Chapter, Verse
1 Prol, 12| zonen, luistert naar Mij: Ik zal u onderrichten in de vreze
2 Prol, 18| nog vóór gij Mij aanroept zal Ik zeggen tot u: Hier ben
3 Prol, 44| ons voor eeuwig ten goede zal komen.~
4 2, 7 | weten dat het de herder zal worden aangerekend, als
5 2, 10 | 10 En dan zal de dood zelf voor straf
6 2, 34 | dezen dan ook rekenschap zal moeten afleggen. ~
7 2, 35 | gerechtigheid, en dit alles zal u erbij gegeven worden", ~
8 2, 38 | zielen aan de Heer rekenschap zal moeten geven als hij broeders
9 2, 39 | 39 Zo zal hij altijd met vrees blijven
10 2, 39 | verantwoording over anderen betreft, zal hij ook meer zorg besteden
11 3, 11 | beslissingen rekenschap zal moeten afleggen voor God,
12 4, 76 | oordeel weer inleveren, zal de Heer ons het loon uitbetalen,
13 5, 14 | Maar deze gehoorzaamheid zal eerst dan welgevallig zijn
14 5, 18 | 18 dan zal, ook al doet hij wat bevolen
15 6, 1 | zegt: "Ik sprak: mijn wegen zal ik bewaken om niet te zondigen
16 6, 3 | 3 Daarom zal aan volmaakte leerlingen
17 7, 1 | toe: "Alwie zich verheft zal vernederd, en wie zich vernedert
18 7, 1 | vernederd, en wie zich vernedert zal verheven worden". ~
19 7, 8 | leven hier op aarde; zij zal, als ons hart nederig is
20 7, 18 | zondigen in zijn gedachten, zal een deugdzame broeder altijd
21 7, 18 | hart zeggen: "Eerst dan zal ik zonder vlek zijn vóór
22 7, 36 | tot het einde toe volhard zal hebben, zal gered worden". ~
23 7, 36 | toe volhard zal hebben, zal gered worden". ~
24 7, 67 | nederigheid beklommen heeft, zal hij die liefde tot God bereiken,
25 7, 68 | 68 Door deze liefde zal hij alles wat hij eerst
26 7, 70 | 70 Dit zal de Heer zeker in zijn arbeider,
27 9, 1 | mijn lippen en mijn mond zal uw lof verkondigen". ~
28 19, 5 | aanschouwen der engelen zal ik U lofzingen". ~
29 29, 1 | beloven, dat hij zich geheel zal beteren van de fout die
30 29, 3 | nadien iedere terugkeer zal worden ontzegd.~ ~ ~
31 31, 9 | over hen allen rekenschap zal moeten afleggen op de dag
32 38, 3 | mijn lippen, en mijn mond zal uw lof verkondigen". ~
33 43, 19 | weigert het aan te nemen, dan zal hij, wanneer hij op een
34 49, 4 | 4 Dit zal dán op een juiste manier
35 49, 9 | van zijn geestelijke vader zal als aanmatiging en ijdele
36 53, 1 | Christus zelf, want Hij zal eens zeggen: "Ik kwam als
37 58, 14 | beraad belooft, dat hij alles zal onderhouden en al wat hem
38 58, 14 | al wat hem wordt bevolen zal volbrengen, wordt hij in
39 58, 18 | God en zijn heiligen. Zo zal hij weten, dat hij, als
40 58, 18 | handelen, door Hem verworpen zal worden met Wie hij de spot
41 58, 21 | volgens uw woord en ik zal leven, en stel mij niet
42 58, 25 | die dag af zelfs niet meer zal kunnen beschikken over zijn
43 60, 2 | wet van de Regel in alles zal moeten onderhouden. ~
44 61, 8 | hem de deur moet wijzen, zal men hem niet alleen wanneer
45 63, 3 | daden aan God rekenschap zal moeten afleggen.~
46 64, 7 | en aan wie hij rekenschap zal moeten geven van zijn rentmeesterschap; ~
47 64, 12 | 12 Als hij moet straffen, zal hij voorzichtig te werk
48 64, 21 | 21 dan zal hij, als hij zijn taak goed
49 65, 22 | oordelen aan God rekenschap zal moeten geven, om te voorkomen
|