Chapter, Verse
1 Prol, 2 | Hem terug te keren van wie u zich door de slapheid van
2 Prol, 3 | 3 Tot u richten zich nu mijn woorden,
3 Prol, 3 | zich nu mijn woorden, wie u ook moogt zijn, die afstand
4 Prol, 4 | Allereerst: welk goed werk u ook onderneemt, vraag Hem
5 Prol, 12| luistert naar Mij: Ik zal u onderrichten in de vreze
6 Prol, 13| 13 Haast u voort, zolang gij het licht
7 Prol, 13| de duisternis van de dood u niet overvalle".~
8 Prol, 16| 16 Wanneer u dit hoort en antwoordt:
9 Prol, 16| antwoordt: Ik, dan zegt God tot u: ~
10 Prol, 17| bedrieglijke taal spreken. Keer u af van het kwaad en doe
11 Prol, 18| doet, rusten mijn ogen op u en luisteren mijn oren naar
12 Prol, 18| aanroept zal Ik zeggen tot u: Hier ben ik". ~
13 Prol, 37| gij niet, dat Gods geduld u tot boetvaardigheid wil
14 Prol, 48| 48 laat u dan niet aanstonds afschrikken
15 2, 35 | gerechtigheid, en dit alles zal u erbij gegeven worden", ~
16 3, 13 | met raad, dan hoeft het u later niet te berouwen".~ ~ ~
17 5, 6 | Hij in dezelfde zin: "Wie u hoort, hoort Mij". ~
18 5, 15 | want Hij heeft gezegd: "Wie u hoort, hoort Mij". ~
19 7, 17 | gedachte van de mens ligt voor U open". ~
20 7, 19 | zegt ons de Schrift: "Keer u af van uw eigen wil". ~
21 7, 23 | mijn begeerte ligt voor u open". ~
22 7, 47 | nog: "Mijn zonde heb ik U bekend gemaakt en mijn ongerechtigheden
23 7, 47 | ongerechtigheden heb ik niet voor U verborgen gehouden. ~
24 7, 50 | een lastdier ben ik voor U, en ik ben altijd bij U".~
25 7, 50 | U, en ik ben altijd bij U".~
26 11, 8 | responsorie heft de abt de hymne "U, God, loven wij" aan. ~
27 11, 10 | onmiddellijk de hymne volgen "U komt lof toe". Nadat hij
28 16, 4 | nacht ben ik opgestaan om U te loven". ~
29 18, 1 | mij te hulp; Heer, haast u mij te helpen" met "Eer
30 19, 5 | aanschouwen der engelen zal ik U lofzingen". ~
31 27, 7 | waardoor God zegt: "Wat u vet toescheen, hebt ge gehouden,
32 35, 17 | mij te hulp; Heer, haast u mij te helpen". ~
33 61, 14 | Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook aan
34 64, 22 | 22 "Voorwaar Ik zeg u, - zo staat er - hij stelde
35 70, 7 | Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook aan
36 73, 8 | 8 Wie u dan ook bent, u die met
37 73, 8 | 8 Wie u dan ook bent, u die met zoveel haast op
38 73, 9 | 9 eerst daarna kunt u onder Gods bescherming die
|