bold = Main text
   Chapter, Verse                                grey = Comment text

 1 Prol, 21|        volbrengen van het goede, en gaan wij dan, geleid door het
 2 Prol, 29|         vrezen en daarom niet groot gaan op hun goede levenswandel,
 3 Prol, 45|       willen daarom een oefenschool gaan stichten voor de dienst
 4   2, 24 |        vriendelijkheid te werk moet gaan, nu eens de gestrengheid
 5   2, 35 |           dat hij een uitvlucht zou gaan zoeken in een mogelijk tekort
 6   7, 27 |          voortdurend zijn blik laat gaan over de kinderen der mensen
 7   7, 42 |           dwingt één mijl te lopen, gaan zij er twee; ~
 8  11, 2  |             een vers gezongen zijn, gaan allen ordelijk en volgens
 9  20, 4  |       gedrongen voelt ermee door te gaan. ~
10  22, 8  |            om naar het werk Gods te gaan, moeten de broeders elkaar
11  27, 2  |             verstandig arts te werk gaan: hij stuurt "senpecten"
12  27, 5  |      toevertrouwd te laten verloren gaan. ~
13  27, 8  |       schaap, dat verdwaald was, te gaan zoeken. ~
14  28, 7  |           trouweloze heen, laat hem gaan", 8 anders zou één ziek
15  38, 10 |         lezen, ontvangt alvorens te gaan lezen een beker versneden
16  42, 3  |             een dag met middagmaal, gaan de broeders, zodra zij van
17  42, 5  |       daarentegen een vastendag is, gaan zij, zodra de vespers geëindigd
18  43, 7  |         afzonderlijke plaats moeten gaan staan, is dat zij zich,
19  43, 9  |          moeten dan ook naar binnen gaan om althans niet alles te
20  43, 10 |        hebben, op de laatste plaats gaan staan, ~
21  43, 13 |           zeggen en samen aan tafel gaan - ~
22  44, 10 |                              10 Zij gaan ermee door, totdat hij zijn
23  48, 5  |           van tafel zijn opgestaan, gaan zij in alle stilte rusten
24  51     |           BROEDERS DIE NIET VER WEG GAAN~ ~
25  52, 2  |             Werk Gods geëindigd is, gaan allen in de grootste stilte
26  53, 3  |          dus een gast wordt gemeld, gaan de overste en de broeders
27  53, 11 |                 11 maar de broeders gaan door met hun gewone vasten.~
28  53, 18 |      daarentegen niets te doen, dan gaan ze elders werken naargelang
29  59, 7  |           die minder vermogend zijn gaan op dezelfde manier te werk. ~
30  61, 4  |        wijselijk bij zichzelf na te gaan, of de Heer hem wellicht
31  64, 12 |             hij voorzichtig te werk gaan en vermijde hij iedere overdrijving,
32  64, 17 |  onderscheiding en met mate te werk gaan ~
33  65, 9  | onderhorigen hun ondergang tegemoet gaan doordat zij partij kiezen. ~
34  66, 1  |       bezadigd genoeg is om niet te gaan rondlopen. ~
35  67, 1  |           het punt staan op reis te gaan, bevelen zich aan in het
36  67, 7  |           en zo maar ergens heen te gaan, of het een of ander te
37  68, 2  |           tactvol aan zijn meerdere gaan uitleggen, waarom het hem