Chapter, Verse
1 Prol, 3 | 3 Tot u richten zich nu mijn woorden, wie u ook
2 Prol, 5 | brengt, opdat Hij, die ons nu reeds tot zijn zonen heeft
3 Prol, 35| zijn onderricht en verwacht nu van ons, dat wij nu ook
4 Prol, 35| verwacht nu van ons, dat wij nu ook metterdaad elke dag
5 Prol, 39| 39 Wij hebben de Heer nu ondervraagd, broeders, over
6 Prol, 39| men er kan wonen. Als wij nu ook maar die plichten van
7 Prol, 43| 43 dan moeten wij thans, nu er nog tijd is en wij nog
8 Prol, 43| dit lichaam verkeren, en nu het nog mogelijk is om dit
9 1, 13 | voor wat ze zijn en willen nu ertoe overgaan om met Gods
10 2, 20 | 20 want "of men nu slaaf is of vrije man, allen
11 2, 24 | vriendelijkheid te werk moet gaan, nu eens de gestrengheid van
12 2, 35 | 35 Om nu te voorkomen, dat hij een
13 3, 3 | 3 De reden nu waarom wij hebben vastgesteld,
14 7, 8 | Die overeindstaande ladder nu is ons leven hier op aarde;
15 7, 30 | 30 en zou Hij, die ons nu in dit leven spaart, omdat
16 7, 68 | zekere angst volbracht, nu zonder moeite nakomen, alsof
17 17, 1 | al vastgesteld: laten wij nu de volgende Uren nog nader
18 39, 1 | dagelijks maaltijd, of die nu op het zesde of het negende
19 40, 3 | 3 Als wij nu rekening houden met het
20 43, 7 | 7 De reden nu, waarom wij bepaald hebben,
21 58, 13 | 13 Indien hij ook nu nog stand houdt, wordt hem
22 58, 16 | zijn hals kan schudden, nu het na een zo langdurig
23 72, 3 | 3 Op deze ijver nu moeten de monniken zich
|