Chapter, Verse

 1 Prol, 41|  te zijn voor onze natuur, vragen wij dan aan de Heer, dat
 2   6, 7  |  Heeft men dan ook iets te vragen aan de overste, dan vraagt
 3   7, 20 |      20 En in dezelfde zin vragen wij God in het gebed des
 4  31, 7  | hem iets onredelijks komen vragen, dan moet hij hem niet grieven
 5  35, 15 | allen neer om hun gebed te vragen. ~
 6  38, 6  | niemand om iets behoeft te vragen. ~
 7  38, 8  |  mag iemand aan tafel iets vragen over de lezing of over iets
 8  44, 4  |    anderen om hun gebed te vragen. ~
 9  51, 1  |   hem dat met aandrang zou vragen, ~
10  58, 23 | neerwerpen om hun gebed te vragen: en van die dag af wordt
11  67, 4  |   4  en allen om hun gebed vragen omwille van hun fouten;