Chapter, Verse
1 2, 19| dan houdt ieder zijn eigen plaats, ~
2 4, 1 | 1 Op de eerste plaats: God de Heer liefhebben
3 7, 40| 40 Op een andere plaats zegt de Schrift nog: "God,
4 10, 2 | kort zijn, maar wordt in plaats van die drie lessen er één
5 10, 3 | 3 Al het overige vindt plaats zoals reeds gezegd is. Dat
6 19, 1 | ogen van de Heer op iedere plaats goeden en kwaden gadeslaan". ~
7 21, 6 | waardig is, wordt in zijn plaats aangesteld. ~
8 29, 2 | weer op, maar op de laatste plaats om hierdoor zijn nederigheid
9 31, 8 | volbrengt, zich een goede plaats verwerft". ~
10 39, 1 | zesde of het negende uur plaats heeft. Dit met het oog op
11 43, 4 | gaat hij niet op zijn plaats staan in het koor, ~
12 43, 5 | staan of op de afzonderlijke plaats die de abt voor dit soort
13 43, 7 | of op een afzonderlijke plaats moeten gaan staan, is dat
14 43, 10| gesproken hebben, op de laatste plaats gaan staan, ~
15 44, 5 | weer op in het koor op de plaats die de abt heeft vastgesteld; ~
16 44, 7 | Gods besloten wordt, op de plaats waar hij staat ter aarde
17 47, 1 | alles op de juiste uren plaats heeft.~
18 48, 18| niets doen of met praten, in plaats van zich met zijn lezing
19 55, 1 | aan de gesteldheid van de plaats waar ze wonen en aan het
20 58, 5 | Daarna pas krijgt hij een plaats in het verblijf van de novicen,
21 60, 4 | 4 Wel kan men hem de plaats na de abt toewijzen; ook
22 60, 7 | 7 neemt hij de plaats in, die hem volgens zijn
23 60, 8 | aan hen een middelmatige plaats worden gegeven, ~
24 61, 11| zelfs een ietwat hogere plaats geven. ~
25 61, 12| geestelijken kan de abt een hogere plaats geven dan hun intrede meebrengt,
26 62, 5 | 5 Hij behoudt altijd de plaats van zijn intrede in het
27 62, 6 | van de abt hem een hogere plaats hebben willen toekennen
28 63, 7 | bepaalde redenen op een lagere plaats heeft teruggezet, behouden
29 63, 16| jongere op en biedt hem zijn plaats aan: en de jongere gaat
30 63, 18| in goede orde hun vaste plaats innemen. ~
31 64, 4 | bisschop in wiens bisdom die plaats ligt, of aan de abten en
32 65, 10| berust op de allereerste plaats bij hen die een dergelijke
33 65, 20| dat waardig is, in zijn plaats benoemd. ~
|