Chapter, Verse

 1   2, 13|                            13 Alles daarentegen wat hij zijn leerlingen
 2   2, 25| zachtaardige en geduldige karakters daarentegen moet hij met aandrang opwekken
 3   4, 43|                        43 Het kwaad daarentegen altijd als zijn eigen werk
 4   5, 17|                              17 Als daarentegen een leerling met tegenzin
 5   8, 4 |                      4  Vanaf Pasen daarentegen tot aan bovenvernoemd begin
 6  15, 3 |       alleluia gezongen, de Vespers daarentegen met antifoon. ~
 7  17, 6 |        psalmen met antifoon, als ze daarentegen gering in aantal is, worden
 8  18, 17|                        17 Psalm 116 daarentegen wordt, omdat hij maar kort
 9  23, 5 |                      5  Wanneer hij daarentegen onhandelbaar is, worden
10  25, 1 |                       1  De broeder daarentegen, die zich aan een ernstig
11  31, 12|            klooster verspilt; alles daarentegen moet hij doen met gevoel
12  34, 4 |                              4  wie daarentegen meer nodig heeft vernedere
13  42, 5 |                          5  Als het daarentegen een vastendag is, gaan zij,
14  44, 9 |                              9  Wie daarentegen voor lichte fouten alleen
15  53, 18|        kunnen verrichten. Hebben ze daarentegen niets te doen, dan gaan
16  53, 20|           krijgt men die, heeft men daarentegen niets te doen, dan ontvangt
17  59, 8 |                          8  Zij die daarentegen helemaal niets bezitten