bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 Prol, 7| 7 of wat nog erger is: als een
2 1, 8 | 8 Zij leven met tweeën of drieën of zelfs alleen zonder
3 1, 8 | leven met tweeën of drieën of zelfs alleen zonder herder,
4 1, 10| doortrekken en voor drie of vier dagen te gast blijven
5 2, 4 | abt niets leren, bepalen of bevelen wat tegen de wet
6 2, 20| 20 want "of men nu slaaf is of vrije
7 2, 20| want "of men nu slaaf is of vrije man, allen zijn wij
8 2, 21| verschillend beoordeeld worden, is, of wij beter blijken te zijn
9 2, 27| karakters geeft hij een of tweemaal een mondelinge
10 2, 33| niet uit het oog verliezen of van minder belang achten
11 3, 9 | om op een brutale manier, of buiten het klooster met
12 4, 53| Niet praten óm te praten of om de lachlust op te wekken.~
13 4, 54| van houden om voortdurend of luidruchtig te lachen.~
14 5, 3 | publiek beloofd hebben, of ook uit vrees voor de hel
15 5, 3 | ook uit vrees voor de hel of uit verlangen naar de heerlijkheid
16 5, 14| traag, niet onverschillig of met gemopper of tegenspraak
17 5, 14| onverschillig of met gemopper of tegenspraak wordt uitgevoerd. ~
18 7, 12| woorden, in handel en wandel, of ook door het volgen van
19 7, 27| kinderen der mensen om te zien, of er een verstandig is en
20 7, 30| Hij barmhartig is en wacht of wij niet tot inkeer willen
21 7, 35| onaangename dingen krijgt opgelegd of zelfs allerlei onrecht moet
22 7, 36| zich te laten ontmoedigen of het op te geven, omdat de
23 7, 63| op straat, op het land of waar dan ook, of hij zit,
24 7, 63| het land of waar dan ook, of hij zit, gaat of staat:
25 7, 63| dan ook, of hij zit, gaat of staat: altijd houdt hij
26 7, 68| hij het deed uit gewoonte of uit natuurlijke aandrift. ~
27 8, 3 | het boek van de psalmen of van de lessen moeten leren
28 9, 3 | Hierna psalm 94 met antifoon of anders zonder onderbreking
29 11, 12| 12 of het moest ongelukkigerwijs
30 11, 12| want dan moeten de lessen of responsories wat worden
31 21, 5 | zijn, die zich door een of andere vorm van hoogmoed
32 22, 3 | toelaat, slapen ze met tien of twintig tezamen in gezelschap
33 22, 5 | en omgord met een gordel of koord, maar zo, dat zij
34 23, 1 | ongehoorzaam, hoogmoedig of ontevreden is, of als hij
35 23, 1 | hoogmoedig of ontevreden is, of als hij verzet pleegt en
36 24, 1 | maat van de excommunicatie of van tuchtmaatregelen worden
37 24, 4 | koor mag hij geen psalm of antifoon aanheffen, en ook
38 25, 2 | enigerlei wijze met hem inlaten of met hem spreken. ~
39 26, 1 | broeder die in de ban is of met hem durft spreken of
40 26, 1 | of met hem durft spreken of hem een boodschap doet toekomen, ~
41 28, 2 | zich dan nog niet betert of zich zelfs ongelukkigerwijze
42 29 | Hoofdstuk 29 OF BROEDERS DIE UIT HET KLOOSTER
43 30, 2 | Daarom moeten kinderen of jonge monniken of zij, die
44 30, 2 | kinderen of jonge monniken of zij, die niet in staat zijn
45 31, 19| zijn gemoedsrust verliest of gegriefd wordt.~ ~ ~
46 32, 4 | klooster laat vervuilen of er slordig mee omgaat, krijgt
47 33 | Hoofdstuk 33 OF DE MONNIKEN IETS IN EIGENDOM
48 33, 2 | verlof van de abt iets geven of aannemen ~
49 33, 5 | abt hun niet heeft gegeven of toegestaan.~
50 33, 6 | mag iets het zijn noemen" of als zodanig beschouwen.~
51 34 | Hoofdstuk 34 OF ALLEN VOLGENS EEN GELIJKE
52 34, 6 | zelfs maar in een woord of uiting de kop opsteekt.~
53 35, 1 | keukendienst, tenzij hij ziek is of in beslag genomen door bezigheden
54 36, 10| niet door de kellenaars of de verplegers worden verwaarloosd,
55 38, 5 | tafel niemands gefluister of stem gehoord wordt buiten
56 38, 7 | vraagt hij het door een of ander teken te laten horen
57 38, 8 | iets vragen over de lezing of over iets anders; dit om
58 38, 12| 12 De broeders lezen of zingen niet op de rij af,
59 39, 1 | voor de dagelijks maaltijd, of die nu op het zesde of het
60 39, 1 | of die nu op het zesde of het negende uur plaats heeft.
61 39, 3 | toereikend en als er fruit of jonge groenten voorhanden
62 40, 5 | omstandigheden, het zware werk of de hitte van de zomer meer
63 40, 5 | geen gevallen van overdaad of dronkenschap voorkomen. ~
64 40, 8 | krijgen is, maar veel minder of helemaal niets, moeten zij
65 41, 4 | werk op het land te doen is of wanneer de hitte van de
66 41, 9 | iedere tijd van het jaar, of er apart avondmaal is of
67 41, 9 | of er apart avondmaal is of slechts één maaltijd, het
68 42, 2 | gelang het een vastendag is of een dag met middagmaal de
69 42, 3 | hen leest de "Gesprekken" of de "Levens der Vaders" of
70 42, 3 | of de "Levens der Vaders" of iets anders dat de toehoorders
71 42, 4 | Maar niet de Heptateuch of de boeken van de Koningen,
72 42, 6 | 6 Men leest vier of vijf bladzijden of zoveel
73 42, 6 | vier of vijf bladzijden of zoveel de tijd toelaat. ~
74 42, 10| de gasten dit meebrengt of wanneer de abt misschien
75 42, 10| misschien iemand nog een of andere opdracht zou moeten
76 43 | DEGENEN DIE BIJ HET WERK GODS OF AAN TAFEL TE LAAT KOMEN~ ~
77 43, 5 | het laatst van allen staan of op de afzonderlijke plaats
78 43, 7 | hebben, dat zij op de laatste of op een afzonderlijke plaats
79 43, 8 | naar bed gaat en slaapt, of anders buiten blijft zitten
80 43, 14| wie dus uit nalatigheid of schuld niet op tijd is,
81 43, 18| veroorloven voor de gestelde tijd of daarna iets - wat dan ook -
82 43, 18| wat dan ook - te eten of te drinken. ~
83 43, 19| hij eerst geweigerd heeft of iets anders, volstrekt niets
84 44, 6 | hij mag geen psalm, les of iets anders in de bidplaats
85 45, 1 | responsorie, een antifoon of een les voordraagt, en zich
86 46, 1 | 1 Als iemand bij een of ander werk, in de keuken,
87 46, 1 | bij de beoefening van een of ander ambacht of waar dan
88 46, 1 | van een of ander ambacht of waar dan ook een fout maakt, ~
89 46, 2 | 2 of iets breekt of verliest,
90 46, 2 | 2 of iets breekt of verliest, of zich aan iets
91 46, 2 | iets breekt of verliest, of zich aan iets anders schuldig
92 46, 5 | voor de abt blootleggen of voor een van de geestelijke
93 48, 7 | plaatselijke gesteldheid of hun armoede van dien aard
94 48, 17| 17 Vooral moeten ook een of twee ouderlingen worden
95 48, 18| 18 en toe te zien of er misschien een lusteloze
96 48, 18| doorbrengt met niets doen of met praten, in plaats van
97 48, 23| echter zo onverschillig of lusteloos is, dat hij niet
98 48, 23| lusteloos is, dat hij niet wil of niet kan studeren of lezen,
99 48, 23| wil of niet kan studeren of lezen, wordt hem iets te
100 48, 24| 24 Zieke of zwakke broeders krijgen
101 48, 24| broeders krijgen iets te doen of te maken dat van dien aard
102 48, 24| de overmatige inspanning of weglopen. ~
103 50 | BIDPLAATS HUN WERK HEBBEN OF DIE OP REIS ZIJN~ ~
104 50, 2 | 2 de abt maakt uit of dit inderdaad zo is -, ~
105 51, 1 | Een broeder, die voor een of andere boodschap uitgestuurd
106 52, 1 | mag er verder niets doen of opbergen. ~
107 53, 6 | van alle gasten die komen of vertrekken.~
108 53, 7 | Door het hoofd te buigen of zich plat ter aarde te werpen
109 53, 8 | daarna houdt de overste of wie deze het heeft opgedragen
110 53, 23| niet met de gasten inlaten of met hen spreken. ~
111 53, 24| 24 Ontmoet hij er of ziet hij er, dan groet hij
112 54 | Hoofdstuk 54 OF EEN MONNIK BRIEVEN OF IETS
113 54 | 54 OF EEN MONNIK BRIEVEN OF IETS ANDERS IN ONTVANGST
114 54, 1 | om van zijn familieleden of van wie dan ook, ook niet
115 54, 1 | brieven gewijde voorwerpen of andere geschenkjes aan te
116 54, 1 | geschenkjes aan te nemen of ze te geven zonder verlof
117 55, 5 | kovel, 's zomers een gladde of versletene -, ~
118 55, 7 | 7 Over de kleur of de grofheid van al deze
119 55, 7 | verblijven te krijgen zijn of dingen die goedkoop kunnen
120 56, 3 | hij moet wel altijd een of twee ouderlingen bij de
121 58, 2 | zegt: "Beproef de geesten, of ze uit God zijn". ~
122 58, 3 | te laten gedurende vier of vijf dagen geduldig te verdragen
123 58, 7 | moet zorgvuldig toezien of de kandidaat werkelijk God
124 58, 7 | kandidaat werkelijk God zoekt, of hij ijver heeft voor het
125 58, 16| vrij heeft kunnen weigeren of aannemen.~
126 58, 20| schrijft hij eigenhandig, of anders, als hij niet schrijven
127 59 | KINDEREN VAN AANZIENLIJKEN OF ARMEN DIE WORDEN OPGEDRAGEN~ ~
128 59, 3 | bemiddeling van een voogd of op welke andere wijze ook
129 59, 3 | wijze ook iets zullen geven of ook maar een kans laten
130 59, 4 | 4 Of als zij dit niet willen
131 60, 6 | sprake is van een benoeming of een andere aangelegenheid, ~
132 61, 4 | nederige liefde iets afkeurt of een opmerking maakt, dient
133 61, 4 | bij zichzelf na te gaan, of de Heer hem wellicht niet
134 61, 6 | is, dat hij veeleisend is of behept met ondeugden, dan
135 61, 12| rangen van de priesters of geestelijken kan de abt
136 61, 13| nemen zonder toestemming of aanbevelingsbrieven van
137 62, 1 | een abt zich een priester of diaken wil laten wijden,
138 62, 2 | wachte zich voor inbeelding of hoogmoed ~
139 62, 6 | dienstwerk doet aan het altaar of als de keuze van de gemeente
140 63, 4 | volgorde die hij vaststelt of die de broeders zelf al
141 63, 5 | leeftijd de rangorde bepalen of onjuist beïnvloeden,~
142 63, 7 | hogere rang heeft aangewezen of die hij om bepaalde redenen
143 63, 8 | gekomen is, welke leeftijd of waardigheid hij overigens
144 64, 4 | dit wangedrag zou op een of andere manier bekend worden
145 64, 4 | bisdom die plaats ligt, of aan de abten en christenen
146 64, 16| 16 Hij mag niet gejaagd of angstig zijn, niet overdreven
147 64, 16| angstig zijn, niet overdreven of koppig, niet jaloers of
148 64, 16| of koppig, niet jaloers of al te achterdochtig, want
149 64, 17| geeft hij zijn bevelen, en of de opdracht die hij geeft
150 65, 14| omstandigheden het zouden vereisen of de gemeente vraagt erom
151 65, 16| te doen wat tegen de wil of de regeling van de abt ingaat, ~
152 65, 18| behept te zijn met ondeugden of zich door hoogmoed laat
153 65, 18| tot een verwaand gedrag, of wanneer hij bewijst de Regel
154 66, 3 | Zodra dan iemand aanklopt of een arme om hulp roept,
155 66, 3 | antwoordt hij: "God zij dank" of "Zegen mij", ~
156 67, 4 | onderweg iets verkeerds gezien of gehoord of naar nutteloze
157 67, 4 | verkeerds gezien of gehoord of naar nutteloze praat geluisterd
158 67, 5 | buiten het klooster gezien of gehoord heeft, want dat
159 67, 7 | maar ergens heen te gaan, of het een of ander te doen,
160 67, 7 | heen te gaan, of het een of ander te doen, wat voor
161 68, 1 | eens ooit iets moeilijks of onmogelijks wordt opgedragen,
162 68, 3 | hooghartigheid, tegenstand of tegenspraak. ~
163 69, 1 | een ander durft verdedigen of hem als het ware in bescherming
164 70, 2 | zijn broeders te verbreken of hem te slaan, tenzij hij
165 71, 3 | 3 Een bevel van de abt of van de door hem aangestelde
166 71, 6 | een broeder door de abt of door wie van de ouderen
167 71, 6 | van de ouderen ook op een of andere manier terechtgewezen
168 71, 7 | 7 of als hij merkt, dat een van
169 71, 7 | wat geprikkeld over hem is of slechts een weinig verstoord, ~
170 71, 9 | aan den lijve gestraft, of zelfs, wanneer hij weerspannig
171 73, 4 | 4 Of welk boek van de heilige,
|