Chapter, Verse

 1 Prol, 5 |        willen rekenen in de toekomst nooit over ons slecht gedrag bedroefd
 2 Prol, 50|                 50 Laten wij dan ook nooit afwijken van hetgeen Hij
 3   1, 11 |           Altijd zwerven zij rond en nooit hebben zij een vaste woonplaats.
 4   4, 74 |                                74 En nooit aan Gods barmhartigheid
 5  10, 3  |           dat er in de nachtgetijden nooit minder dan twaalf psalmen
 6  11, 13 |              gewaakt worden, dat dit nooit voorkomt. Mocht het toch
 7  15, 4  |          Maar de responsories worden nooit met alleluia gezongen tenzij
 8  38, 1  |            de broeders mag de lezing nooit ontbreken. En niet de eerste
 9  39, 7  |    onmatigheid vermeden wordt, zodat nooit een monnik onpasselijk wordt, ~
10  59, 3  |      oorkonde onder ede, dat zij hem nooit zelf, en ook nooit door
11  59, 3  |           zij hem nooit zelf, en ook nooit door bemiddeling van een
12  64, 16 | achterdochtig, want anders vindt hij nooit rust. ~