1-500 | 501-1000 | 1001-1302
bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1001 55, 9 | altijd meteen terug om ze in de kleerkamer te laten opbergen
1002 55, 9 | kleerkamer te laten opbergen voor de armen. ~
1003 55, 10 | te kunnen wisselen) voor de nacht en om ze te kunnen
1004 55, 12 | wat versleten is leveren de broeders in, wanneer ze
1005 55, 13 | gestuurd worden krijgen uit de kleerkamer een broek, die
1006 55, 14 | dragen. Zij krijgen die uit de kleerkamer bij hun vertrek
1007 55, 16 | 16 De bedden moeten door de abt
1008 55, 16 | 16 De bedden moeten door de abt vaak worden doorzocht,
1009 55, 17 | iets vindt wat hij niet van de abt gekregen heeft, ondergaat
1010 55, 18 | 18 En om deze ondeugd van de eigendom met wortel en al
1011 55, 18 | en al uit te roeien, moet de abt alles verstrekken wat
1012 55, 19 | zakdoek en schrijfbordje, om de uitvlucht te voorkomen,
1013 55, 20 | 20 Maar de abt moet altijd deze tekst
1014 55, 20 | moet altijd deze tekst uit de Handelingen van de Apostelen
1015 55, 20 | tekst uit de Handelingen van de Apostelen in gedachte houden: "
1016 55, 21 | 21 Zo moet ook de abt rekening houden met
1017 55, 21 | abt rekening houden met de zwakheid van de behoeftigen,
1018 55, 21 | houden met de zwakheid van de behoeftigen, niet met de
1019 55, 21 | de behoeftigen, niet met de kwaadwilligheid van de afgunstigen. ~
1020 55, 21 | met de kwaadwilligheid van de afgunstigen. ~
1021 55, 22 | zijn oordelen denke hij aan de vergelding van God.~ ~ ~
1022 56 | Hoofdstuk 56 OVER DE TAFEL VAN DE ABT~ ~
1023 56 | Hoofdstuk 56 OVER DE TAFEL VAN DE ABT~ ~
1024 56, 1 | 1 De abt zit altijd aan met de
1025 56, 1 | De abt zit altijd aan met de gasten en de vreemdelingen. ~
1026 56, 1 | altijd aan met de gasten en de vreemdelingen. ~
1027 56, 3 | of twee ouderlingen bij de broeders laten om de orde
1028 56, 3 | bij de broeders laten om de orde te handhaven.~ ~ ~
1029 57 | Hoofdstuk 57 OVER DE AMBACHTSLIEDEN VAN HET KLOOSTER~ ~
1030 57, 1 | nederigheid beoefenen, wanneer de abt het toestaat. ~
1031 57, 3 | zich vernederd heeft en de abt het weer goed vindt. ~
1032 57, 4 | iets moet verkopen van wat de ambachtslieden gemaakt hebben,
1033 57, 5 | Ananias en Saphira, om niet de dood die hen in het lichaam
1034 57, 6 | 6 zelf in de ziel te ondergaan, zij en
1035 57, 7 | Bij het vaststellen van de prijs mag de ondeugd van
1036 57, 7 | vaststellen van de prijs mag de ondeugd van de hebzucht
1037 57, 7 | prijs mag de ondeugd van de hebzucht niet binnensluipen, ~
1038 57, 8 | goedkoper geven dan anderen in de wereld het kunnen doen, ~
1039 58 | Hoofdstuk 58 OVER DE WIJZE WAAROP DE BROEDERS
1040 58 | 58 OVER DE WIJZE WAAROP DE BROEDERS WORDEN AANGENOMEN~ ~
1041 58, 1 | komt aanmelden, mag hem de intrede niet gemakkelijk
1042 58, 2 | 2 maar men doet wat de Apostel zegt: "Beproef de
1043 58, 2 | de Apostel zegt: "Beproef de geesten, of ze uit God zijn". ~
1044 58, 3 | 3 Als de aangekomene dus blijft kloppen
1045 58, 3 | blijft kloppen en hij blijkt de onvriendelijkheid waarmee
1046 58, 3 | waarmee men hem behandelt en de weigering om hem binnen
1047 58, 5 | plaats in het verblijf van de novicen, waar zij onderricht
1048 58, 6 | een ouderling belast die de kunst verstaat hun zielen
1049 58, 7 | moet zorgvuldig toezien of de kandidaat werkelijk God
1050 58, 7 | voor het werk Gods, voor de gehoorzaamheid en voor de
1051 58, 7 | de gehoorzaamheid en voor de beproeving van zijn nederigheid. ~
1052 58, 10 | en zegt men hem: "Dit is de wet, waaronder je wil dienen;
1053 58, 11 | reeds genoemde verblijf van de novicen teruggebracht, en
1054 58, 11 | met het grootste geduld op de proef gesteld.~
1055 58, 12 | van zes maanden wordt hem de Regel weer voorgelezen om
1056 58, 14 | volbrengen, wordt hij in de gemeente opgenomen. ~
1057 58, 15 | hij moet goed weten, dat de wet van de Regel bepaalt,
1058 58, 15 | goed weten, dat de wet van de Regel bepaalt, dat hij van
1059 58, 17 | 17 Vóór zijn opname in de gemeente moet hij in het
1060 58, 18 | verworpen zal worden met Wie hij de spot drijft.~
1061 58, 19 | oorkonde opmaken, op naam van de heiligen van wie de relieken
1062 58, 19 | van de heiligen van wie de relieken ter plaatse aanwezig
1063 58, 19 | plaatse aanwezig zijn en van de abt in functie. ~
1064 58, 20 | het voor hem te doen; maar de novice zelf tekent het document
1065 58, 21 | het heeft neergelegd, heft de novice zelf onmiddellijk
1066 58, 22 | 22 De gehele gemeente herneemt
1067 58, 22 | maal en voegt er "Eer aan de Vader" aan toe. ~
1068 58, 23 | 23 Daarna gaat de nieuwe broeder zich voor
1069 58, 23 | nieuwe broeder zich voor de voeten van allen neerwerpen
1070 58, 23 | hij beschouwd als lid van de gemeente. ~
1071 58, 24 | het ofwel van te voren aan de armen uitdelen, ofwel het
1072 58, 26 | kleren en kleedt men hem met de kleren van het klooster. ~
1073 58, 27 | 27 De kleren die men hem heeft
1074 58, 27 | heeft uitgetrokken worden in de kleedkamer opgeborgen en
1075 58, 28 | hopen is - zou ingaan op de inblazingen van de duivel
1076 58, 28 | ingaan op de inblazingen van de duivel om het klooster te
1077 58, 29 | 29 Maar de oorkonde, die de abt van
1078 58, 29 | 29 Maar de oorkonde, die de abt van het altaar heeft
1079 59 | Hoofdstuk 59 OVER DE KINDEREN VAN AANZIENLIJKEN
1080 59, 1 | dan maken zijn ouders zelf de oorkonde op, waarover hierboven
1081 59, 2 | 2 Samen met de offergave wikkelen zij deze
1082 59, 2 | wikkelen zij deze oorkonde en de hand van de jongen in de
1083 59, 2 | oorkonde en de hand van de jongen in de altaardwaal,
1084 59, 2 | de hand van de jongen in de altaardwaal, en zo dragen
1085 59, 3 | bezittingen beloven zij in de bewuste oorkonde onder ede,
1086 59, 5 | maken zij een schenking van de goederen die zij aan het
1087 59, 6 | versperd worden, zodat er voor de jongen zelfs geen enkele
1088 59, 6 | hem bespaard moge blijven. De ervaring heeft ons in deze
1089 59, 8 | bezitten maken eenvoudig de oorkonde op en samen met
1090 59, 8 | oorkonde op en samen met de offerande dragen zij hun
1091 60, 1 | Wanneer soms iemand uit de rangen van de priesters
1092 60, 1 | iemand uit de rangen van de priesters vraagt om in het
1093 60, 2 | moet hij weten, dat hij de wet van de Regel in alles
1094 60, 2 | weten, dat hij de wet van de Regel in alles zal moeten
1095 60, 4 | 4 Wel kan men hem de plaats na de abt toewijzen;
1096 60, 4 | kan men hem de plaats na de abt toewijzen; ook mag hij
1097 60, 4 | abt toewijzen; ook mag hij de zegenbeden uitspreken en
1098 60, 4 | zeggen, maar alleen als de abt het hem toestaat.~
1099 60, 5 | wel wetend, dat hij aan de wet van de Regel onderworpen
1100 60, 5 | dat hij aan de wet van de Regel onderworpen is; maar
1101 60, 7 | 7 neemt hij de plaats in, die hem volgens
1102 60, 8 | 8 Als iemand uit de lagere geestelijkheid eenzelfde
1103 60, 9 | alleen als ook zij beloven de Regel te onderhouden en
1104 61, 2 | als hij genoegen neemt met de plaatselijke gebruiken die
1105 61, 4 | een opmerking maakt, dient de abt wijselijk bij zichzelf
1106 61, 4 | zichzelf na te gaan, of de Heer hem wellicht niet juist
1107 61, 6 | niet als lid opnemen in de kloosterfamilie, ~
1108 61, 8 | hij niet zo is dat men hem de deur moet wijzen, zal men
1109 61, 8 | wanneer hij het vraagt in de gemeente opnemen, ~
1110 61, 9 | bewegen om te blijven, opdat de anderen iets kunnen leren
1111 61, 11 | 11 Als de abt ziet dat hij het verdient,
1112 61, 12 | bovengenoemde personen uit de hoge rangen van de priesters
1113 61, 12 | personen uit de hoge rangen van de priesters of geestelijken
1114 61, 12 | priesters of geestelijken kan de abt een hogere plaats geven
1115 61, 13 | 13 Maar de abt wachte er zich wel voor
1116 62 | Hoofdstuk 62 OVER DE PRIESTERS VAN HET KLOOSTER~ ~
1117 62, 1 | wijden, kiest hij onder de zijnen iemand uit die waardig
1118 62, 2 | 2 De gewijde van zijn kant wachte
1119 62, 3 | veroorlove zich niets tenzij wat de abt hem opdraagt, want hij
1120 62, 3 | onderworpen moet zijn aan de tucht van de Regel. ~
1121 62, 3 | moet zijn aan de tucht van de Regel. ~
1122 62, 4 | aanleiding voor hem zijn om de gehoorzaamheid aan de Regel
1123 62, 4 | om de gehoorzaamheid aan de Regel en de kloostertucht
1124 62, 4 | gehoorzaamheid aan de Regel en de kloostertucht te veronachtzamen,
1125 62, 4 | meer make hij voortgang op de weg naar God. ~
1126 62, 5 | 5 Hij behoudt altijd de plaats van zijn intrede
1127 62, 6 | doet aan het altaar of als de keuze van de gemeente en
1128 62, 6 | altaar of als de keuze van de gemeente en de beschikking
1129 62, 6 | keuze van de gemeente en de beschikking van de abt hem
1130 62, 6 | gemeente en de beschikking van de abt hem een hogere plaats
1131 62, 7 | zich te houden heeft aan de regeling die voor de dekenen
1132 62, 7 | aan de regeling die voor de dekenen en de prioren is
1133 62, 7 | regeling die voor de dekenen en de prioren is vastgesteld. ~
1134 62, 8 | durft te handelen wordt niet de priester in hem maar de
1135 62, 8 | de priester in hem maar de opstandige aan een oordeel
1136 62, 9 | betert, dan wordt tenslotte de bisschop ten getuige geroepen. ~
1137 62, 11 | niet wil onderwerpen en aan de Regel gehoorzamen.~ ~ ~
1138 63 | Hoofdstuk 63 OVER DE RANGORDE IN DE GEMEENTE~ ~
1139 63 | Hoofdstuk 63 OVER DE RANGORDE IN DE GEMEENTE~ ~
1140 63, 1 | 1 De monniken bewaren in het
1141 63, 1 | bewaren in het klooster de rangorde die bepaald wordt
1142 63, 1 | intrede, hun verdiensten en de beschikking van de abt. ~
1143 63, 1 | verdiensten en de beschikking van de abt. ~
1144 63, 2 | 2 De abt van zijn kant mag de
1145 63, 2 | De abt van zijn kant mag de hem toevertrouwde kudde
1146 63, 4 | 4 In de volgorde die hij vaststelt
1147 63, 4 | die hij vaststelt of die de broeders zelf al hadden
1148 63, 4 | hadden naderen zij voor de vredekus en voor de Communie,
1149 63, 4 | voor de vredekus en voor de Communie, heffen zij de
1150 63, 4 | de Communie, heffen zij de psalmen aan en staan zij
1151 63, 5 | 5 Volstrekt nergens mag de leeftijd de rangorde bepalen
1152 63, 5 | nergens mag de leeftijd de rangorde bepalen of onjuist
1153 63, 7 | dus van degenen aan wie de abt, zoals wij zeiden, na
1154 63, 7 | teruggezet, behouden allen de rang die hun volgens hun
1155 63, 8 | iemand op het tweede uur van de dag in het klooster is aangekomen,
1156 63, 10 | 10 De jongeren moeten dus hun
1157 63, 10 | moeten dus hun ouderen eren, de ouderen hun jongeren liefhebben. ~
1158 63, 12 | 12 maar de ouderen noemen hun jongeren "
1159 63, 12 | hun jongeren "broeder" en de jongeren hun ouderen "nonnus",
1160 63, 13 | 13 De abt, die als vertegenwoordiger
1161 63, 15 | 15 Steeds als de broeders elkaar ontmoeten
1162 63, 15 | elkaar ontmoeten vraagt de jongste aan de oudste de
1163 63, 15 | ontmoeten vraagt de jongste aan de oudste de zegen. ~
1164 63, 15 | de jongste aan de oudste de zegen. ~
1165 63, 16 | oudere langskomt, staat de jongere op en biedt hem
1166 63, 16 | hem zijn plaats aan: en de jongere gaat niet opnieuw
1167 63, 19 | toezicht, totdat zij tot de jaren van verstand gekomen
1168 64 | OVER HET AANSTELLEN VAN DE ABT~ ~
1169 64, 1 | hij wordt aangesteld, die de hele gemeente, geleid door
1170 64, 1 | hele gemeente, geleid door de vreze Gods, eenstemmig gekozen
1171 64, 1 | slechts door een gedeelte van de gemeente, hoe klein dit
1172 64, 2 | van wijsheid getuigt zijn de gronden waarop men iemand
1173 64, 2 | dit ambt, ook al zou hij de laatste in rang zijn binnen
1174 64, 2 | laatste in rang zijn binnen de gemeente.~
1175 64, 3 | 3 Zou de gemeente echter - wat verre
1176 64, 4 | manier bekend worden aan de bisschop in wiens bisdom
1177 64, 4 | die plaats ligt, of aan de abten en christenen uit
1178 64, 4 | abten en christenen uit de buurt, ~
1179 64, 5 | verhinderen, dat het plan van de kwaadwilligen doorgang vindt,
1180 64, 9 | hij goed onderlegd zijn in de wet Gods, zodat hij de nodige
1181 64, 9 | in de wet Gods, zodat hij de nodige kennis bezit om daaruit
1182 64, 10 | 10 en altijd late hij de barmhartigheid het winnen
1183 64, 10 | barmhartigheid het winnen van de rechtvaardigheid, opdat
1184 64, 11 | hij het kwaad haten, maar de broeders liefhebben. ~
1185 64, 14 | wij niet zeggen, dat hij de ondeugden moet laten voortwoekeren;
1186 64, 17 | hij zijn bevelen, en of de opdracht die hij geeft op
1187 64, 17 | opdracht die hij geeft op de goddelijke dan wel op de
1188 64, 17 | de goddelijke dan wel op de tijdelijke dingen betrekking
1189 64, 18 | 18 en denken aan de gematigdheid van de heilige
1190 64, 18 | aan de gematigdheid van de heilige Jacob, die zeide: "
1191 64, 18 | zullen allen nog binnen de dag sterven". ~
1192 64, 19 | voorbeelden van gematigdheid, die de moeder der deugden is, ter
1193 64, 19 | maatgevoel regelen, dat er voor de sterken nog iets te verlangen
1194 64, 19 | te verlangen blijft, en de zwakken niet worden afgeschrikt. ~
1195 64, 20 | Vooral moet hij even goed als de anderen in alles deze Regel
1196 64, 21 | goed volbracht heeft, van de Heer mogen vernemen wat
1197 64, 21 | Heer mogen vernemen wat de goede knecht te horen kreeg,
1198 64, 21 | horen kreeg, die op tijd de tarwe aan zijn medeknechten
1199 65 | Hoofdstuk 65 OVER DE PRIOR VAN HET KLOOSTER~ ~
1200 65, 1 | maar al te vaak voor dat de aanstelling van een prior
1201 65, 2 | eigenen zich wederrechtelijk de macht toe, werken de tweedracht
1202 65, 2 | wederrechtelijk de macht toe, werken de tweedracht in het hand en
1203 65, 2 | verdeeldheid ontstaan in de gemeente. ~
1204 65, 3 | gebeurt vooral daar waar de prior wordt aangesteld door
1205 65, 3 | dezelfde abten, die ook de abt aanstellen. ~
1206 65, 4 | zijn aanstelling af wordt de prior alle aanleiding gegeven
1207 65, 6 | aangesteld door wie ook de abt is aangesteld". ~
1208 65, 8 | 8 en doordat de abt en de prior het oneens
1209 65, 8 | 8 en doordat de abt en de prior het oneens zijn is
1210 65, 10 | 10 De verantwoordelijkheid voor
1211 65, 10 | gang van zaken berust op de allereerste plaats bij hen
1212 65, 11 | beter voor het behoud van de vrede en de liefde, dat
1213 65, 11 | het behoud van de vrede en de liefde, dat de abt naar
1214 65, 11 | vrede en de liefde, dat de abt naar eigen goeddunken
1215 65, 12 | al hebben vastgesteld - de ambtsbezigheden in het klooster
1216 65, 12 | laten behartigen volgens de beslissingen van de abt, ~
1217 65, 12 | volgens de beslissingen van de abt, ~
1218 65, 14 | 14 Als de plaatselijke omstandigheden
1219 65, 14 | omstandigheden het zouden vereisen of de gemeente vraagt erom op
1220 65, 14 | gronden en met nederigheid en de abt oordeelt het een goede
1221 65, 15 | 15 dan benoemt de abt zelf diegene tot zijn
1222 65, 15 | zijn prior, die hij met de raad van godvrezende broeders
1223 65, 16 | zonder iets te doen wat tegen de wil of de regeling van de
1224 65, 16 | doen wat tegen de wil of de regeling van de abt ingaat, ~
1225 65, 16 | de wil of de regeling van de abt ingaat, ~
1226 65, 17 | want hoe hoger hij boven de anderen geplaatst is, met
1227 65, 17 | moet hij zich houden aan de voorschriften van de Regel.~
1228 65, 17 | aan de voorschriften van de Regel.~
1229 65, 18 | of wanneer hij bewijst de Regel te minachten, dan
1230 65, 19 | wordt hij onderworpen aan de door de Regel vastgestelde
1231 65, 19 | onderworpen aan de door de Regel vastgestelde straf. ~
1232 65, 21 | en gehoorzaam betoont in de gemeente, wordt hij zelfs
1233 65, 22 | 22 Wel moet de abt eraan denken, dat hij
1234 65, 22 | voorkomen dat het vuur van de afgunst en de naijver zijn
1235 65, 22 | het vuur van de afgunst en de naijver zijn ziel in vlam
1236 66 | Hoofdstuk 66 OVER DE PORTIERS VAN HET KLOOSTER~ ~
1237 66, 1 | 1 Aan de poort van het klooster wordt
1238 66, 2 | zijn verblijf hebben bij de poort, zodat bezoekers altijd
1239 66, 4 | 4 en met de volmaakte zachtmoedigheid,
1240 66, 4 | zachtmoedigheid, die uit de vreze Gods voortkomt, staat
1241 66, 4 | zonder dralen te woord met de vurigheid van de liefde. ~
1242 66, 4 | woord met de vurigheid van de liefde. ~
1243 66, 5 | hulp nodig heeft krijgt de portier een jongere broeder
1244 66, 6 | een molen, een tuin en de verschillende werkplaatsen
1245 66, 6 | verschillende werkplaatsen voor de ambachten zich binnen het
1246 66, 7 | 7 zodat de monniken niet buiten het
1247 66, 8 | dat deze Regel vaak aan de gemeente wordt voorgelezen,
1248 67 | Hoofdstuk 67 OVER DE BROEDERS DIE OP REIS GESTUURD
1249 67, 1 | van alle broeders en van de abt, ~
1250 67, 3 | 3 Wanneer de broeders van hun reis terugkeren,
1251 67, 3 | terugkeren, moeten zij zich op de dag zelf van hun thuiskomst
1252 67, 6 | toch waagt, wordt hij aan de vastgestelde straf onderworpen.~
1253 67, 7 | zonder toestemming van de abt.~ ~ ~
1254 68, 2 | 2 Als hij ziet dat de zwaarte van de opgelegde
1255 68, 2 | ziet dat de zwaarte van de opgelegde last de maat van
1256 68, 2 | zwaarte van de opgelegde last de maat van zijn krachten volstrekt
1257 68, 4 | Als na die uiteenzetting de overste bij zijn inzicht
1258 68, 4 | en bevel blijft, dan wete de ondergeschikte, dat het
1259 69, 3 | 3 Hieraan mogen de monniken zich beslist niet
1260 70, 2 | dat niemand gerechtigd is de gemeenschap met een van
1261 70, 2 | volmacht gekregen heeft van de abt. ~
1262 70, 3 | bijzijn van allen, zodat de anderen erdoor worden afgeschrikt. ~
1263 70, 4 | 4 De kinderen staan wel tot hun
1264 70, 4 | jaar onder het toezicht en de hoede van iedereen, ~
1265 70, 6 | ook zonder opdracht van de abt tegen volwassen monniken
1266 70, 6 | driftig gedraagt, wordt aan de vastgestelde straf onderworpen, ~
1267 71 | Hoofdstuk 71 DAT DE BROEDERS ELKAAR MOETEN GEHOORZAMEN~ ~
1268 71, 1 | 1 Het goed van de gehoorzaamheid moet niet
1269 71, 1 | door allen ten aanzien van de abt verwezenlijkt worden
1270 71, 1 | verwezenlijkt worden maar de broeders moeten ook elkaar
1271 71, 2 | 2 in de overtuiging, dat zij langs
1272 71, 3 | 3 Een bevel van de abt of van de door hem aangestelde
1273 71, 3 | bevel van de abt of van de door hem aangestelde gezagsdragers
1274 71, 4 | voor het overige moeten de jongeren aan de oudere broeders
1275 71, 4 | overige moeten de jongeren aan de oudere broeders met grote
1276 71, 6 | Mocht een broeder door de abt of door wie van de ouderen
1277 71, 6 | door de abt of door wie van de ouderen ook op een of andere
1278 71, 7 | als hij merkt, dat een van de ouderen innerlijk wat geprikkeld
1279 72 | Hoofdstuk 72 OVER DE GOEDE IJVER DIE DE MONNIKEN
1280 72 | OVER DE GOEDE IJVER DIE DE MONNIKEN MOET BEZIELEN~ ~
1281 72, 1 | van God verwijdert en naar de hel voert, ~
1282 72, 2 | een goede ijver, die van de ondeugd verwijdert en naar
1283 72, 3 | Op deze ijver nu moeten de monniken zich met de vurigste
1284 72, 3 | moeten de monniken zich met de vurigste liefde toeleggen;
1285 72, 7 | veeleer wat goed is voor de ander. ~
1286 72, 8 | wijze leggen zij zich toe op de broederliefde. ~
1287 73 | 73 OVER HET FEIT DAT NIET DE VOLLEDIGE BEOEFENING VAN
1288 73 | VOLLEDIGE BEOEFENING VAN DE GERECHTIGHEID IN DEZE REGEL
1289 73, 1 | wij dan geschreven om door de beoefening ervan in onze
1290 73, 2 | intussen haast heeft om tot de volle ontplooiing van dit
1291 73, 2 | leven te geraken, hij heeft de leer van de heilige Vaders,
1292 73, 2 | geraken, hij heeft de leer van de heilige Vaders, waarvan
1293 73, 2 | heilige Vaders, waarvan de beoefening de mens naar
1294 73, 2 | Vaders, waarvan de beoefening de mens naar de top van de
1295 73, 2 | beoefening de mens naar de top van de volmaaktheid
1296 73, 2 | de mens naar de top van de volmaaktheid voert. ~
1297 73, 3 | bladzijde, welk woord uit de door God geïnspireerde Schriften
1298 73, 3 | richtsnoer voor het leven van de mens? ~
1299 73, 4 | 4 Of welk boek van de heilige, katholieke Vaders
1300 73, 5 | 5 Dan zijn er nog de Gesprekken van de Vaders,
1301 73, 5 | er nog de Gesprekken van de Vaders, hun Instellingen
1302 73, 5 | levensbeschrijvingen en ook nog de Regel van onze heilige Vader
1-500 | 501-1000 | 1001-1302 |