Chapter, Verse

 1 Prol, 18|       zal Ik zeggen tot u: Hier ben ik". ~
 2 Prol, 31|         zegt: "Door Gods genade ben ik wat ik ben", ~
 3 Prol, 31|       Gods genade ben ik wat ik ben", ~
 4   5, 13 |        Heer, waar Hij zegt: "Ik ben niet mijn eigen wil komen
 5   6, 1  |        heb niet gesproken, maar ben bescheiden geweest, en zelfs
 6   7, 18 | aanschijn, als ik op mijn hoede ben voor mijn ongerechtigheid".~
 7   7, 32 |      dit woord van de Heer: "Ik ben niet gekomen om mijn eigen
 8   7, 50 |    zichzelf met de profeet: "Ik ben tot niets geworden en zonder
 9   7, 50 |       inzicht; als een lastdier ben ik voor U, en ik ben altijd
10   7, 50 |   lastdier ben ik voor U, en ik ben altijd bij U".~
11   7, 52 |      met de profeet: "Ik echter ben een worm en geen mens, de
12   7, 53 |        53 "Ik verhief mij, maar ben vernederd en beschaamd". ~
13   7, 65 |        sprak: "Heer, ik zondaar ben niet waardig mijn ogen ten
14   7, 66 |      zegt hij: "Ik ga gebukt en ben tot het uiterste vernederd".~
15  16, 4  |    profeet: "Midden in de nacht ben ik opgestaan om U te loven". ~