bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 Prol, 6 | tijde moeten wij Hem dan ook met zijn eigen gaven, die Hij
2 Prol, 9 | goddelijk licht, moeten wij met een aandachtig oor luisteren
3 Prol, 21| dan onze lendenen omgorden met het geloof en met de trouw
4 Prol, 21| omgorden met het geloof en met de trouw in het volbrengen
5 Prol, 23| ondervragen wij de Heer zelf met de woorden van de profeet: "
6 Prol, 26| spreekt in zijn hart; die met zijn tong geen bedrog pleegt;~
7 Prol, 28| iets influistert, samen met zijn influisteringen wegstoot
8 Prol, 30| die in hen werkt, door met de profeet te zeggen: "Niet
9 Prol, 33| handelt, hem vergelijk Ik met een verstandig man, die
10 Prol, 36| worden de dagen van dit leven met het oog op een verbetering
11 Prol, 41| aan de Heer, dat Hij ons met de hulp van zijn genade
12 Prol, 49| zich het hart en snelt men met een onuitsprekelijk blije
13 1, 4 | 4 met de steun van de gemeenschap
14 1, 5 | in de woestijn, zijn zij met de steun van God sterk genoeg
15 1, 5 | zonder andermans hulp, alleen met eigen hand en arm veilig
16 1, 7 | 7 Doordat zij met hun werken de wereld trouw
17 1, 8 | 8 Zij leven met tweeën of drieën of zelfs
18 1, 13 | willen nu ertoe overgaan om met Gods hulp een regel op te
19 2, 1 | en de naam van overste met daden waar maken. ~
20 2, 2 | klooster, want hij wordt met diens naam genoemd ~
21 2, 9 | 9 Dan kan hij met de profeet tot de Heer zeggen: "
22 2, 12 | goed en heilig is meer nog met daden dan met woorden duidelijk
23 2, 12 | is meer nog met daden dan met woorden duidelijk maken,
24 2, 13 | leerlingen als strijdig met Gods wet heeft voorgehouden,
25 2, 22 | echter wel rekening houdt met hun verdiensten.~
26 2, 24 | omstandigheden afwisselend met dreigementen en met vriendelijkheid
27 2, 24 | afwisselend met dreigementen en met vriendelijkheid te werk
28 2, 25 | karakters daarentegen moet hij met aandrang opwekken om nog
29 2, 26 | ze, zo goed als hij kan, met wortel en al uitroeien,
30 2, 28 | roede en lijfskastijding, met het oog op wat er geschreven
31 2, 28 | geschreven staat: "De dwaas is met woorden niet te verbeteren", ~
32 2, 29 | en verder: "Sla uw zoon met de roede en gij zult zijn
33 2, 31 | van velen. De een moet hij met milde goedheid tegemoet
34 2, 31 | tegemoet treden, een ander met terechtwijzingen, weer een
35 2, 31 | terechtwijzingen, weer een ander met overredingskracht, ~
36 2, 39 | 39 Zo zal hij altijd met vrees blijven denken aan
37 2, 39 | herder te wachten staat met betrekking tot de schapen
38 2, 40 | 40 en door anderen met zijn vermaningen beter te
39 3, 6 | dient ook deze laatste alles met beleid en billijkheid te
40 3, 9 | of buiten het klooster met zijn abt te redetwisten. ~
41 3, 11 | kant echter moet alles doen met de vreze Gods en met inachtneming
42 3, 11 | doen met de vreze Gods en met inachtneming van de Regel,
43 3, 13 | geschreven staat: "Doe alles met raad, dan hoeft het u later
44 4, 1 | God de Heer liefhebben met geheel zijn hart, met geheel
45 4, 1 | liefhebben met geheel zijn hart, met geheel zijn ziel, met al
46 4, 1 | hart, met geheel zijn ziel, met al zijn kracht.~
47 4, 23 | 23 Niet met zijn misnoegdheid bezig
48 4, 28 | 28 met hart en mond de waarheid
49 4, 29 | 29 Geen kwaad met kwaad vergelden.~
50 4, 46 | 46 Met heel de drang van zijn hart
51 4, 57 | vroegere zonden dagelijks met tranen en zuchten~ in het
52 4, 62 | maar het eerst zijn, om met meer recht zo genoemd te
53 4, 73 | zonsondergang weer verzoenen met wie men onenigheid heeft.~
54 4, 78 | werkplaats waar wij dit alles met toeleg moeten doen, is de
55 5, 9 | ogenblik volgen de beide dingen met de snelheid die voortkomt
56 5, 14 | traag, niet onverschillig of met gemopper of tegenspraak
57 5, 17 | daarentegen een leerling met tegenzin gehoorzaamt, en
58 5, 17 | gehoorzaamt, en niet alleen met de mond, maar zelfs alleen
59 6, 1 | bewaken om niet te zondigen met mijn tong. Ik heb bij mijn
60 6, 7 | overste, dan vraagt men het met alle nederigheid en eerbiedige
61 7, 12 | hetzij in gedachten, hetzij met woorden, in handel en wandel,
62 7, 22 | 22 en als wij tevens met schrik bedenken wat er over
63 7, 43 | 43 met de Apostel Paulus verdragen
64 7, 45 | Schrift spoort ons hiertoe aan met de woorden: "Openbaar de
65 7, 49 | bestaat hierin, dat de monnik met het allerarmste en allergeringste
66 7, 50 | Want hij zegt bij zichzelf met de profeet: "Ik ben tot
67 7, 51 | hierin, dat men niet alleen met de mond zegt de laatste
68 7, 52 | Men vernedert zich en zegt met de profeet: "Ik echter ben
69 7, 60 | lachen, nederig en ernstig, met weinige en weloverwogen
70 7, 65 | tollenaar het uit Evangelie, die met neergeslagen ogen sprak: "
71 7, 66 | 66 En met de profeet zegt hij: "Ik
72 7, 68 | hij alles wat hij eerst met een zekere angst volbracht,
73 9, 2 | 2 Daarop volgt psalm 3 met "Eer aan de Vader". ~
74 9, 3 | 3 Hierna psalm 94 met antifoon of anders zonder
75 9, 4 | hymne; daarna zes psalmen met hun antifonen.~
76 9, 9 | 9 Na deze drie lessen met haar responsories volgen
77 9, 9 | andere zes psalmen, die met Alleluia gezongen worden. ~
78 11, 2 | zeiden - vier lessen gelezen met haar responsories, ~
79 11, 4 | psalmen in numerieke volgorde met hun antifonen evenals de
80 11, 5 | vier andere lessen gelezen met haar responsories op dezelfde
81 11, 6 | aangewezen. Deze kantieken worden met Alleluia gezongen. ~
82 11, 9 | Evangelie, waaronder allen staan met eerbied en ontzag. ~
83 12, 2 | wordt psalm 50 gezongen met alleluia. ~
84 13, 2 | komen voor psalm 50 die met antifoon gezongen wordt. ~
85 13, 9 | Deuteronomium, dat verdeeld wordt met twee maal "Eer aan de Vader". ~
86 15, 3 | Primen, Terts, Sext en Noon met alleluia gezongen, de Vespers
87 15, 3 | de Vespers daarentegen met antifoon. ~
88 15, 4 | responsories worden nooit met alleluia gezongen tenzij
89 17, 6 | is zingt men de psalmen met antifoon, als ze daarentegen
90 17, 7 | beperkt tot vier psalmen met hun antifonen. ~
91 18, 1 | haast u mij te helpen" met "Eer aan de Vader", vervolgens
92 18, 6 | nachtgetijden van de zondag altijd met psalm 20 beginnen.~
93 18, 9 | drie psalmen te beginnen met psalm 119 tot en met psalm
94 18, 9 | beginnen met psalm 119 tot en met psalm 127: dat zijn samen
95 18, 11 | zondag altijd weer begint met psalm 118.~
96 18, 14 | 14 met uitzondering van die welke
97 18, 14 | zeggen psalm 117 tot en met psalm 127 en bovendien psalm
98 18, 23 | het volledige psalmboek met zijn honderdvijftig psalmen
99 18, 24 | dan het boek der Psalmen met de gebruikelijke kantieken, ~
100 18, 25 | dat onze heilige Vaders, met ijver ditzelfde op één dag
101 19, 3 | profeet zegt: "Dient de Heer met vreze" ~
102 19, 4 | 4 en verder: "Zingt met begrip". ~
103 19, 7 | ons hart in harmonie is met onze stem.~ ~ ~
104 20, 1 | durven wij dit slechts doen met nederigheid en eerbied. ~
105 20, 2 | God van het heelal, bidden met de grootste nederigheid
106 21, 4 | volgens hun rang gekozen, maar met het oog op de verdienste
107 22, 2 | dat in overeenstemming is met de eisen van het monniksleven. ~
108 22, 3 | niet toelaat, slapen ze met tien of twintig tezamen
109 22, 3 | van de ouderlingen, die met de zorg over hen belast
110 22, 5 | slapen gekleed en omgord met een gordel of koord, maar
111 22, 6 | voor te zijn, maar altijd met inachtneming van de waardigheid
112 25, 2 | zich op enigerlei wijze met hem inlaten of met hem spreken. ~
113 25, 2 | wijze met hem inlaten of met hem spreken. ~
114 25, 6 | groet hem in het voorbijgaan met de zegenwens, en ook het
115 26 | ZONDER OPDRACHT INLATEN MET HEN DIE IN DE BAN ZIJN~ ~
116 26, 1 | dan ook durft in te laten met een broeder die in de ban
117 26, 1 | broeder die in de ban is of met hem durft spreken of hem
118 27, 5 | 5 De abt moet immers met de uiterste zorg ervoor
119 27, 5 | zorg ervoor waken en zich met al zijn ijver en scherpzinnigheid
120 27, 9 | 9 Met diens zwakheid had Hij zoveel
121 30, 3 | iets verkeerds doen, ofwel met streng vasten worden gestraft,
122 30, 3 | vasten worden gestraft, ofwel met gevoelige lijfstraffen getuchtigd
123 31, 7 | maar nederig weigere hij met opgave van redenen wat ten
124 31, 12 | daarentegen moet hij doen met gevoel voor maat en in overeenstemming
125 31, 12 | maat en in overeenstemming met de opdracht van de abt.~
126 31, 15 | hij mag zich niet inlaten met zaken, die hem verboden
127 31, 17 | hulp, zodat ook hijzelf met die bijstand gelijkmoedig
128 32, 2 | belast hij ieder van hen met het bewaren en opbergen
129 33, 1 | vooral moet in het klooster met wortel en al worden uitgeroeid: ~
130 34, 2 | rekening moet worden gehouden met zwakheden.~
131 35, 3 | gegeven, opdat zij het niet met tegenzin doen. ~
132 35, 6 | De overigen dienen elkaar met liefde. ~
133 35, 12 | rantsoen iets te drinken met wat brood, ~
134 36, 7 | afzonderlijk verblijf bestemd met een ziekenverpleger die
135 36, 10 | 10 Met de grootste zorg moet de
136 38, 11 | gebruikt hij dan zijn maaltijd met de broeders die in de keuken
137 39, 1 | negende uur plaats heeft. Dit met het oog op ieders zwakheden, ~
138 39, 2 | zijn maaltijd kan doen met het andere. ~
139 39, 8 | want niets is zo strijdig met wat van ieder christen verwacht
140 40, 2 | daarom durven wij slechts met een zekere angstvalligheid
141 40, 3 | Als wij nu rekening houden met het onvermogen van de zwakken,
142 40, 6 | tot verzadigens toe maar met mate; ~
143 40, 9 | daar dringen wij vooral met kracht op aan, dat de monniken
144 41, 2 | woensdag en vrijdag wachten met eten tot het negende uur. ~
145 41, 8 | lamplicht nodig heeft maar met alles nog bij daglicht klaarkomt.~
146 42, 2 | vastendag is of een dag met middagmaal de volgende regeling. ~
147 42, 3 | 3 Op een dag met middagmaal, gaan de broeders,
148 42, 7 | ieder, die nog bezig was met een opgedragen werk, zich
149 42, 11 | ook dat moet dan gebeuren met de grootste ernst en eerbiedige
150 43, 1 | handen heeft, en haast zich met spoed er naar toe, ~
151 43, 2 | 2 maar altijd met de nodige ernst om geen
152 43, 8 | zitten en de tijd doorbrengt met praten en zo de Boze een
153 44, 2 | 2 met zijn gezicht tegen de grond
154 47, 1 | zelf aan, ofwel hij belast met deze zorg een broeder, die
155 47, 4 | 4 Het moet gebeuren met nederigheid, ernst en grote
156 48, 1 | bepaalde tijden bezig zijn met handenarbeid en ook op bepaalde
157 48, 1 | en ook op bepaalde tijden met geestelijke lezing. ~
158 48, 9 | 9 Toch moet alles met mate geschieden omwille
159 48, 14 | van het derde uur bezig met hun lezing en tot aan het
160 48, 18 | die de tijd doorbrengt met niets doen of met praten,
161 48, 18 | doorbrengt met niets doen of met praten, in plaats van zich
162 48, 18 | praten, in plaats van zich met zijn lezing bezig te houden,
163 48, 21 | geen betrekkingen aanknopen met een andere broeder op uren
164 48, 22 | lezing, behalve zij die met de verschillende diensten
165 49, 6 | ieder uit eigen beweging en met de vreugde van de Heilige
166 49, 7 | schertsen; en laat hij dan met de vreugde van het verlangen,
167 49, 8 | abt voorleggen en het doen met diens gebed en toestemming, ~
168 49, 10 | Alles moet dan ook gebeuren met toestemming van de abt.~ ~ ~
169 50, 3 | zijn en buigen hun knieën met de vreze Gods.~
170 51, 1 | niet als iemand hem dat met aandrang zou vragen, ~
171 52, 4 | binnengaan en bidden, niet met luid geroep maar met tranen
172 52, 4 | niet met luid geroep maar met tranen en inzet van zijn
173 53, 3 | de broeders hem tegemoet met de meest liefdevolle voorkomendheid. ~
174 53, 4 | dan begroeten zij elkaar met de vredekus. ~
175 53, 11 | maar de broeders gaan door met hun gewone vasten.~
176 53, 17 | worden voor een jaar belast met de zorg voor deze keuken. ~
177 53, 21 | vreze Gods, wordt belast met het gastenverblijf;~
178 53, 22 | huis Gods moet door wijzen met wijsheid beheerd worden. ~
179 53, 23 | heeft, mag zich beslist niet met de gasten inlaten of met
180 53, 23 | met de gasten inlaten of met hen spreken. ~
181 53, 24 | hij geen verlof heeft om met een gast te spreken.~ ~ ~
182 55, 18 | ondeugd van de eigendom met wortel en al uit te roeien,
183 55, 21 | ook de abt rekening houden met de zwakheid van de behoeftigen,
184 55, 21 | van de behoeftigen, niet met de kwaadwilligheid van de
185 56, 1 | 1 De abt zit altijd aan met de gasten en de vreemdelingen. ~
186 57, 6 | allen die enig bedrog plegen met het kloostergoed.~
187 58, 6 | 6 Met hun zorg wordt een ouderling
188 58, 11 | teruggebracht, en opnieuw wordt hij met het grootste geduld op de
189 58, 18 | Hem verworpen zal worden met Wie hij de spot drijft.~
190 58, 26 | kleren en kleedt men hem met de kleren van het klooster. ~
191 59, 2 | 2 Samen met de offergave wikkelen zij
192 59, 3 | 3 Met betrekking tot hun bezittingen
193 59, 8 | de oorkonde op en samen met de offerande dragen zij
194 60, 2 | Maar als hij beslist en met volharding blijft aandringen,
195 61, 2 | en als hij genoegen neemt met de plaatselijke gebruiken
196 61, 3 | eenvoudigweg tevreden is met wat hij aantreft, wordt
197 61, 4 | op een redelijke wijze en met nederige liefde iets afkeurt
198 61, 6 | veeleisend is of behept met ondeugden, dan mag men hem
199 64, 1 | hoe klein dit ook zij maar met beter inzicht, gekozen is. ~
200 64, 3 | kiezen, die het eens is met haar wangedrag, ~
201 64, 6 | ontvangen, als zij het doen met onzelfzuchtige bedoelingen
202 64, 14 | integendeel: hij moet ze met beleid en liefde uitroeien
203 64, 17 | betrekking heeft, altijd moet hij met onderscheiding en met mate
204 64, 17 | hij met onderscheiding en met mate te werk gaan ~
205 64, 18 | kudde nog langer vermoei met lopen, zullen allen nog
206 64, 19 | ter harte nemen en alles met zoveel maatgevoel regelen,
207 65, 14 | op redelijke gronden en met nederigheid en de abt oordeelt
208 65, 15 | tot zijn prior, die hij met de raad van godvrezende
209 65, 16 | 16 Deze prior echter moet met eerbied dat ten uitvoer
210 65, 17 | de anderen geplaatst is, met des te groter nauwgezetheid
211 65, 18 | blijk geeft behept te zijn met ondeugden of zich door hoogmoed
212 66, 4 | 4 en met de volmaakte zachtmoedigheid,
213 66, 4 | hem zonder dralen te woord met de vurigheid van de liefde. ~
214 68, 1 | bevel van zijn lastgever met alle zachtmoedigheid en
215 69, 2 | enigermate door bloedverwantschap met elkaar verbonden zouden
216 70, 2 | gerechtigd is de gemeenschap met een van zijn broeders te
217 70, 5 | maar ook dit moet gebeuren met veel gevoel voor maat en
218 71, 4 | jongeren aan de oudere broeders met grote liefde en bereidwilligheid
219 72, 3 | moeten de monniken zich met de vurigste liefde toeleggen;
220 72, 5 | lichamelijke zowel als morele, met het grootste geduld verdragen; ~
221 72, 10 | 10 Hun abt beminnen zij met een oprechte en nederige
222 73, 1 | een begin gemaakt hebben met een monastieke levenswandel. ~
223 73, 8 | Wie u dan ook bent, u die met zoveel haast op weg bent
224 73, 8 | hemels vaderland: breng eerst met Christus' hulp deze bescheiden
|