Chapter, Verse
1 Prol, 3 | die afstand doet van uw eigen wil om in dienst te treden
2 Prol, 6 | wij Hem dan ook met zijn eigen gaven, die Hij ons geschonken
3 Prol, 29| dat in hen is, niet uit eigen kracht in staat zijn, maar
4 1, 5 | andermans hulp, alleen met eigen hand en arm veilig weerstand
5 1, 11 | Zij zijn de slaven van hun eigen grillen en hun onmatige
6 2, 6 | de abt bedenken, dat zijn eigen leer én de gehoorzaamheid
7 2, 13 | moet hij hun ook door zijn eigen daden leren vermijden. Want
8 2, 15 | niet de balk gezien in uw eigen oog".~
9 2, 19 | aanwezig, dan houdt ieder zijn eigen plaats, ~
10 2, 38 | natuurlijk komt daar zijn eigen ziel nog bij. ~
11 3, 4 | onderdanigheid, en mogen zij hun eigen inzichten niet hardnekkig
12 3, 8 | volge de neiging van zijn eigen hart. ~
13 4, 43 | daarentegen altijd als zijn eigen werk erkennen en het aan
14 4, 60 | 60 Zijn eigen wil haten.~
15 5, 2 | 2 Zij moet eigen zijn aan hen die niets méér
16 5, 7 | verlaten dan ook terstond hun eigen bezigheden en doen afstand
17 5, 7 | en doen afstand van hun eigen wil; ~
18 5, 12 | leven dan ook niet naar eigen inzicht en gehoorzamen niet
19 5, 12 | gehoorzamen niet aan hun eigen verlangens en begeerten,
20 5, 13 | zegt: "Ik ben niet mijn eigen wil komen doen, maar de
21 7, 12 | ook door het volgen van eigen wil; en ook voor de begeerten
22 7, 19 | 19 Dat wij onze eigen wil niet mogen doen, zegt
23 7, 19 | Schrift: "Keer u af van uw eigen wil". ~
24 7, 21 | leert men ons dan ook onze eigen wil niet te doen, als wij
25 7, 22 | door de opwellingen van hun eigen wil".~
26 7, 31 | niet gehecht is aan zijn eigen wil en er bijgevolg geen
27 7, 31 | genoegen in vindt om zijn eigen verlangens in te willigen. ~
28 7, 32 | ben niet gekomen om mijn eigen wil te doen, maar de wil
29 7, 33 | anders staat geschreven: "Eigen wil brengt straf, gebondenheid
30 13, 10 | zingt men iedere dag een eigen kantiek uit de Profeten
31 14, 2 | antifonen en lessen gezongen die eigen zijn aan die dag. Maar men
32 18, 1 | Vader", vervolgens de hymne eigen aan elk uur.~
33 28, 4 | aanwenden, namelijk zijn eigen gebed en dat van alle broeders,~
34 29, 1 | 1 Een broeder, die uit eigen schuld heengaat uit het
35 36, 1 | gediend worden als Christus in eigen persoon, ~
36 40, 1 | 1 "Ieder heeft zijn eigen gave van God gekregen, de
37 46, 3 | en niet onmiddellijk uit eigen beweging voldoening komt
38 46, 5 | 6 die weet hoe hij zijn eigen en andermans wonden moet
39 49, 6 | die manier kan ieder uit eigen beweging en met de vreugde
40 54, 2 | 2 Ook als zijn eigen familieleden hem iets toesturen,
41 58, 25 | kunnen beschikken over zijn eigen lichaam.~
42 58, 26 | men hem terstond van zijn eigen kleren en kleedt men hem
43 64, 13 | 13 Laat hij zijn eigen broosheid altijd indachtig
44 65, 8 | onvermijdelijk, dat niet alleen hun eigen zielen, zolang die tweedracht
45 65, 11 | liefde, dat de abt naar eigen goeddunken alle benoemingen
|