Chapter, Verse
1 2, 7 | 7 De abt moet goed weten dat het de herder zal worden
2 2, 30| noemt, en hij moet goed weten, dat van hem, wien meer
3 5, 4 | 4 weten zij van geen uitstel, zodra
4 5, 16| de leerlingen blijmoedig weten te gehoorzamen, omdat "God
5 17, 5 | orde van dienst gevierd, te weten: het vers, de hymne van
6 18, 3 | voor de andere uren, te weten de Terts, Sext en Noon,
7 18, 16| bovengenoemde reeks, te weten psalm 138, 143 en 144. ~
8 27, 6 | 6 Want hij moet goed weten, dat hij de zorg voor zieke
9 29, 3 | opnemen, maar hij moet wel weten, dat hem nadien iedere terugkeer
10 31, 13| Hij moet vooral nederig weten te zijn; en als hij iemand
11 41, 5 | 5 Hij moet alles zo weten te regelen en te beschikken,
12 58, 12| voorgelezen om hem te doen weten waartoe hij intreedt. ~
13 58, 15| 15 Maar hij moet goed weten, dat de wet van de Regel
14 58, 18| zijn heiligen. Zo zal hij weten, dat hij, als hij ooit anders
15 60, 2 | blijft aandringen, moet hij weten, dat hij de wet van de Regel
16 62, 3 | opdraagt, want hij dient te weten, dat hij voortaan nog veel
17 62, 7 | 7 Maar ook dan moet hij weten, dat hij zich te houden
18 63, 8 | is aangekomen, moet hij weten dat hij jonger is dan degene
19 64, 6 | 6 Zij moeten weten, dat zij daarvoor een rijk
20 64, 8 | 8 hij moet goed weten dat hij veeleer moet dienen
|