1-500 | 501-1000 | 1001-1302
bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
501 17, 7 | 7 De avonddienst blijft beperkt
502 17, 8 | 8 Na deze psalmen wordt de les gezegd; vervolgens komt
503 17, 8 | vervolgens komt het responsorie, de ambrosiaanse hymne, het
504 17, 8 | kantiek uit het Evangelie, de litanie en het Onze Vader,
505 17, 9 | 9 De completen blijven beperkt
506 17, 10 | 10 Daarna volgt de hymne van dat uur, één les,
507 17, 10 | vers, Kyrie eleison, en de zegen die het slot vormt.~ ~ ~
508 18, 1 | te helpen" met "Eer aan de Vader", vervolgens de hymne
509 18, 1 | aan de Vader", vervolgens de hymne eigen aan elk uur.~
510 18, 2 | worden voor het uur van de Primen op zondag vier delen
511 18, 3 | 3 voor de andere uren, te weten de
512 18, 3 | de andere uren, te weten de Terts, Sext en Noon, worden
513 18, 4 | 4 In de Primen van de maandag zingt
514 18, 4 | 4 In de Primen van de maandag zingt men drie psalmen,
515 18, 5 | zingt men iedere dag tot aan de zondag in de Primen telkens
516 18, 5 | dag tot aan de zondag in de Primen telkens drie psalmen
517 18, 6 | 6 Op die manier kan men de nachtgetijden van de zondag
518 18, 6 | men de nachtgetijden van de zondag altijd met psalm
519 18, 7 | 7 In de Terts, Sext en Noon van
520 18, 7 | Terts, Sext en Noon van de maandag worden de negen
521 18, 7 | Noon van de maandag worden de negen nog overblijvende
522 18, 8 | verdeeld over twee dagen, de zondag namelijk en de maandag; ~
523 18, 8 | dagen, de zondag namelijk en de maandag; ~
524 18, 9 | dinsdag af zingt men in de Terts, Sext en Noon telkens
525 18, 10 | worden in die uren tot aan de zondag telkens eender hernomen
526 18, 10 | hernomen en eveneens blijft de regeling voor de hymnen,
527 18, 10 | blijft de regeling voor de hymnen, lessen en verzen
528 18, 12 | 12 In de Vespers worden iedere dag
529 18, 15 | 15 al de overige worden gezongen
530 18, 15 | overige worden gezongen in de Vespers. ~
531 18, 16 | kort komt, verdeelt men de langste psalmen van bovengenoemde
532 18, 18 | 18 Dat is dan de volgorde van de vesperpsalmen:
533 18, 18 | Dat is dan de volgorde van de vesperpsalmen: al het overige:
534 18, 18 | vesperpsalmen: al het overige: de les, het responsorie, de
535 18, 18 | de les, het responsorie, de hymne, het vers, en het
536 18, 19 | 19 In de Completen herhaalt men iedere
537 18, 20 | 20 Dit is dan de regeling van het psalmgezang
538 18, 20 | regeling van het psalmgezang in de loop van de dag. Alle psalmen
539 18, 20 | psalmgezang in de loop van de dag. Alle psalmen die overblijven
540 18, 20 | gelijkmatig verdeeld over de zeven nachtgetijden, ~
541 18, 21 | 21 maar zó, dat de langste van die psalmen
542 18, 23 | begin af hernomen wordt in de nachtgetijden van de zondag. ~
543 18, 23 | in de nachtgetijden van de zondag. ~
544 18, 24 | 24 Want al te traag in de dienst waaraan zij zich
545 18, 24 | tonen zich monniken, die in de loop van een week minder
546 18, 24 | het boek der Psalmen met de gebruikelijke kantieken, ~
547 19 | Hoofdstuk 19 OVER DE HOUDING BIJ HET PSALMGEZANG~ ~
548 19, 1 | tegenwoordig is, en dat "de ogen van de Heer op iedere
549 19, 1 | is, en dat "de ogen van de Heer op iedere plaats goeden
550 19, 3 | altijd indachtig zijn wat de profeet zegt: "Dient de
551 19, 3 | de profeet zegt: "Dient de Heer met vreze" ~
552 20 | Hoofdstuk 20 OVER DE EERBIED BIJ HET GEBED~ ~
553 20, 2 | te meer dan moet men tot de Heer, de God van het heelal,
554 20, 2 | dan moet men tot de Heer, de God van het heelal, bidden
555 20, 2 | van het heelal, bidden met de grootste nederigheid en
556 20, 5 | heel kort zijn, en zodra de overste het teken geeft,
557 21 | Hoofdstuk 21 OVER DE DEKENEN VAN HET KLOOSTER~ ~
558 21, 1 | 1 Als de gemeente talrijk is, worden
559 21, 2 | dekanieën zorg dragen volgens de geboden Gods en de voorschriften
560 21, 2 | volgens de geboden Gods en de voorschriften van hun abt. ~
561 21, 3 | zodanige mannen gekozen, dat de abt hun veilig een deel
562 21, 4 | gekozen, maar met het oog op de verdienste van hun levenswandel
563 21, 4 | van hun levenswandel en de wijsheid van hun denkbeelden. ~
564 21, 7 | 7 Ook voor de prior bepalen wij hetzelfde.~ ~ ~
565 22 | Hoofdstuk 22 HOE DE MONNIKEN BEHOREN TE SLAPEN~ ~
566 22, 2 | 2 Zij ontvangen volgens de beschikking van hun abt
567 22, 2 | in overeenstemming is met de eisen van het monniksleven. ~
568 22, 3 | tezamen in gezelschap van de ouderlingen, die met de
569 22, 3 | de ouderlingen, die met de zorg over hen belast zijn. ~
570 22, 4 | moet er voortdurend tot aan de ochtend een lamp branden. ~
571 22, 6 | 6 Zo zullen de monniken altijd gereed zijn,
572 22, 6 | altijd met inachtneming van de waardigheid en bescheidenheid. ~
573 22, 7 | 7 De jonge broeders slapen niet
574 22, 7 | naast elkaar maar tussen de ouderen in. ~
575 22, 8 | werk Gods te gaan, moeten de broeders elkaar bescheiden
576 23 | Hoofdstuk 23 OVER DE EXCOMMUNICATIE ALS STRAF
577 23, 1 | en minachting toont voor de heilige Regel en voor de
578 23, 1 | de heilige Regel en voor de bevelen van zijn ouderen, ~
579 23, 4 | betekent, uitgesloten uit de gemeenschap. ~
580 24 | VOLGENS WELKE MAATSTAVEN DE EXCOMMUNICATIE MOET WORDEN
581 24, 1 | 1 Naar de ernst van het misdrijf moet
582 24, 1 | van het misdrijf moet ook de maat van de excommunicatie
583 24, 1 | misdrijf moet ook de maat van de excommunicatie of van tuchtmaatregelen
584 24, 2 | 2 de zwaarte van de vergrijpen
585 24, 2 | 2 de zwaarte van de vergrijpen wordt beoordeeld
586 24, 2 | vergrijpen wordt beoordeeld door de abt. ~
587 24, 4 | 4 Wie van de deelname aan tafel is uitgesloten
588 24, 5 | maaltijd gebruikt hij alleen na de maaltijd van de broeders; ~
589 24, 5 | alleen na de maaltijd van de broeders; ~
590 24, 6 | 6 dat wil zeggen: als de broeder bijvoorbeeld op
591 24, 6 | op het negende uur; als de broeders eten op het negende
592 25 | Hoofdstuk 25 OVER DE ERNSTIGE VERGRIJPEN~ ~
593 25, 1 | 1 De broeder daarentegen, die
594 25, 2 | 2 Niemand van de broeders mag zich op enigerlei
595 25, 3 | volhardend in rouwmoedige boete, de verschrikkelijke uitspraak
596 25, 3 | verschrikkelijke uitspraak van de apostel indachtig ~
597 25, 4 | mens naar het vlees aan de ondergang wordt overgeleverd,
598 25, 4 | zijn geest behouden zij op de dag van de Heer".~
599 25, 4 | behouden zij op de dag van de Heer".~
600 25, 5 | gebruikt hij eveneens volgens de maat en op het uur welke
601 25, 5 | maat en op het uur welke de abt voor hem geschikt geoordeeld
602 25, 6 | hem in het voorbijgaan met de zegenwens, en ook het eten
603 26 | OPDRACHT INLATEN MET HEN DIE IN DE BAN ZIJN~ ~
604 26, 1 | zich zonder opdracht van de abt hoe dan ook durft in
605 26, 1 | laten met een broeder die in de ban is of met hem durft
606 26, 2 | 2 beloopt hij eveneens de straf van de ban.~ ~ ~
607 26, 2 | hij eveneens de straf van de ban.~ ~ ~
608 27 | Hoofdstuk 27 HOEZEER DE ABT BEZORGD MOET ZIJN VOOR
609 27 | MOET ZIJN VOOR HEN DIE IN DE BAN ZIJN~ ~
610 27, 1 | 1 De grootste zorg moet de abt
611 27, 1 | 1 De grootste zorg moet de abt besteden aan de broeders
612 27, 1 | moet de abt besteden aan de broeders die misdoen, omdat "
613 27, 1 | die misdoen, omdat "niet de gezonden een geneesheer
614 27, 1 | geneesheer nodig hebben maar de zieken".~
615 27, 3 | 3 die de wankele broeder als het
616 27, 4 | 4 maar zoals de Apostel verder zegt: "De
617 27, 4 | de Apostel verder zegt: "De liefde voor hem moet nog
618 27, 5 | 5 De abt moet immers met de uiterste
619 27, 5 | De abt moet immers met de uiterste zorg ervoor waken
620 27, 5 | inzetten, om geen enkel van de schapen, die hem zijn toevertrouwd
621 27, 6 | moet goed weten, dat hij de zorg voor zieke zielen op
622 27, 7 | 7 en hij vreze de dreigende uitspraak van
623 27, 7 | dreigende uitspraak van de profeet, waardoor God zegt: "
624 27, 8 | liefdevol voorbeeld van de goede Herder navolgen, die
625 27, 8 | negen-en-negentig schapen in de bergen achterliet om het
626 27, 9 | wilde nemen om het zo naar de kudde terug te dragen.~ ~ ~
627 28, 1 | gestraft is en zich zelfs na in de ban gedaan te zijn, niet
628 28, 2 | wil verdedigen, dan doet de abt wat een verstandige
629 28, 3 | compressen heeft aangewend, de zalf van zijn vermaningen,
630 28, 3 | zalf van zijn vermaningen, de geneesmiddelen van de Schrift
631 28, 3 | vermaningen, de geneesmiddelen van de Schrift en tenslotte de
632 28, 3 | de Schrift en tenslotte de gloeiende stift van ban
633 28, 5 | 5 opdat de Heer die alles vermag, de
634 28, 5 | de Heer die alles vermag, de genezing van de zieke broeder
635 28, 5 | vermag, de genezing van de zieke broeder moge bewerken. ~
636 28, 6 | dan tenslotte gebruikt de abt het amputeermes volgens
637 28, 6 | amputeermes volgens het woord van de Apostel: "Verwijder de boosdoener
638 28, 6 | van de Apostel: "Verwijder de boosdoener uit uw midden"; ~
639 28, 7 | 7 en verder: "gaat de trouweloze heen, laat hem
640 28, 7 | één ziek schaap wel eens de hele kudde kunnen besmetten.~ ~ ~
641 29, 1 | zich geheel zal beteren van de fout die zijn weggaan veroorzaakt
642 29, 2 | men hem weer op, maar op de laatste plaats om hierdoor
643 30, 2 | zien welk een zware straf de ban is, ~
644 31 | Hoofdstuk 31 WELKE HOEDANIGHEDEN DE KELLENAAR VAN HET KLOOSTER
645 31, 1 | klooster wordt iemand uit de gemeente gekozen, die wijs
646 31, 2 | als een vader zijn voor de gehele gemeente.~
647 31, 4 | maar doet niets buiten de opdracht van zijn abt om. ~
648 31, 6 | 6 Hij mag de broeders niet grieven.~
649 31, 7 | grieven door hem vanuit de hoogte te behandelen, maar
650 31, 8 | ziel, steeds het woord van de Apostel indachtig, dat "
651 31, 9 | zorg moet hij besteden aan de zieken, de kinderen, de
652 31, 9 | besteden aan de zieken, de kinderen, de gasten en de
653 31, 9 | de zieken, de kinderen, de gasten en de armen, wel
654 31, 9 | de kinderen, de gasten en de armen, wel wetend, dat hij
655 31, 9 | rekenschap zal moeten afleggen op de dag van het oordeel. ~
656 31, 10 | beschouwen als vaatwerk dat aan de altaardienst gewijd is. ~
657 31, 12 | en in overeenstemming met de opdracht van de abt.~
658 31, 12 | overeenstemming met de opdracht van de abt.~
659 31, 14 | woord is meer waard dan de beste gave".~
660 31, 15 | 15 Alles waarmee de abt hem belast heeft, is
661 31, 16 | 16 Hij verstrekt de broeders hun vastgestelde
662 31, 16 | ontevredenheid te geven, indachtig de straf die volgens een woord
663 31, 17 | 17 Als de gemeente talrijk is, krijgt
664 31, 17 | die bijstand gelijkmoedig de taak kan vervullen, die
665 31, 18 | 18 Op de daartoe geschikte tijd wordt
666 32 | Hoofdstuk 32 OVER DE GEREEDSCHAPPEN EN GOEDEREN
667 32, 1 | allerlei andere dingen moet de abt broeders aanstellen,
668 32, 3 | 3 De abt houdt er aantekening
669 32, 3 | wat hij terugkrijgt, als de broeders elkaar in die taken
670 32, 5 | niet betert, ondergaat hij de vastgestelde straf.~ ~ ~
671 33 | Hoofdstuk 33 OF DE MONNIKEN IETS IN EIGENDOM
672 33, 2 | dan ook zonder verlof van de abt iets geven of aannemen ~
673 33, 5 | wat ze nodig hebben van de vader van het klooster zullen
674 33, 5 | ter beschikking hebben dat de abt hun niet heeft gegeven
675 34, 1 | elkeen uitgedeeld volgens de maat van ieders behoefte". ~
676 34, 4 | zwakheid en ga niet groot op de barmhartigheid (die men
677 34, 6 | maar in een woord of uiting de kop opsteekt.~
678 35 | Hoofdstuk 35 OVER HEN DIE DE WEEKBEURT HEBBEN IN DE KEUKEN~ ~
679 35 | DIE DE WEEKBEURT HEBBEN IN DE KEUKEN~ ~
680 35, 1 | 1 De broeders moeten elkander
681 35, 1 | ook ontslagen worden van de keukendienst, tenzij hij
682 35, 4 | iedereen krijgt hulp naarmate de grootte van de gemeenschap
683 35, 4 | naarmate de grootte van de gemeenschap en de plaatselijke
684 35, 4 | grootte van de gemeenschap en de plaatselijke gesteldheid
685 35, 5 | 5 Als de gemeente talrijk is, wordt
686 35, 5 | gemeente talrijk is, wordt de kellenaar vrijgesteld van
687 35, 5 | kellenaar vrijgesteld van de keukendienst; en eveneens
688 35, 6 | 6 De overigen dienen elkaar met
689 35, 8 | wast het linnen waarmee de broeders hun handen en voeten
690 35, 9 | 9 De voetwassing van allen verrichten
691 35, 10 | 10 De voorwerpen die hij voor
692 35, 10 | in goede staat weer bij de kellenaar in. ~
693 35, 11 | 11 De kellenaar op zijn beurt
694 35, 11 | ze weer toe aan hem die de nieuwe week ingaat: zo weet
695 35, 12 | 12 Zij die de weekbeurt hebben, krijgen,
696 35, 13 | 13 zodat zij tijdens de maaltijd hun broeders zonder
697 35, 15 | zondags onmiddellijk na de ochtendgetijden in het koor
698 35, 15 | ochtendgetijden in het koor voor de voeten van allen neer om
699 35, 17 | 17 Als hij die de week beëindigt dit vers
700 35, 17 | driemaal herhaald heeft en de zegen ontvangen heeft, volgt
701 35, 18 | toe herhaald en, nadat hij de zegen ontvangen heeft, begint
702 36 | Hoofdstuk 36 OVER DE BROEDERS DIE ZIEK ZIJN~ ~
703 36, 1 | moet men zorg dragen voor de zieken, zodat ze werkelijk
704 36, 4 | 4 De zieken van hun kant moeten
705 36, 6 | 6 De abt moet derhalve de grootste
706 36, 6 | 6 De abt moet derhalve de grootste zorg aan de dag
707 36, 6 | derhalve de grootste zorg aan de dag leggen om te voorkomen
708 36, 6 | leggen om te voorkomen dat de zieken onder enige verwaarlozing
709 36, 7 | 7 Voor de zieke broeders wordt een
710 36, 8 | 8 De gelegenheid om een bad te
711 36, 8 | om een bad te nemen moet de zieken geboden worden, zo
712 36, 8 | worden, zo vaak dit nodig is; de gezonden, vooral als het
713 36, 9 | allen zich weer volgens de gewone regel van vlees onthouden. ~
714 36, 10 | 10 Met de grootste zorg moet de abt
715 36, 10 | Met de grootste zorg moet de abt ervoor waken, dat de
716 36, 10 | de abt ervoor waken, dat de zieken niet door de kellenaars
717 36, 10 | dat de zieken niet door de kellenaars of de verplegers
718 36, 10 | niet door de kellenaars of de verplegers worden verwaarloosd,
719 37 | Hoofdstuk 37 OVER DE BEJAARDEN EN DE KINDEREN~ ~
720 37 | 37 OVER DE BEJAARDEN EN DE KINDEREN~ ~
721 37, 1 | 1 Hoewel de mens van nature reeds geneigd
722 37, 1 | deze leeftijden, die van de bejaarden namelijk en die
723 37, 1 | bejaarden namelijk en die van de kinderen, toch moet ook
724 37, 1 | toch moet ook het gezag van de Regel in hun geval voorzien.~
725 37, 2 | aanmerking genomen worden en wat de voeding betreft mag de Regel
726 37, 2 | wat de voeding betreft mag de Regel beslist niet in al
727 37, 3 | nemen en hen reeds voor de vastgestelde uren laten
728 38 | Hoofdstuk 38 OVER DE WEEKBEURT VAN DE LEZER~ ~
729 38 | 38 OVER DE WEEKBEURT VAN DE LEZER~ ~
730 38, 1 | 1 Tijdens de maaltijden van de broeders
731 38, 1 | Tijdens de maaltijden van de broeders mag de lezing nooit
732 38, 1 | maaltijden van de broeders mag de lezing nooit ontbreken.
733 38, 1 | nooit ontbreken. En niet de eerste de beste, die zich
734 38, 1 | ontbreken. En niet de eerste de beste, die zich van het
735 38, 1 | opdracht heeft om gedurende de hele week te lezen moet
736 38, 2 | zijn week ingaat vraagt na de Mis en de Communie aan allen
737 38, 2 | ingaat vraagt na de Mis en de Communie aan allen om voor
738 38, 2 | dat God hem beware voor de geest van hoogmoed. ~
739 38, 4 | 4 En dan, als hij de zegen heeft ontvangen, begint
740 38, 5 | gehoord wordt buiten die van de lezer. ~
741 38, 6 | drinken nodig hebben, dienen de broeders elkaar zo aan te
742 38, 8 | aan tafel iets vragen over de lezing of over iets anders;
743 38, 9 | 9 Wel zou de overste, als hij dat wenst,
744 38, 10 | 10 De broeder die de week heeft
745 38, 10 | 10 De broeder die de week heeft om te lezen,
746 38, 10 | versneden wijn omwille van de heilige Communie en omdat
747 38, 11 | hij dan zijn maaltijd met de broeders die in de keuken
748 38, 11 | maaltijd met de broeders die in de keuken en aan tafel gediend
749 38, 12 | 12 De broeders lezen of zingen
750 38, 12 | lezen of zingen niet op de rij af, maar alleen diegenen
751 39 | Hoofdstuk 39 OVER DE MAAT VAN HET VOEDSEL~ ~
752 39, 1 | altijd voldoende zijn voor de dagelijks maaltijd, of die
753 39, 5 | er avondmaal is, bewaart de kellenaar een derde gedeelte
754 39, 5 | gedeelte van dit pond om het de broeders bij hun avondmaal
755 39, 6 | wordt aan het oordeel en de bevoegdheid van de abt overgelaten
756 39, 6 | oordeel en de bevoegdheid van de abt overgelaten om, zo nodig,
757 39, 10 | gegeven maar minder dan aan de ouderen, zodat de soberheid
758 39, 10 | dan aan de ouderen, zodat de soberheid altijd in acht
759 39, 11 | van viervoeters, behalve de zieken die erg zwak zijn.~ ~ ~
760 40 | Hoofdstuk 40 OVER DE MAAT VAN DE DRANK~ ~
761 40 | Hoofdstuk 40 OVER DE MAAT VAN DE DRANK~ ~
762 40, 1 | eigen gave van God gekregen, de ene deze, de ander die", ~
763 40, 1 | God gekregen, de ene deze, de ander die", ~
764 40, 2 | een zekere angstvalligheid de maat van voedsel voor anderen
765 40, 3 | houden met het onvermogen van de zwakken, zijn wij toch van
766 40, 5 | 5 Wanneer de plaatselijke omstandigheden,
767 40, 5 | omstandigheden, het zware werk of de hitte van de zomer meer
768 40, 5 | zware werk of de hitte van de zomer meer zouden eisen,
769 40, 5 | zouden eisen, komt daarvan de beoordeling toe aan de overste,
770 40, 5 | daarvan de beoordeling toe aan de overste, die echter altijd
771 40, 6 | maar omdat het vandaag de dag onmogelijk is de monniken
772 40, 6 | vandaag de dag onmogelijk is de monniken daarvan te overtuigen,
773 40, 7 | 7 "want de wijn maakt zelfs wijzen
774 40, 8 | 8 Waar intussen door de plaatselijke omstandigheden
775 40, 8 | plaatselijke omstandigheden zelfs de genoemde hoeveelheid niet
776 40, 9 | vooral met kracht op aan, dat de monniken zich onthouden
777 41 | Hoofdstuk 41 OP WELKE UREN DE BROEDERS MOETEN ETEN~ ~
778 41, 1 | Paasfeest af tot Pinksteren eten de broeders op het zesde uur
779 41, 2 | Pinksteren af gedurende de gehele zomer moeten de monniken,
780 41, 2 | gedurende de gehele zomer moeten de monniken, als ze geen werk
781 41, 2 | het land te doen hebben en de hitte van de zomer hen niet
782 41, 2 | doen hebben en de hitte van de zomer hen niet al te zeer
783 41, 3 | 3 De overige dagen gebruiken
784 41, 3 | overige dagen gebruiken zij de hoofdmaaltijd op het zesde
785 41, 4 | wordt ook aangehouden voor de hoofdmaaltijd als er werk
786 41, 4 | land te doen is of wanneer de hitte van de zomer hevig
787 41, 4 | of wanneer de hitte van de zomer hevig is. Het komt
788 41, 4 | zomer hevig is. Het komt aan de abt toe hierin te voorzien. ~
789 41, 5 | regelen en te beschikken, dat de zielen zalig worden en dat
790 41, 5 | zielen zalig worden en dat de broeders tevens bij het
791 41, 6 | september tot het begin van de veertigdaagse vasten moeten
792 41, 6 | veertigdaagse vasten moeten de broeders altijd op het negende
793 41, 7 | 7 Gedurende de veertigdaagse vasten tot
794 41, 7 | tot Pasen eten zij tegen de avond; ~
795 41, 8 | 8 maar de avondgetijden worden dan
796 41, 8 | tijdstip gehouden, dat men voor de maaltijd geen lamplicht
797 42 | Hoofdstuk 42 DAT NA DE COMPLETEN NIEMAND MAG SPREKEN~ ~
798 42, 1 | Op ieder tijdstip moeten de monniken het stilzwijgen
799 42, 1 | beoefenen, maar vooral gedurende de uren van de nacht. ~
800 42, 1 | vooral gedurende de uren van de nacht. ~
801 42, 2 | of een dag met middagmaal de volgende regeling. ~
802 42, 3 | dag met middagmaal, gaan de broeders, zodra zij van
803 42, 3 | zitten en een van hen leest de "Gesprekken" of de "Levens
804 42, 3 | leest de "Gesprekken" of de "Levens der Vaders" of iets
805 42, 3 | Vaders" of iets anders dat de toehoorders kan stichten. ~
806 42, 4 | 4 Maar niet de Heptateuch of de boeken
807 42, 4 | Maar niet de Heptateuch of de boeken van de Koningen,
808 42, 4 | Heptateuch of de boeken van de Koningen, omdat het voor
809 42, 4 | goed zou zijn dit deel van de Schrift op dat uur te horen;
810 42, 5 | vastendag is, gaan zij, zodra de vespers geëindigd zijn,
811 42, 5 | tussenpoos onmiddellijk de lezing van de "Gesprekken"
812 42, 5 | onmiddellijk de lezing van de "Gesprekken" bijwonen, zoals
813 42, 6 | vijf bladzijden of zoveel de tijd toelaat. ~
814 42, 7 | opgedragen werk, zich bij de anderen. ~
815 42, 8 | allen bijeen zijn, worden de Completen gezongen, en wanneer
816 42, 10 | 10 behalve wanneer de zorg voor de gasten dit
817 42, 10 | behalve wanneer de zorg voor de gasten dit meebrengt of
818 42, 10 | dit meebrengt of wanneer de abt misschien iemand nog
819 42, 11 | dat moet dan gebeuren met de grootste ernst en eerbiedige
820 43, 2 | 2 maar altijd met de nodige ernst om geen aanleiding
821 43, 4 | 4 Als iemand in de nachtgetijden na het "Eer
822 43, 4 | nachtgetijden na het "Eer aan de Vader" van psalm 95 komt -
823 43, 5 | laatst van allen staan of op de afzonderlijke plaats die
824 43, 5 | afzonderlijke plaats die de abt voor dit soort nalatigen
825 43, 7 | 7 De reden nu, waarom wij bepaald
826 43, 7 | bepaald hebben, dat zij op de laatste of op een afzonderlijke
827 43, 8 | 8 Want als ze buiten de bidplaats zouden blijven,
828 43, 8 | buiten blijft zitten en de tijd doorbrengt met praten
829 43, 8 | doorbrengt met praten en zo de Boze een kans geeft. ~
830 43, 10 | 10 Wie bij de daggetijden in het werk
831 43, 10 | het vers en het "Eer aan de Vader" van de eerste psalm
832 43, 10 | het "Eer aan de Vader" van de eerste psalm die na het
833 43, 10 | hierboven gesproken hebben, op de laatste plaats gaan staan, ~
834 43, 11 | koor voegen van hen die de psalmen zingen, totdat ze
835 43, 11 | hebben gebracht, tenzij de abt hun er toestemming voor
836 43, 12 | 12 Maar ook dan moet de schuldige er nog voldoening
837 43, 15 | mag hij niet langer aan de gemeenschappelijke maaltijd
838 43, 16 | afgezonderd van het gezelschap van de anderen zijn maaltijd alleen
839 43, 18 | niemand zich veroorloven voor de gestelde tijd of daarna
840 43, 19 | verder: als iemand iets door de overste krijgt aangeboden
841 44 | Hoofdstuk 44 HOE DEGENEN DIE VAN DE GEMEENSCHAP UITGESLOTEN
842 44, 1 | uitgesloten, moet, telkens als de viering van het werk Gods
843 44, 1 | viering van het werk Gods in de bidplaats beëindigd wordt,
844 44, 1 | zonder iets te zeggen vóór de deur van de bidplaats op
845 44, 1 | zeggen vóór de deur van de bidplaats op de grond uitstrekken:~
846 44, 1 | deur van de bidplaats op de grond uitstrekken:~
847 44, 2 | met zijn gezicht tegen de grond blijft hij languit
848 44, 2 | hij languit liggen voor de voeten van hen die de bidplaats
849 44, 2 | voor de voeten van hen die de bidplaats verlaten. ~
850 44, 3 | blijft hij zolang doen, tot de abt oordeelt, dat hij voldoening
851 44, 4 | 4 Als de abt hem laat roepen en hij
852 44, 4 | werpt hij zich neer voor de voeten van de abt en vervolgens
853 44, 4 | neer voor de voeten van de abt en vervolgens voor al
854 44, 4 | abt en vervolgens voor al de anderen om hun gebed te
855 44, 5 | Daarna, op een teken van de abt, neemt men hem weer
856 44, 5 | hem weer op in het koor op de plaats die de abt heeft
857 44, 5 | het koor op de plaats die de abt heeft vastgesteld; ~
858 44, 6 | psalm, les of iets anders in de bidplaats aanheffen, alvorens
859 44, 6 | bidplaats aanheffen, alvorens de abt hem ook dit weer toestaat. ~
860 44, 7 | Gods besloten wordt, op de plaats waar hij staat ter
861 44, 8 | voldoening brengen, totdat de abt hem nogmaals zegt deze
862 44, 9 | koor voldoening, totdat de abt er een eind aan stelt. ~
863 45, 1 | zich niet ter plaatse voor de ogen van allen vernedert
864 45, 3 | 3 Wat de kinderen betreft: deze krijgen
865 46, 1 | bij een of ander werk, in de keuken, in de voorraadkamer,
866 46, 1 | ander werk, in de keuken, in de voorraadkamer, bij de tafeldienst,
867 46, 1 | in de voorraadkamer, bij de tafeldienst, in de bakkerij,
868 46, 1 | bij de tafeldienst, in de bakkerij, in de tuin, bij
869 46, 1 | tafeldienst, in de bakkerij, in de tuin, bij de beoefening
870 46, 1 | bakkerij, in de tuin, bij de beoefening van een of ander
871 46, 3 | voldoening komt brengen voor de abt en de gemeente en zich
872 46, 3 | komt brengen voor de abt en de gemeente en zich van zijn
873 46, 5 | echter over een zonde in de ziel gaat die uiteraard
874 46, 5 | moet hij die alleen voor de abt blootleggen of voor
875 46, 5 | blootleggen of voor een van de geestelijke vaders, 6 die
876 47, 1 | overdag en 's nachts, heeft de abt zorg te dragen: ofwel
877 47, 1 | plichtsgetrouw is dat alles op de juiste uren plaats heeft.~
878 47, 2 | 2 De psalmen en antifonen worden
879 47, 2 | psalmen en antifonen worden na de abt volgens hun rangorde
880 47, 3 | taak zo te kwijten, dat de toehoorders erdoor gesticht
881 47, 4 | eerbied, en enkel door hem die de abt ermee belast heeft.~ ~ ~
882 48 | Hoofdstuk 48 OVER DE DAGELIJKSE HANDENARBEID~ ~
883 48, 1 | 1 Ledigheid is de vijand van de ziel; en daarom
884 48, 1 | Ledigheid is de vijand van de ziel; en daarom moeten de
885 48, 1 | de ziel; en daarom moeten de broeders op bepaalde tijden
886 48, 2 | die beide bezigheden op de juiste tijd aldus te moeten
887 48, 3 | 14 september verrichten de broeders als ze 's morgens
888 48, 3 | broeders als ze 's morgens de primen verlaten hebben tot
889 48, 3 | ongeveer het vierde uur de nodige werkzaamheden.~
890 48, 4 | 4 De tijd van het vierde uur
891 48, 4 | uur tot het uur waarop zij de sext zingen houden zij vrij
892 48, 5 | 5 Wanneer zij na de sext van tafel zijn opgestaan,
893 48, 6 | 6 De noon wordt vervroegd en
894 48, 6 | noon wordt vervroegd en op de helft van het achtste uur
895 48, 6 | wat er te doen is tot aan de vespers. ~
896 48, 7 | 7 Als de plaatselijke gesteldheid
897 48, 7 | armoede van dien aard is, dat de broeders zelf de oogst moeten
898 48, 7 | is, dat de broeders zelf de oogst moeten doen, moeten
899 48, 8 | leven zoals onze Vaderen en de Apostelen. ~
900 48, 9 | mate geschieden omwille van de kleinmoedigen.~
901 48, 10 | september tot het begin van de vasten moeten de broeders
902 48, 10 | begin van de vasten moeten de broeders hun tijd tot aan
903 48, 10 | einde van het tweede uur aan de lezing besteden. ~
904 48, 11 | Op het tweede uur wordt de terts gehouden en tot aan
905 48, 11 | terts gehouden en tot aan de noon verrichten allen het
906 48, 12 | Wanneer het eerste teken voor de noon gegeven wordt, verlaat
907 48, 13 | 13 De tijd na het eten benutten
908 48, 14 | 14 Op de dagen van de veertigdaagse
909 48, 14 | 14 Op de dagen van de veertigdaagse vasten houden
910 48, 15 | 15 In deze dagen van de veertigdaagse vasten ontvangen
911 48, 16 | 16 Deze boeken worden op de eerste dag van de vasten
912 48, 16 | worden op de eerste dag van de vasten uitgereikt.~
913 48, 17 | aangewezen om in het klooster de ronde te doen op uren dat
914 48, 17 | ronde te doen op uren dat de broeders aan het lezen zijn, ~
915 48, 18 | lusteloze broeder is, die de tijd doorbrengt met niets
916 48, 20 | niet betert, ondergaat hij de door de Regel vastgestelde
917 48, 20 | betert, ondergaat hij de door de Regel vastgestelde berisping
918 48, 20 | berisping op een wijze die de anderen vrees inboezemt. ~
919 48, 22 | 22 De zondag besteden allen eveneens
920 48, 22 | lezing, behalve zij die met de verschillende diensten belast
921 48, 24 | ook niet bezwijken onder de overmatige inspanning of
922 48, 25 | Hun onvermogen moet door de abt in aanmerking genomen
923 49 | Hoofdstuk 49 OVER HET HOUDEN VAN DE VEERTIGDAAGSE VASTEN~ ~
924 49, 1 | Eigenlijk moet het leven van de monnik altijd zijn zoals
925 49, 1 | monnik altijd zijn zoals in de veertigdaagse vasten; ~
926 49, 2 | deugd bezitten, raden wij de monnik aan om in die dagen
927 49, 2 | aan om in die dagen van de veertigdaagse vasten zijn
928 49, 3 | tevens alle nalatigheden van de andere tijden in deze heilige
929 49, 5 | dagen iets toevoegen aan de gewone dagtaak die wij al
930 49, 6 | uit eigen beweging en met de vreugde van de Heilige Geest
931 49, 6 | beweging en met de vreugde van de Heilige Geest aan God iets
932 49, 6 | iets aanbieden dat boven de maat van zijn verplichting
933 49, 7 | schertsen; en laat hij dan met de vreugde van het verlangen,
934 49, 7 | van het verlangen, dat uit de Geest is, uitzien naar het
935 49, 10 | gebeuren met toestemming van de abt.~ ~ ~
936 50 | OVER BROEDERS DIE VER VAN DE BIDPLAATS HUN WERK HEBBEN
937 50, 1 | weg aan het werk zijn en de bidplaats niet op tijd kunnen
938 50, 2 | 2 de abt maakt uit of dit inderdaad
939 50, 3 | en buigen hun knieën met de vreze Gods.~
940 50, 4 | op reis gestuurd worden de voorgeschreven uren niet
941 51 | Hoofdstuk 51 OVER DE BROEDERS DIE NIET VER WEG
942 51, 2 | mocht handelen, wordt hij in de ban gedaan.~ ~ ~
943 52 | Hoofdstuk 52 OVER DE BIDPLAATS VAN HET KLOOSTER~ ~
944 52, 1 | 1 De bidplaats moet zijn wat
945 52, 1 | bidplaats moet zijn wat de naam zegt, en men mag er
946 52, 2 | geëindigd is, gaan allen in de grootste stilte naar buiten
947 52, 2 | naar buiten en men beware de eerbied voor God, ~
948 52, 3 | afzondering wil bidden, niet door de onbetamelijkheid van een
949 52, 5 | geëindigd is, zich niet in de bidplaats ophouden, zoals
950 53, 2 | 2 Aan ieder wordt de eer bewezen die men hem
951 53, 2 | heel in het bijzonder aan de geloofsgenoten en aan de
952 53, 2 | de geloofsgenoten en aan de vreemdelingen. ~
953 53, 3 | gast wordt gemeld, gaan de overste en de broeders hem
954 53, 3 | gemeld, gaan de overste en de broeders hem tegemoet met
955 53, 3 | broeders hem tegemoet met de meest liefdevolle voorkomendheid. ~
956 53, 4 | begroeten zij elkaar met de vredekus. ~
957 53, 5 | heeft, om alle bedrog van de duivel te voorkomen. ~
958 53, 6 | 6 De wijze van begroeten zelf
959 53, 8 | Na hun ontvangst worden de gasten meegenomen voor een
960 53, 8 | gezamenlijk gebed en daarna houdt de overste of wie deze het
961 53, 9 | leest men hun iets voor uit de goddelijke Wet; en daarna
962 53, 10 | 10 Omwille van de gast breekt de overste de
963 53, 10 | Omwille van de gast breekt de overste de vasten, tenzij
964 53, 10 | de gast breekt de overste de vasten, tenzij het juist
965 53, 11 | 11 maar de broeders gaan door met hun
966 53, 12 | 12 De abt giet het water uit over
967 53, 12 | giet het water uit over de handen van de gast. ~
968 53, 12 | water uit over de handen van de gast. ~
969 53, 13 | 13 De voetwassing van alle gasten
970 53, 13 | wordt verricht zowel door de abt als door de gehele gemeente ~
971 53, 13 | zowel door de abt als door de gehele gemeente ~
972 53, 15 | en vreemdelingen moet men de grootste zorg besteden,
973 53, 15 | ontvangt; want het ontzag dat de rijken inboezemen leidt
974 53, 16 | 16 De abt en de gasten hebben
975 53, 16 | 16 De abt en de gasten hebben een afzonderlijke
976 53, 16 | en er komen er altijd - de broeders niet hoeven te
977 53, 17 | voor een jaar belast met de zorg voor deze keuken. ~
978 53, 21 | wiens ziel vervuld is van de vreze Gods, wordt belast
979 53, 23 | mag zich beslist niet met de gasten inlaten of met hen
980 53, 24 | wij gezegd hebben - vraagt de zegen en gaat voorbij, zeggende,
981 54, 1 | geven zonder verlof van de abt. ~
982 54, 2 | het niet aannemen, voordat de abt ervan in kennis is gesteld. ~
983 54, 3 | 3 Als de abt goedvindt dat men het
984 54, 4 | 4 En de broeder aan wie het toevallig
985 54, 4 | om geen kans te geven aan de duivel. ~
986 54, 5 | durft te handelen, wordt aan de vastgestelde straf onderworpen.~ ~ ~
987 55 | KLEDING EN SCHOEISEL VAN DE BROEDERS~ ~
988 55, 1 | 1 Men verschaft de broeders kleren die aangepast
989 55, 1 | kleren die aangepast zijn aan de gesteldheid van de plaats
990 55, 1 | zijn aan de gesteldheid van de plaats waar ze wonen en
991 55, 3 | hierover berust dan bij de abt. ~
992 55, 4 | dat in gematigde streken de monniken genoeg hebben aan
993 55, 7 | 7 Over de kleur of de grofheid van
994 55, 7 | 7 Over de kleur of de grofheid van al deze zaken
995 55, 7 | van al deze zaken moeten de monniken zich niet druk
996 55, 7 | ze nemen ze zoals ze in de landstreek waar ze verblijven
997 55, 8 | 8 Wel moet de abt op de maat letten, zodat
998 55, 8 | 8 Wel moet de abt op de maat letten, zodat de kleren
999 55, 8 | op de maat letten, zodat de kleren niet te kort zijn
1000 55, 9 | nieuwe kleren krijgt, geeft de oude altijd meteen terug
1-500 | 501-1000 | 1001-1302 |