Chapter, Verse
1 Prol, 6| heeft, gehoorzamen; anders zou Hij ons, zijn zonen, wel
2 Prol, 7| ons wangedrag geërgerd is, zou Hij ons kunnen overleveren
3 2, 7 | opbrengst van zijn schapen zou ontdekken. ~
4 2, 13| leren vermijden. Want anders zou hij, terwijl hij anderen
5 2, 14| 14 en zou God omwille van zijn zonden
6 2, 35| voorkomen, dat hij een uitvlucht zou gaan zoeken in een mogelijk
7 4, 61| verre zij - zelf anders zou handelen,~ indachtig dit
8 7, 4 | 4 Maar wat zou er gebeuren als ik niet
9 7, 4 | nederig dacht, als ik mijzelf zou verheffen? Als een kind,
10 7, 29| waakzaam zijn. Want anders zou God - zoals de profeet in
11 7, 30| 30 en zou Hij, die ons nu in dit leven
12 18, 22| deze psalmverdeling niet zou bevallen, laat hij dan een
13 21, 5 | onder deze dekenen iemand zou blijken te zijn, die zich
14 28, 7 | laat hem gaan", 8 anders zou één ziek schaap wel eens
15 31, 7 | 7 Zou een broeder hem iets onredelijks
16 36, 5 | 5 Toch zou men hen dan geduldig moeten
17 38, 9 | 9 Wel zou de overste, als hij dat
18 38, 10| omdat het hem wellicht zwaar zou vallen om zolang nuchter
19 42, 4 | zwakke hoofden niet goed zou zijn dit deel van de Schrift
20 42, 10| nog een of andere opdracht zou moeten geven. ~
21 48, 19| iemand - wat verre zij - zou worden aangetroffen, wordt
22 51, 1 | iemand hem dat met aandrang zou vragen, ~
23 58, 28| wat niet te hopen is - zou ingaan op de inblazingen
24 59, 6 | meer overblijft, die hem zou kunnen misleiden en te gronde
25 61, 5 | hij zich later blijvend zou willen vestigen, moet men
26 63, 13| hij hierop zelf aanspraak zou kunnen maken, maar uit eerbied
27 64, 2 | kiest voor dit ambt, ook al zou hij de laatste in rang zijn
28 64, 3 | 3 Zou de gemeente echter - wat
29 64, 4 | 4 en dit wangedrag zou op een of andere manier
30 64, 12| van een pot wil schuren, zou men hem wel eens kunnen
|