bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 Prol, 32| hij: "Als iemand roemt, moet hij roemen op de Heer". ~
2 2 | WELKE HOEDANIGHEDEN DE ABT MOET BEZITTEN~ ~
3 2, 1 | staan van een klooster, moet altijd bedenken, hoe men
4 2, 6 | 6 Altijd moet de abt bedenken, dat zijn
5 2, 7 | 7 De abt moet goed weten dat het de herder
6 2, 11 | ambt van abt aanvaardt, moet hij zijn leerlingen op een
7 2, 12 | 12 dat wil zeggen: hij moet hun al wat goed en heilig
8 2, 13 | wet heeft voorgehouden, moet hij hun ook door zijn eigen
9 2, 22 | 22 Allen moet hij dan ook gelijkelijk
10 2, 23 | 23 Anderzijds moet de abt zich in zijn onderricht
11 2, 24 | vriendelijkheid te werk moet gaan, nu eens de gestrengheid
12 2, 25 | ongedurige geesten eerder streng moet berispen; gehoorzame, zachtaardige
13 2, 25 | geduldige karakters daarentegen moet hij met aandrang opwekken
14 2, 30 | 30 Altijd moet de abt bedenken wat hij
15 2, 30 | hoe men hem noemt, en hij moet goed weten, dat van hem,
16 2, 31 | gesteltenis van velen. De een moet hij met milde goedheid tegemoet
17 2, 33 | 33 Bovenal moet hij het heil van de zielen
18 2, 34 | 34 Hij moet juist altijd bedenken, dat
19 2, 37 | op zich neemt, zich klaar moet maken om rekenschap te geven. ~
20 2, 38 | 38 Daarom moet hij ervan overtuigd zijn,
21 3, 1 | iets belangrijks gebeuren moet, roept de abt de gehele
22 3, 11 | abt van zijn kant echter moet alles doen met de vreze
23 5, 2 | 2 Zij moet eigen zijn aan hen die niets
24 6, 2 | terwille van de zwijgzaamheid moet achterwege laten, men dus
25 6, 2 | men dus zeker de slechte moet vermijden omwille van de
26 7, 13 | 13 Want de mens moet overtuigd zijn, dat God
27 7, 18 | Bezorgd als hij dan ook moet zijn om niet te zondigen
28 7, 35 | of zelfs allerlei onrecht moet verduren, zwijgend en welbewust
29 7, 38 | tegenkantingen voor de Heer moet verdragen, legt zij hun,
30 10, 1 | Pasen tot begin november moet men het volle aantal psalmen,
31 11, 2 | Voor deze nachtgetijden moet men binnen de volgende maat
32 11, 13 | 13 Er moet echter zorgvuldig gewaakt
33 11, 13 | Mocht het toch gebeuren, dan moet hij door wiens nalatigheid
34 20, 2 | 2 Hoeveel te meer dan moet men tot de Heer, de God
35 20, 4 | 4 Het gebed moet dan ook kort en zuiver zijn,
36 20, 5 | gemeenschap gebeden wordt, moet het gebed heel kort zijn,
37 22, 4 | 4 In dat vertrek moet er voortdurend tot aan de
38 24 | MAATSTAVEN DE EXCOMMUNICATIE MOET WORDEN TOEGEPAST~ ~
39 24, 1 | de ernst van het misdrijf moet ook de maat van de excommunicatie
40 25, 3 | 3 Hij moet geheel alleen zijn bij het
41 27 | 27 HOEZEER DE ABT BEZORGD MOET ZIJN VOOR HEN DIE IN DE
42 27, 1 | 1 De grootste zorg moet de abt besteden aan de broeders
43 27, 2 | 2 En daarom moet hij alleszins als een verstandig
44 27, 4 | zegt: "De liefde voor hem moet nog groeien", en door allen
45 27, 4 | groeien", en door allen moet voor hem gebeden worden.~
46 27, 5 | 5 De abt moet immers met de uiterste zorg
47 27, 6 | 6 Want hij moet goed weten, dat hij de zorg
48 28, 1 | gedaan te zijn, niet betert, moet er een gevoeliger straf
49 28, 2 | wat een verstandige arts moet doen: ~
50 28, 4 | moeite vruchteloos blijft dan moet hij ook nog het sterkste
51 29, 1 | heengaat uit het klooster, moet, als hij wil terugkeren,
52 29, 3 | Wanneer hij nogmaals heengaat, moet men hem zo tot driemaal
53 29, 3 | opnieuw opnemen, maar hij moet wel weten, dat hem nadien
54 30 | KINDEREN VAN JEUGDIGE LEEFTIJD MOET STRAFFEN~ ~
55 30, 1 | leeftijd en begripsvermogen moet men op een aangepaste wijze
56 31 | KELLENAAR VAN HET KLOOSTER MOET BEZITTEN~ ~
57 31, 2 | 2 maar godvrezend; hij moet als een vader zijn voor
58 31, 7 | onredelijks komen vragen, dan moet hij hem niet grieven door
59 31, 9 | 9 Bijzonder veel zorg moet hij besteden aan de zieken,
60 31, 10 | en bezit van het klooster moet hij beschouwen als vaatwerk
61 31, 12 | verspilt; alles daarentegen moet hij doen met gevoel voor
62 31, 13 | 13 Hij moet vooral nederig weten te
63 31, 13 | iemand niets geven kan, moet hij hem minstens een vriendelijk
64 31, 18 | verstrekt wat verstrekt moet worden en gevraagd wat gevraagd
65 31, 18 | en gevraagd wat gevraagd moet worden, ~
66 32, 1 | en allerlei andere dingen moet de abt broeders aanstellen,
67 33, 1 | 1 Dit kwaad vooral moet in het klooster met wortel
68 34, 2 | maar wel dat er rekening moet worden gehouden met zwakheden.~
69 34, 6 | 6 Vóór alles moet voorkomen worden, dat het
70 34, 7 | iemand hierop betrapt wordt, moet hij een bijzonder strenge
71 36, 1 | Vóór alles en boven alles moet men zorg dragen voor de
72 36, 6 | 6 De abt moet derhalve de grootste zorg
73 36, 8 | gelegenheid om een bad te nemen moet de zieken geboden worden,
74 36, 10 | 10 Met de grootste zorg moet de abt ervoor waken, dat
75 37, 1 | die van de kinderen, toch moet ook het gezag van de Regel
76 37, 2 | 2 Altijd moet hun zwakheid in aanmerking
77 37, 3 | 3 Integendeel, men moet ten hunnen opzichte een
78 38, 1 | gedurende de hele week te lezen moet op zondag zijn dienst ingaan. ~
79 38, 5 | 5 Er moet een volstrekt stilzwijgen
80 40, 5 | overste, die echter altijd moet toezien, dat er geen gevallen
81 41, 5 | 5 Hij moet alles zo weten te regelen
82 41, 9 | maaltijd, het uur ervan moet zo geregeld worden, dat
83 42, 11 | 11 Maar ook dat moet dan gebeuren met de grootste
84 43, 6 | het werk Gods geëindigd is moet hij door een openlijke voldoening
85 43, 12 | 12 Maar ook dan moet de schuldige er nog voldoening
86 43, 16 | 16 maar moet hij afgezonderd van het
87 44, 1 | van tafel is uitgesloten, moet, telkens als de viering
88 44, 7 | 7 Bovendien moet hij zich in alle getijden,
89 46, 5 | uiteraard verborgen is, moet hij die alleen voor de abt
90 46, 5 | eigen en andermans wonden moet genezen zonder ze open te
91 47, 4 | 4 Het moet gebeuren met nederigheid,
92 48, 5 | zichzelf wat wil lezen, moet hij zo lezen, dat een ander
93 48, 9 | 9 Toch moet alles met mate geschieden
94 48, 25 | 25 Hun onvermogen moet door de abt in aanmerking
95 49, 1 | 1 Eigenlijk moet het leven van de monnik
96 49, 8 | Wat ieder wil aanbieden moet hij wel aan zijn abt voorleggen
97 49, 10 | 10 Alles moet dan ook gebeuren met toestemming
98 52, 1 | 1 De bidplaats moet zijn wat de naam zegt, en
99 53 | Hoofdstuk 53 HOE MEN GASTEN MOET ONTVANGEN~ ~
100 53, 6 | wijze van begroeten zelf moet getuigen van grote nederigheid
101 53, 7 | plat ter aarde te werpen moet men Christus in hen aanbidden,
102 53, 15 | van armen en vreemdelingen moet men de grootste zorg besteden,
103 53, 22 | voldoende aantal bedden moet daar altijd gereed staan.
104 53, 22 | staan. En het huis Gods moet door wijzen met wijsheid
105 55, 8 | 8 Wel moet de abt op de maat letten,
106 55, 11 | méér heeft, is overdaad en moet verwijderd worden. ~
107 55, 18 | wortel en al uit te roeien, moet de abt alles verstrekken
108 55, 20 | 20 Maar de abt moet altijd deze tekst uit de
109 55, 21 | 21 Zo moet ook de abt rekening houden
110 56, 3 | 3 Maar hij moet wel altijd een of twee ouderlingen
111 57, 4 | 4 Als men iets moet verkopen van wat de ambachtslieden
112 57, 8 | 8 maar men moet juist alles iets goedkoper
113 58, 7 | 7 Hij moet zorgvuldig toezien of de
114 58, 8 | waardoor men tot God gaat moet hem worden voorgehouden.~
115 58, 15 | 15 Maar hij moet goed weten, dat de wet van
116 58, 17 | zijn opname in de gemeente moet hij in het koor in het bijzijn
117 58, 19 | 19 Van deze belofte moet hij een oorkonde opmaken,
118 58, 24 | 24 Als hij iets bezit moet hij het ofwel van te voren
119 60, 2 | volharding blijft aandringen, moet hij weten, dat hij de wet
120 60, 5 | onderworpen is; maar veeleer moet hij aan allen steeds weer
121 61, 5 | blijvend zou willen vestigen, moet men deze wens niet afwijzen,
122 61, 7 | 7 maar men moet hem zelfs beleefd te verstaan
123 61, 7 | geven, dat hij vertrekken moet, om te voorkomen dat door
124 61, 8 | zo is dat men hem de deur moet wijzen, zal men hem niet
125 61, 9 | 9 maar moet men zelfs trachten hem te
126 62, 3 | dan vroeger onderworpen moet zijn aan de tucht van de
127 62, 7 | 7 Maar ook dan moet hij weten, dat hij zich
128 62, 11 | 11 maar dan moet zijn hardnekkigheid toch
129 63, 3 | 3 maar hij moet altijd bedenken, dat hij
130 63, 8 | klooster is aangekomen, moet hij weten dat hij jonger
131 63, 14 | 14 Zelf moet hij zich dit goed bewust
132 64, 1 | het aanstellen van een abt moet altijd als grondregel gelden,
133 64, 7 | die tot abt is aangesteld moet altijd bedenken, welke last
134 64, 8 | 8 hij moet goed weten dat hij veeleer
135 64, 8 | goed weten dat hij veeleer moet dienen dan heersen. ~
136 64, 9 | 9 Daarom moet hij goed onderlegd zijn
137 64, 9 | naar voren te brengen. Ook moet hij onbaatzuchtig, matig
138 64, 12 | 12 Als hij moet straffen, zal hij voorzichtig
139 64, 14 | zeggen, dat hij de ondeugden moet laten voortwoekeren; integendeel:
140 64, 14 | voortwoekeren; integendeel: hij moet ze met beleid en liefde
141 64, 15 | 15 Daarbij moet hij er zich op toeleggen
142 64, 17 | betrekking heeft, altijd moet hij met onderscheiding en
143 64, 20 | 20 Vooral moet hij even goed als de anderen
144 65, 12 | 12 Als het mogelijk is moet men - zoals wij dat boven
145 65, 16 | 16 Deze prior echter moet met eerbied dat ten uitvoer
146 65, 17 | te groter nauwgezetheid moet hij zich houden aan de voorschriften
147 65, 22 | 22 Wel moet de abt eraan denken, dat
148 66, 2 | 2 Deze portier moet zijn verblijf hebben bij
149 66, 6 | Indien het mogelijk is moet het klooster zó zijn ingericht,
150 68, 1 | onmogelijks wordt opgedragen, moet hij niettemin het bevel
151 69, 1 | 1 Men moet ervoor waken, dat in het
152 70, 1 | 1 Men moet in het klooster iedere gelegenheid
153 70, 5 | 5 maar ook dit moet gebeuren met veel gevoel
154 71, 1 | goed van de gehoorzaamheid moet niet alleen door allen ten
155 71, 8 | 8 dan moet hij zich onmiddellijk zonder
156 72 | GOEDE IJVER DIE DE MONNIKEN MOET BEZIELEN~ ~
|