Chapter, Verse

 1 Prol, 22|          spoeden door het goede te doen.~
 2 Prol, 44|            voortspoeden en datgene doen wat ons voor eeuwig ten
 3   3, 11 |        zijn kant echter moet alles doen met de vreze Gods en met
 4   4, 30 |                    30 Geen onrecht doen, maar zelfs aangedaan onrecht
 5   4, 61 |             maar doet niet wat zij doen".~
 6   4, 78 |            alles met toeleg moeten doen, is de beslotenheid van
 7   5, 7  |            hun eigen bezigheden en doen afstand van hun eigen wil; ~
 8   5, 13 |          niet mijn eigen wil komen doen, maar de wil van Hem die
 9   6, 1  |                       1  Laten wij doen wat de profeet zegt: "Ik
10   7, 4  |            behoeftig zoudt Gij mij doen zijn".~
11   7, 13 |        hemel gadeslaat en dat zijn doen en laten overal door Gods
12   7, 19 |          onze eigen wil niet mogen doen, zegt ons de Schrift: "Keer
13   7, 21 |         ook onze eigen wil niet te doen, als wij ons willen hoeden
14   7, 28 |            en nacht, alles wat wij doen aan de Heer melden, ~
15   7, 32 |        Maar men richt zich in zijn doen en laten naar dit woord
16   7, 32 |       gekomen om mijn eigen wil te doen, maar de wil van Hem die
17   7, 69 |      gewoonte zelf om het goede te doen en door de vreugde die hij
18  16, 5  |         wij dan ook onze lofzangen doen klinken voor onze Schepper "
19  18, 25 |         wel in een hele week mogen doen.~ ~ ~
20  20, 1  |             durven wij dit slechts doen met nederigheid en eerbied. ~
21  28, 2  |          een verstandige arts moet doen: ~
22  30, 3  |         wanneer zij iets verkeerds doen, ofwel met streng vasten
23  31, 12 |         alles daarentegen moet hij doen met gevoel voor maat en
24  35, 3  |          zij het niet met tegenzin doen. ~
25  39, 2  |            eten, zijn maaltijd kan doen met het andere. ~
26  41, 2  |           geen werk op het land te doen hebben en de hitte van de
27  41, 4  |         als er werk op het land te doen is of wanneer de hitte van
28  43, 6  |         openlijke voldoening boete doen. ~
29  44, 3  |           En dit blijft hij zolang doen, tot de abt oordeelt, dat
30  48, 6  |   verrichten zij opnieuw wat er te doen is tot aan de vespers. ~
31  48, 7  |      broeders zelf de oogst moeten doen, moeten ze daar niet ontevreden
32  48, 14 |           einde van het tiende uur doen zij het werk dat hun wordt
33  48, 17 |           het klooster de ronde te doen op uren dat de broeders
34  48, 18 |          tijd doorbrengt met niets doen of met praten, in plaats
35  48, 23 |           lezen, wordt hem iets te doen gegeven, zodat hij niet
36  48, 24 |           broeders krijgen iets te doen of te maken dat van dien
37  49, 8  |         zijn abt voorleggen en het doen met diens gebed en toestemming, ~
38  52, 1  |            men mag er verder niets doen of opbergen. ~
39  53, 18 |            ze daarentegen niets te doen, dan gaan ze elders werken
40  53, 19 |          wat er in het klooster te doen is: ~
41  53, 20 |           men daarentegen niets te doen, dan ontvangt men een opdracht
42  57, 8  |            in de wereld het kunnen doen, ~
43  58, 12 |         weer voorgelezen om hem te doen weten waartoe hij intreedt. ~
44  58, 20 |           ander om het voor hem te doen; maar de novice zelf tekent
45  59, 4  |            als zij dit niet willen doen, maar liever bij wijze van
46  63, 2  |  maatregelen treffen alsof hij kan doen en laten wat hij wil, ~
47  64, 6  |      zullen ontvangen, als zij het doen met onzelfzuchtige bedoelingen
48  65, 2  |          tweedracht in het hand en doen verdeeldheid ontstaan in
49  65, 16 |           opdraagt, zonder iets te doen wat tegen de wil of de regeling
50  67, 7  |             of het een of ander te doen, wat voor kleinigheid het
51  71, 9  |            hooghartig is om dit te doen, wordt hij aan den lijve
52  73, 7  | slechtlevende en nalatige monniken doen ze beschaamd staan.~