelen op en haasten
16 33, 4 | 4 ze hebben immers niet eens
17 33, 5 | moeten erop vertrouwen, dat ze alles wat ze nodig hebben
18 33, 5 | vertrouwen, dat ze alles wat ze nodig hebben van de vader
19 33, 5 | klooster zullen ontvangen en ze mogen niets ter beschikking
20 34 | MAATSTAF MOETEN ONTVANGEN WAT ZE NODIG HEBBEN~ ~
21 35, 11| kellenaar op zijn beurt wijst ze weer toe aan hem die de
22 36, 1 | dragen voor de zieken, zodat ze werkelijk gediend worden
23 36, 9 | krachten te komen; maar zodra ze weer beter zijn, moeten
24 41, 2 | moeten de monniken, als ze geen werk op het land te
25 42, 4 | Schrift op dat uur te horen; ze worden wel op andere uren
26 43, 5 | heeft aangewezen, zodat ze door hem en door alle anderen
27 43, 8 | 8 Want als ze buiten de bidplaats zouden
28 43, 9 | 9 Ze moeten dan ook naar binnen
29 43, 11| de psalmen zingen, totdat ze voldoening hebben gebracht,
30 46, 5 | wonden moet genezen zonder ze open te leggen en bekend
31 48, 3 | verrichten de broeders als ze 's morgens de primen verlaten
32 48, 7 | oogst moeten doen, moeten ze daar niet ontevreden over
33 48, 24| dat van dien aard is, dat ze niet ledig zijn maar ook
34 50, 3 | Gods daar ter plaatse waar ze bezig zijn en buigen hun
35 50, 4 | van het dienstwerk waartoe ze verplicht zijn.~ ~ ~
36 53, 18| kunnen verrichten. Hebben ze daarentegen niets te doen,
37 53, 18| niets te doen, dan gaan ze elders werken naargelang
38 54, 1 | geschenkjes aan te nemen of ze te geven zonder verlof van
39 55, 1 | gesteldheid van de plaats waar ze wonen en aan het klimaat, ~
40 55, 7 | zich niet druk maken, maar ze nemen ze zoals ze in de
41 55, 7 | druk maken, maar ze nemen ze zoals ze in de landstreek
42 55, 7 | maar ze nemen ze zoals ze in de landstreek waar ze
43 55, 7 | ze in de landstreek waar ze verblijven te krijgen zijn
44 55, 8 | te kort zijn voor hen die ze dragen, maar goed op maat.~
45 55, 9 | oude altijd meteen terug om ze in de kleerkamer te laten
46 55, 10| wisselen) voor de nacht en om ze te kunnen wassen. ~
47 55, 12| de broeders in, wanneer ze iets nieuws krijgen.~
48 55, 13| kleerkamer een broek, die ze daar bij hun thuiskomst
49 55, 14| moeten wat beter zijn dan die ze gewoonlijk dragen. Zij krijgen
50 55, 14| bij hun vertrek en geven ze daar bij hun thuiskomst
51 58, 2 | Beproef de geesten, of ze uit God zijn". ~
52 63, 11| 11 Als ze elkaar aanspreken mag niemand
53 64, 14| voortwoekeren; integendeel: hij moet ze met beleid en liefde uitroeien
54 67, 4 | omwille van hun fouten; want ze zouden onderweg iets verkeerds
55 73, 7 | en nalatige monniken doen ze beschaamd staan.~
|