1-500 | 501-581
bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
501 62, 1 | iemand uit die waardig is het priesterschap uit te oefenen. ~
502 62, 4 | 4 Het priesterschap mag geen aanleiding
503 62, 5 | plaats van zijn intrede in het klooster, ~
504 62, 6 | zijn dienstwerk doet aan het altaar of als de keuze van
505 62, 10 | twijfelen, wordt hij uit het klooster gezet; ~
506 63, 1 | De monniken bewaren in het klooster de rangorde die
507 63, 4 | psalmen aan en staan zij in het koor. ~
508 63, 8 | Wanneer bijvoorbeeld iemand op het tweede uur van de dag in
509 63, 8 | tweede uur van de dag in het klooster is aangekomen,
510 63, 8 | jonger is dan degene die op het eerste uur gekomen is, welke
511 63, 16 | zitten, vooraleer zijn oudere het hem zegt. ~
512 63, 18 | jonge monniken moeten in het koor en aan tafel in goede
513 64 | Hoofdstuk 64 OVER HET AANSTELLEN VAN DE ABT~ ~
514 64, 1 | 1 Bij het aanstellen van een abt moet
515 64, 3 | eenstemmig iemand kiezen, die het eens is met haar wangedrag, ~
516 64, 5 | moeten zij verhinderen, dat het plan van de kwaadwilligen
517 64, 5 | vindt, en dienen zij aan het huis Gods een waardig bestuurder
518 64, 6 | zullen ontvangen, als zij het doen met onzelfzuchtige
519 64, 6 | zouden bezondigen, als zij het nalieten.~
520 64, 10 | late hij de barmhartigheid het winnen van de rechtvaardigheid,
521 64, 11 | 11 Laat hij het kwaad haten, maar de broeders
522 64, 12 | als men al te hardhandig het roest van een pot wil schuren,
523 64, 13 | zijn, en bedenken, dat men het geknakte riet niet mag breken. ~
524 64, 14 | gezegd hebben - voor elkeen het beste voorkomt.~
525 65 | Hoofdstuk 65 OVER DE PRIOR VAN HET KLOOSTER~ ~
526 65, 1 | 1 Het komt maar al te vaak voor
527 65, 2 | werken de tweedracht in het hand en doen verdeeldheid
528 65, 4 | te onderkennen: want van het begin van zijn aanstelling
529 65, 5 | influisteren, dat hij aan het gezag van zijn abt onttrokken
530 65, 8 | doordat de abt en de prior het oneens zijn is het onvermijdelijk,
531 65, 8 | prior het oneens zijn is het onvermijdelijk, dat niet
532 65, 10 | dergelijke wantoestand in het leven geroepen hebben.~
533 65, 11 | 11 Het lijkt ons dan ook veel beter
534 65, 11 | dan ook veel beter voor het behoud van de vrede en de
535 65, 12 | 12 Als het mogelijk is moet men - zoals
536 65, 12 | de ambtsbezigheden in het klooster door dekenen laten
537 65, 14 | plaatselijke omstandigheden het zouden vereisen of de gemeente
538 65, 14 | nederigheid en de abt oordeelt het een goede zaak, ~
539 65, 21 | gemeente, wordt hij zelfs uit het klooster gezet. ~
540 65, 22 | geven, om te voorkomen dat het vuur van de afgunst en de
541 66 | 66 OVER DE PORTIERS VAN HET KLOOSTER~ ~
542 66, 1 | 1 Aan de poort van het klooster wordt een oude
543 66, 6 | 6 Indien het mogelijk is moet het klooster
544 66, 6 | Indien het mogelijk is moet het klooster zó zijn ingericht,
545 66, 6 | de ambachten zich binnen het klooster bevindt, ~
546 66, 7 | de monniken niet buiten het klooster behoeven rond te
547 67, 1 | 1 Broeders, die op het punt staan op reis te gaan,
548 67, 1 | gaan, bevelen zich aan in het gebed van alle broeders
549 67, 2 | 2 en in het laatste gebed van het Werk
550 67, 2 | in het laatste gebed van het Werk Gods worden altijd
551 67, 3 | thuiskomst in alle getijden, als het Werk Gods besloten wordt,
552 67, 3 | Gods besloten wordt, in het koor plat ter aarde werpen, ~
553 67, 5 | vertellen wat hij buiten het klooster gezien of gehoord
554 67, 7 | Hetzelfde geldt voor hem, die het waagt om het slot van het
555 67, 7 | voor hem, die het waagt om het slot van het klooster te
556 67, 7 | het waagt om het slot van het klooster te verlaten en
557 67, 7 | ergens heen te gaan, of het een of ander te doen, wat
558 67, 7 | doen, wat voor kleinigheid het ook is, zonder toestemming
559 68, 1 | opgedragen, moet hij niettemin het bevel van zijn lastgever
560 68, 2 | meerdere gaan uitleggen, waarom het hem onmogelijk is, ~
561 68, 4 | wete de ondergeschikte, dat het zo het beste voor hem is ~
562 68, 4 | ondergeschikte, dat het zo het beste voor hem is ~
563 69 | Hoofdstuk 69 DAT MEN IN HET KLOOSTER ELKAAR NIET MAG
564 69, 1 | moet ervoor waken, dat in het klooster onder geen enkel
565 69, 1 | durft verdedigen of hem als het ware in bescherming nemen,~
566 70, 1 | 1 Men moet in het klooster iedere gelegenheid
567 70, 3 | krijgen een berisping in het bijzijn van allen, zodat
568 70, 4 | hun vijftiende jaar onder het toezicht en de hoede van
569 71, 1 | 1 Het goed van de gehoorzaamheid
570 71, 4 | 4 maar voor het overige moeten de jongeren
571 71, 6 | terechtgewezen worden, al was het maar voor een kleinigheid,~
572 71, 9 | hij weerspannig is, uit het klooster gezet.~ ~ ~
573 72, 2 | en naar God voert en naar het eeuwig leven. ~
574 72, 5 | lichamelijke zowel als morele, met het grootste geduld verdragen; ~
575 72, 12 | die ons allen tezamen tot het eeuwig leven moge geleiden.~ ~ ~
576 73 | Hoofdstuk 73 OVER HET FEIT DAT NIET DE VOLLEDIGE
577 73, 3 | geïnspireerde Schriften van het Oude en Nieuwe Testament
578 73, 3 | lijnrecht richtsnoer voor het leven van de mens? ~
579 73, 6 | 6 wat zijn het anders dan documenten over
580 73, 6 | anders dan documenten over het deugdenleven van goed levende
581 73, 8 | zoveel haast op weg bent naar het hemels vaderland: breng
1-500 | 501-581 |