bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 Prol, 6 | ons, zijn zonen, wel eens als een vertoornde vader kunnen
2 Prol, 7 | 7 of wat nog erger is: als een geducht meester, die
3 Prol, 7 | overleveren aan de eeuwige straf als slechte dienaren, die Hem
4 Prol, 10| 10 "Als gij vandaag zijn stem hoort,
5 Prol, 17| 17 "Als gij het ware en eeuwige
6 Prol, 22| 22 Als wij in zijn tent, dat wil
7 Prol, 28| die de arglistige duivel, als deze hem iets influistert,
8 Prol, 32| 32 en verder zegt hij: "Als iemand roemt, moet hij roemen
9 Prol, 39| voorwaarden men er kan wonen. Als wij nu ook maar die plichten
10 Prol, 41| 41 En als er iets niet mogelijk blijkt
11 1, 6 | sarabaieten. Zij zijn niet als goud in de oven beproefd
12 1, 6 | steunt, maar zij zijn week als lood. ~
13 1, 8 | maar in die van henzelf. Als enige wet hebben zij hun
14 2, 5 | bevelen en zijn leer moeten als een desem van goddelijke
15 2, 7 | zal worden aangerekend, als de huisvader enig tekort
16 2, 8 | van de Heer vrijuit gaat, als hij alle herderlijke zorg
17 2, 11 | 11 Als iemand dus het ambt van
18 2, 11 | op een tweevoudige wijze als leraar leiding geven; ~
19 2, 13 | wat hij zijn leerlingen als strijdig met Gods wet heeft
20 2, 23 | grondregel die de Apostel geeft, als hij zegt: "Berisp, dring
21 2, 26 | verhelen, maar ze, zo goed als hij kan, met wortel en al
22 2, 28 | echter make hij, onmiddellijk als ze iets misdoen, gebruik
23 2, 38 | rekenschap zal moeten geven als hij broeders onder zijn
24 2, 39 | aan het onderzoek, dat hem als herder te wachten staat
25 3, 1 | 1 Telkens als er in het klooster iets
26 3, 7 | alles de Regel te volgen als hun meester, en niemand
27 3, 10 | 10 Als iemand dit waagt, ondergaat
28 4, 42 | 42 Als men in zichzelf iets goed
29 4, 43 | kwaad daarentegen altijd als zijn eigen werk erkennen
30 4, 61 | bevelen van de abt,~ ook als deze - wat verre zij - zelf
31 4, 76 | 76 Als wij ze dag en nacht zonder
32 5, 8 | handen, laten hun werk, ook als het niet af is, liggen en
33 5, 9 | 9 Als het ware in één ogenblik
34 5, 17 | 17 Als daarentegen een leerling
35 6, 2 | wijst de profeet erop, dat als men goede gesprekken soms
36 6, 3 | voor een gesprek, zelfs als het goede, heilige en vruchtbare
37 7, 3 | hij zich hiervoor wacht, als hij zegt: "Heer, mijn hart
38 7, 4 | Maar wat zou er gebeuren als ik niet nederig dacht, als
39 7, 4 | als ik niet nederig dacht, als ik mijzelf zou verheffen?
40 7, 4 | ik mijzelf zou verheffen? Als een kind, dat niet meer
41 7, 5 | 5 Daarom, broeders, als wij de toppen van de hoogste
42 7, 5 | nederigheid willen bereiken, als wij snel willen komen tot
43 7, 8 | hier op aarde; zij zal, als ons hart nederig is geworden,
44 7, 18 | 18 Bezorgd als hij dan ook moet zijn om
45 7, 18 | zijn vóór zijn aanschijn, als ik op mijn hoede ben voor
46 7, 21 | eigen wil niet te doen, als wij ons willen hoeden voor
47 7, 22 | 22 en als wij tevens met schrik bedenken
48 7, 26 | 26 Als dus de ogen van de Heer
49 7, 28 | 28 en als bovendien de engelen die
50 7, 35 | beoefenen van de gehoorzaamheid, als men harde en onaangename
51 7, 38 | gebracht en beschouwt men ons als schapen voor de slachtbank". ~
52 7, 42 | geduld het gebod des Heren: als men hen op de wang slaat,
53 7, 42 | bieden zij ook de andere aan; als iemand hun kleed rooft,
54 7, 42 | hem ook nog hun mantel; als men hen dwingt één mijl
55 7, 49 | alles wat men hem opdraagt als een onbekwaam en onwaardig
56 7, 50 | geworden en zonder inzicht; als een lastdier ben ik voor
57 7, 59 | De dwaas schatert het uit als hij lacht".~
58 9, 5 | 5 Als deze gezongen zijn en het
59 9, 8 | boeken van het Oude zowel als van het Nieuwe Testament:
60 11, 5 | responsories op dezelfde manier als boven.~
61 11, 7 | 7 Als ook het vers gezongen is
62 11, 10 | 10 Als die geëindigd is, antwoorden
63 11, 11 | kracht, 's zomers zowel als 's winters; ~
64 13, 1 | ochtendgetijden gevierd als volgt:~
65 15, 1 | alleluia zowel bij de psalmen als bij de responsories. ~
66 16, 2 | zeven zullen wij waar maken, als wij de plichten van onze
67 17, 6 | 6 Als de gemeenschap wat talrijker
68 17, 6 | de psalmen met antifoon, als ze daarentegen gering in
69 17, 8 | litanie en het Onze Vader, dat als slotgebed dient.~
70 18, 22 | dringen wij hierop aan: als iemand deze psalmverdeling
71 18, 25 | 25 als wij immers lezen, dat onze
72 19, 2 | zonder enige twijfel geloven, als wij deelnemen aan het dienstwerk
73 20, 1 | 1 Als wij aan hooggeplaatste mensen
74 20, 5 | 5 Maar als er in gemeenschap gebeden
75 21, 1 | 1 Als de gemeente talrijk is,
76 21, 5 | 5 Als er onder deze dekenen iemand
77 21, 6 | 6 en als hij zich niet wil beteren,
78 22, 3 | 3 Als het mogelijk is, slapen
79 22, 5 | messen niet bij zich hebben als zij slapen, om te voorkomen
80 22, 8 | 8 Als zij opstaan om naar het
81 23 | 23 OVER DE EXCOMMUNICATIE ALS STRAF VOOR OVERTREDINGEN~ ~
82 23, 1 | hoogmoedig of ontevreden is, of als hij verzet pleegt en minachting
83 23, 3 | 3 Als hij zich niet betert, wordt
84 23, 4 | 4 Als hij zelfs hierna niet tot
85 24, 3 | 3 Als dus een broeder schuldig
86 24, 6 | 6 dat wil zeggen: als de broeder bijvoorbeeld
87 24, 6 | hij op het negende uur; als de broeders eten op het
88 25, 1 | maakt, wordt zowel van tafel als van het koor uitgesloten. ~
89 26, 1 | 1 Als een broeder zich zonder
90 27, 2 | daarom moet hij alleszins als een verstandig arts te werk
91 27, 3 | die de wankele broeder als het ware in het geheim komen
92 28, 1 | 1 Als een broeder herhaaldelijk
93 28, 2 | 2 Als hij zich dan nog niet betert
94 28, 3 | 3 als hij compressen heeft aangewend,
95 28, 6 | 6 Als hij ook op deze wijze niet
96 29, 1 | uit het klooster, moet, als hij wil terugkeren, eerst
97 31, 1 | 1 Als kellenaar van het klooster
98 31, 2 | maar godvrezend; hij moet als een vader zijn voor de gehele
99 31, 10 | klooster moet hij beschouwen als vaatwerk dat aan de altaardienst
100 31, 13 | nederig weten te zijn; en als hij iemand niets geven kan,
101 31, 17 | 17 Als de gemeente talrijk is,
102 32, 3 | en wat hij terugkrijgt, als de broeders elkaar in die
103 32, 4 | 4 Als iemand het bezit van het
104 33, 6 | iets het zijn noemen" of als zodanig beschouwen.~
105 33, 8 | 8 Als hij zich niet betert krijgt
106 34, 7 | 7 Als iemand hierop betrapt wordt,
107 35, 5 | 5 Als de gemeente talrijk is,
108 35, 9 | die zijn week beëindigt als hij die zijn week begint. ~
109 35, 12 | weekbeurt hebben, krijgen, als er maar één maaltijd is,
110 35, 17 | 17 Als hij die de week beëindigt
111 36, 1 | werkelijk gediend worden als Christus in eigen persoon, ~
112 36, 8 | is; de gezonden, vooral als het jonge broeders zijn,
113 38, 4 | 4 En dan, als hij de zegen heeft ontvangen,
114 38, 4 | ontvangen, begint hij zijn taak als lezer. ~
115 38, 9 | 9 Wel zou de overste, als hij dat wenst, een kort
116 39, 3 | alle broeders toereikend en als er fruit of jonge groenten
117 39, 4 | wanneer er één maaltijd is, als wanneer er middagmaal en
118 39, 7 | 7 als maar vóór alles onmatigheid
119 39, 8 | christen verwacht wordt als onmatigheid, ~
120 40, 3 | 3 Als wij nu rekening houden met
121 41, 2 | zomer moeten de monniken, als ze geen werk op het land
122 41, 4 | aangehouden voor de hoofdmaaltijd als er werk op het land te doen
123 42, 5 | 5 Als het daarentegen een vastendag
124 42, 8 | 8 Als allen bijeen zijn, worden
125 42, 9 | 9 Als iemand erop betrapt wordt
126 43, 4 | 4 Als iemand in de nachtgetijden
127 43, 6 | 6 Als het werk Gods geëindigd
128 43, 8 | 8 Want als ze buiten de bidplaats zouden
129 43, 15 | 15 Als hij zich in het vervolg
130 43, 19 | 19 En verder: als iemand iets door de overste
131 44, 1 | uitgesloten, moet, telkens als de viering van het werk
132 44, 4 | 4 Als de abt hem laat roepen en
133 44, 7 | hij zich in alle getijden, als het werk Gods besloten wordt,
134 45, 1 | 1 Als iemand fouten maakt, terwijl
135 46, 1 | 1 Als iemand bij een of ander
136 46, 5 | 5 Als het echter over een zonde
137 48, 3 | september verrichten de broeders als ze 's morgens de primen
138 48, 5 | stilte rusten op hun bed; als iemand soms liever voor
139 48, 7 | 7 Als de plaatselijke gesteldheid
140 48, 8 | dan echte monniken zijn, als zij van het werk van hun
141 48, 12 | zijn werk om klaar te staan als het tweede teken weerklinkt. ~
142 48, 20 | 20 Als hij zich niet betert, ondergaat
143 48, 23 | 23 Als iemand echter zo onverschillig
144 49, 4 | juiste manier gebeuren, als wij paal en perk stellen
145 49, 4 | stellen aan onze ondeugden en als wij ons toeleggen op het
146 49, 9 | zijn geestelijke vader zal als aanmatiging en ijdele eer
147 49, 9 | worden aangerekend en niet als verdienste. ~
148 50, 4 | zichzelf bidden zo goed als zij kunnen en niet nalaten
149 51, 1 | klooster te eten, zelfs niet als iemand hem dat met aandrang
150 51, 2 | opdracht toe gegeven heeft. 3 Als hij anders mocht handelen,
151 52, 4 | 4 Maar ook als iemand op een ander moment
152 52, 5 | bedoeling niet heeft, mag als het werk Gods geëindigd
153 53, 1 | moeten worden ontvangen als Christus zelf, want Hij
154 53, 1 | zal eens zeggen: "Ik kwam als gast en gij hebt Mij opgenomen". ~
155 53, 13 | verricht zowel door de abt als door de gehele gemeente ~
156 54, 2 | 2 Ook als zijn eigen familieleden
157 54, 3 | 3 Als de abt goedvindt dat men
158 55, 6 | verder aparte werkkleding en als schoeisel kousen en schoenen.~
159 55, 14 | 14 Zowel hun kovels als hun tunieken moeten wat
160 55, 15 | 15 Als beddegoed is voldoende een
161 55, 17 | 17 Als men bij iemand iets vindt
162 57, 1 | 1 Als er in het klooster ambachtslieden
163 57, 2 | 2 Als iemand van hen verwaand
164 57, 4 | 4 Als men iets moet verkopen van
165 58, 3 | 3 Als de aangekomene dus blijft
166 58, 9 | 9 Als hij belooft te blijven,
167 58, 10 | waaronder je wil dienen; als je haar kunt onderhouden,
168 58, 10 | onderhouden, treed dan in; als je het niet kunt, ga dan
169 58, 14 | 14 En als hij na rijp beraad belooft,
170 58, 18 | zal hij weten, dat hij, als hij ooit anders mocht handelen,
171 58, 20 | eigenhandig, of anders, als hij niet schrijven kan,
172 58, 21 | 21 Als hij het heeft neergelegd,
173 58, 23 | dag af wordt hij beschouwd als lid van de gemeente. ~
174 58, 24 | 24 Als hij iets bezit moet hij
175 58, 28 | 28 Als hij namelijk ooit - wat
176 59, 1 | 1 Als iemand van aanzienlijke
177 59, 4 | 4 Of als zij dit niet willen doen,
178 59, 4 | klooster willen aanbieden als een verdienstelijk werk, ~
179 59, 5 | vruchtgebruik ervan aan zichzelf, als zij dat wensen.~
180 60, 2 | 2 Maar als hij beslist en met volharding
181 60, 4 | slotgebed zeggen, maar alleen als de abt het hem toestaat.~
182 60, 8 | 8 Als iemand uit de lagere geestelijkheid
183 60, 9 | 9 maar alleen als ook zij beloven de Regel
184 61, 1 | 1 Als een vreemde monnik uit verre
185 61, 1 | verre streken aankomt en als gast in het klooster wil
186 61, 2 | 2 en als hij genoegen neemt met de
187 61, 4 | 4 Maar als hij op een redelijke wijze
188 61, 5 | men tijdens zijn verblijf als gast zijn manier van leven
189 61, 6 | 6 Als er tijdens zijn verblijf
190 61, 6 | er tijdens zijn verblijf als gast gebleken is, dat hij
191 61, 6 | men hem niet alleen niet als lid opnemen in de kloosterfamilie, ~
192 61, 8 | 8 Maar als hij niet zo is dat men hem
193 61, 11 | 11 Als de abt ziet dat hij het
194 61, 12 | dan hun intrede meebrengt, als hij ziet dat hun gedrag
195 62, 1 | 1 Als een abt zich een priester
196 62, 6 | 6 behalve als hij zijn dienstwerk doet
197 62, 6 | dienstwerk doet aan het altaar of als de keuze van de gemeente
198 62, 8 | 8 Als hij anders durft te handelen
199 62, 10 | 10 Als hij ook dan nog niet tot
200 63, 11 | 11 Als ze elkaar aanspreken mag
201 63, 13 | 13 De abt, die als vertegenwoordiger van Christus
202 63, 15 | 15 Steeds als de broeders elkaar ontmoeten
203 64, 1 | van een abt moet altijd als grondregel gelden, dat ofwel
204 64, 6 | rijk loon zullen ontvangen, als zij het doen met onzelfzuchtige
205 64, 6 | anderzijds zouden bezondigen, als zij het nalieten.~
206 64, 12 | 12 Als hij moet straffen, zal hij
207 64, 12 | iedere overdrijving, want als men al te hardhandig het
208 64, 18 | heilige Jacob, die zeide: "Als ik mijn kudde nog langer
209 64, 20 | Vooral moet hij even goed als de anderen in alles deze
210 64, 21 | 21 dan zal hij, als hij zijn taak goed volbracht
211 65, 12 | 12 Als het mogelijk is moet men -
212 65, 14 | 14 Als de plaatselijke omstandigheden
213 65, 18 | 18 Als deze prior blijk geeft behept
214 65, 19 | 19 Als hij zich niet betert, wordt
215 65, 20 | 20 Als hij zelfs dan nog niet tot
216 65, 21 | 21 Als hij zich daarna nog niet
217 66, 5 | 5 Als hij hulp nodig heeft krijgt
218 66, 8 | enkele broeder onwetendheid als uitvlucht kan voorwenden.~ ~ ~
219 67, 3 | thuiskomst in alle getijden, als het Werk Gods besloten wordt,
220 67, 6 | 6 Als iemand dit toch waagt, wordt
221 68 | Hoofdstuk 68 ALS EEN BROEDER IETS ONMOGELIJKS
222 68, 2 | 2 Als hij ziet dat de zwaarte
223 68, 4 | 4 Als na die uiteenzetting de
224 69, 1 | durft verdedigen of hem als het ware in bescherming
225 69, 2 | 2 zelfs niet als zij enigermate door bloedverwantschap
226 69, 4 | 4 Als iemand dit voorschrift overtreedt,
227 71, 5 | 5 Als iemand neiging blijkt te
228 71, 7 | 7 of als hij merkt, dat een van de
229 71, 9 | 9 Als hij te hooghartig is om
230 72, 5 | zwakheden, lichamelijke zowel als morele, met het grootste
|