bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 1, 5 | God sterk genoeg om verder zonder andermans hulp, alleen met
2 1, 8 | of drieën of zelfs alleen zonder herder, niet in de schaapstal
3 3, 7 | meester, en niemand mag er zonder goede gronden van afwijken. ~
4 3, 11| omdat hij weet, dat hij zonder twijfel over al zijn beslissingen
5 4, 76| Als wij ze dag en nacht zonder ophouden hanteren en op
6 5, 1 | nederigheid is gehoorzaamheid zonder dralen. ~
7 7, 18| zeggen: "Eerst dan zal ik zonder vlek zijn vóór zijn aanschijn,
8 7, 36| 36 en volhoudt zonder zich te laten ontmoedigen
9 7, 44| verborgene bedreven heeft zonder iets te verbergen nederig
10 7, 50| ben tot niets geworden en zonder inzicht; als een lastdier
11 7, 60| spreekt, het zacht doet en zonder te lachen, nederig en ernstig,
12 7, 60| weloverwogen woorden en zonder luidruchtigheid, ~
13 7, 68| zekere angst volbracht, nu zonder moeite nakomen, alsof hij
14 9, 3 | 94 met antifoon of anders zonder onderbreking doorgezongen. ~
15 9, 6 | responsories worden gezongen zonder "Eer aan de Vader", maar
16 12, 1 | zingt men eerst psalm 66 zonder antifoon en zonder onderbreking. ~
17 12, 1 | psalm 66 zonder antifoon en zonder onderbreking. ~
18 13, 2 | Psalm 66 wordt gezongen zonder antifoon, in een tamelijk
19 13, 12| avondgetijden niet beëindigd worden zonder dat helemaal op het einde
20 15, 1 | tot Pinksteren zingt men zonder onderbreking het alleluia
21 17, 9 | aan één stuk door gezongen zonder antifoon. ~
22 19, 2 | laten wij het toch vooral zonder enige twijfel geloven, als
23 22, 6 | gegeven wordt, staan ze zonder weifelen op en haasten zich
24 26 | 26 OVER DEGENEN DIE ZICH ZONDER OPDRACHT INLATEN MET HEN
25 26, 1 | 1 Als een broeder zich zonder opdracht van de abt hoe
26 31, 16| vastgestelde rantsoenen zonder een spoor van hooghartigheid
27 31, 16| spoor van hooghartigheid en zonder vertraging om hun geen reden
28 33, 2 | 2 niemand mag dan ook zonder verlof van de abt iets geven
29 35, 13| de maaltijd hun broeders zonder ontevredenheid en zonder
30 35, 13| zonder ontevredenheid en zonder grote inspanning kunnen
31 44, 1 | bidplaats beëindigd wordt, zich zonder iets te zeggen vóór de deur
32 46, 5 | andermans wonden moet genezen zonder ze open te leggen en bekend
33 48, 23| gegeven, zodat hij niet zonder bezigheid is.~
34 49, 9 | 9 want wat men doet zonder verlof van zijn geestelijke
35 53, 18| hun die gegeven, zodat zij zonder ontevredenheid hun taak
36 54, 1 | te nemen of ze te geven zonder verlof van de abt. ~
37 58, 24| het klooster overdragen, zonder iets van dat alles voor
38 60, 5 | 5 Zonder dat mag hij zich volstrekt
39 61, 13| in het zijne op te nemen zonder toestemming of aanbevelingsbrieven
40 65, 16| wat zijn abt hem opdraagt, zonder iets te doen wat tegen de
41 66, 4 | voortkomt, staat hij hem zonder dralen te woord met de vurigheid
42 67, 7 | kleinigheid het ook is, zonder toestemming van de abt.~ ~ ~
43 68, 3 | 3 maar zonder hooghartigheid, tegenstand
44 70, 6 | 6 Wie zich dan ook zonder opdracht van de abt tegen
45 71, 8 | moet hij zich onmiddellijk zonder te wachten voor diens voeten
|