Chapter, Verse

 1 Prol, 48|   het heil, die aanvankelijk altijd nauw is. ~
 2   1, 11 |                           11 Altijd zwerven zij rond en nooit
 3   2, 1  | staan van een klooster, moet altijd bedenken, hoe men hem noemt,
 4   2, 6  |                           6  Altijd moet de abt bedenken, dat
 5   2, 30 |                           30 Altijd moet de abt bedenken wat
 6   2, 34 |            34 Hij moet juist altijd bedenken, dat hij het bestuur
 7   2, 39 |                39 Zo zal hij altijd met vrees blijven denken
 8   4, 43 |     43 Het kwaad daarentegen altijd als zijn eigen werk erkennen
 9   4, 48 |                           48 Altijd waken over zijn levenswandel.~
10   6, 8  |    te wekken wijzen wij voor altijd en overal van de hand en
11   7, 10 |   dat men door de vreze Gods altijd voor ogen te houden, ten
12   7, 13 |  overtuigd zijn, dat God hem altijd vanuit de hemel gadeslaat
13   7, 14 |   waar hij aantoont, dat God altijd aanwezig is in het binnenste
14   7, 18 |    zal een deugdzame broeder altijd in zijn hart zeggen: "Eerst
15   7, 23 |  moeten wij geloven, dat God altijd bij ons tegenwoordig is,
16   7, 28 |     die ons toegewezen zijn, altijd, dag en nacht, alles wat
17   7, 50 |     ben ik voor U, en ik ben altijd bij U".~
18   7, 63 |      hij zit, gaat of staat: altijd houdt hij het hoofd gebogen
19  18, 6  |  nachtgetijden van de zondag altijd met psalm 20 beginnen.~
20  18, 11 |    zeggen, dat men op zondag altijd weer begint met psalm 118.~
21  19, 3  |        3  Wij moeten dan ook altijd indachtig zijn wat de profeet
22  22, 6  |     6  Zo zullen de monniken altijd gereed zijn, en zodra het
23  22, 6  |    elkaar voor te zijn, maar altijd met inachtneming van de
24  37, 2  |                           2  Altijd moet hun zwakheid in aanmerking
25  39, 1  | gekookte gerechten aan tafel altijd voldoende zijn voor de dagelijks
26  39, 10 |  ouderen, zodat de soberheid altijd in acht gehouden wordt. ~
27  40, 5  |   aan de overste, die echter altijd moet toezien, dat er geen
28  41, 6  |    vasten moeten de broeders altijd op het negende uur eten. ~
29  43, 2  |                      2  maar altijd met de nodige ernst om geen
30  49, 1  |      het leven van de monnik altijd zijn zoals in de veertigdaagse
31  53, 16 |    aankomen - en er komen er altijd - de broeders niet hoeven
32  53, 22 |      aantal bedden moet daar altijd gereed staan. En het huis
33  55, 9  | kleren krijgt, geeft de oude altijd meteen terug om ze in de
34  55, 20 |          20 Maar de abt moet altijd deze tekst uit de Handelingen
35  56, 1  |                1  De abt zit altijd aan met de gasten en de
36  56, 3  |         3  Maar hij moet wel altijd een of twee ouderlingen
37  57, 5  |                 5  Laten zij altijd denken aan Ananias en Saphira,
38  62, 5  |               5  Hij behoudt altijd de plaats van zijn intrede
39  63, 3  |             3  maar hij moet altijd bedenken, dat hij van al
40  64, 1  |  aanstellen van een abt moet altijd als grondregel gelden, dat
41  64, 7  |   tot abt is aangesteld moet altijd bedenken, welke last hij
42  64, 10 |                        10 en altijd late hij de barmhartigheid
43  64, 13 |     hij zijn eigen broosheid altijd indachtig zijn, en bedenken,
44  64, 17 |     dingen betrekking heeft, altijd moet hij met onderscheiding
45  66, 2  |    de poort, zodat bezoekers altijd iemand vinden om hun te
46  67, 2  |     van het Werk Gods worden altijd alle afwezigen herdacht. ~