bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 1 | DE VERSCHILLENDE SOORTEN MONNIKEN~ ~
2 1, 1 | kan duidelijk vier soorten monniken onderscheiden. ~
3 1, 2 | cenobieten: dat wil zeggen monniken die in een klooster samenleven
4 1, 3 | wil zeggen kluizenaars; monniken, die niet meer door de eerste
5 1, 6 | een heel slechte soort monniken, is die van de sarabaieten.
6 1, 10| 10 De vierde soort monniken zijn de zogenaamde gyrovagen,
7 1, 10| cellen van de verschillende monniken. ~
8 18, 24| gewijd hebben tonen zich monniken, die in de loop van een
9 18, 25| verrichtten, wat wij, lauwe monniken, toch wel in een hele week
10 22 | Hoofdstuk 22 HOE DE MONNIKEN BEHOREN TE SLAPEN~ ~
11 22, 6 | 6 Zo zullen de monniken altijd gereed zijn, en zodra
12 30, 2 | moeten kinderen of jonge monniken of zij, die niet in staat
13 33 | Hoofdstuk 33 OF DE MONNIKEN IETS IN EIGENDOM MOGEN BEZITTEN~ ~
14 40, 6 | weliswaar, dat wijn bij monniken volstrekt niet past; maar
15 40, 6 | de dag onmogelijk is de monniken daarvan te overtuigen, moeten
16 40, 9 | met kracht op aan, dat de monniken zich onthouden van iedere
17 41, 2 | de gehele zomer moeten de monniken, als ze geen werk op het
18 42, 1 | ieder tijdstip moeten de monniken het stilzwijgen beoefenen,
19 48, 8 | omdat zij juist dan echte monniken zijn, als zij van het werk
20 55, 4 | in gematigde streken de monniken genoeg hebben aan elk een
21 55, 7 | al deze zaken moeten de monniken zich niet druk maken, maar
22 61 | Hoofdstuk 61 HOE VREEMDE MONNIKEN WORDEN OPGENOMEN~ ~
23 63, 1 | 1 De monniken bewaren in het klooster
24 63, 18| Kleine kinderen en jonge monniken moeten in het koor en aan
25 66, 7 | 7 zodat de monniken niet buiten het klooster
26 69, 3 | 3 Hieraan mogen de monniken zich beslist niet schuldig
27 70, 6 | van de abt tegen volwassen monniken iets veroorlooft, en zelfs
28 72 | OVER DE GOEDE IJVER DIE DE MONNIKEN MOET BEZIELEN~ ~
29 72, 3 | deze ijver nu moeten de monniken zich met de vurigste liefde
30 73, 6 | goed levende en gehoorzame monniken. ~
31 73, 7 | slechtlevende en nalatige monniken doen ze beschaamd staan.~
|