bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1 Prol, 2 | terug te keren van wie u zich door de slapheid van de
2 Prol, 3 | 3 Tot u richten zich nu mijn woorden, wie u ook
3 Prol, 34| staken op en zij stortten zich op dat huis, maar het viel
4 Prol, 38| de zondaar, maar dat hij zich bekere en leve".~
5 Prol, 49| in het geloof, verruimt zich het hart en snelt men met
6 1, 5 | 5 Nadat zij zich in de gelederen van de broeders
7 2, 10 | schapen overweldigen die zich niets van zijn zorgen hebben
8 2, 23 | 23 Anderzijds moet de abt zich in zijn onderricht steeds
9 2, 26 | en al uitroeien, zodra ze zich voordoen, indachtig de dood
10 2, 31 | moeilijke en zware taak hij op zich genomen heeft: om namelijk
11 2, 31 | namelijk zielen te leiden en zich dienstbaar te maken aan
12 2, 32 | 32 en zich zó volgens ieders geaardheid
13 2, 32 | aan elkeen aanpassen en zich zó naar hem plooien, dat
14 2, 32 | geen schade lijdt, maar zich veeleer over de groei van
15 2, 34 | het bestuur van zielen op zich heeft genomen, en dat hij
16 2, 35 | bestaansmiddelen, dient hij zich te herinneren, dat er geschreven
17 2, 37 | de leiding van zielen op zich neemt, zich klaar moet maken
18 2, 37 | van zielen op zich neemt, zich klaar moet maken om rekenschap
19 3, 9 | 9 Ook mag niemand zich veroorloven om op een brutale
20 4, 12 | 12 zich niet vastklampen aan het
21 4, 20 | 20 Zich verre houden van een wereldse
22 4, 56 | 56 Zich dikwijls ter aarde buigen
23 4, 58 | 58 Zich voortaan van die zonden
24 4, 73 | 73 Zich vóór zonsondergang weer
25 5, 12 | en begeerten, maar laten zich leiden door het oordeel
26 5, 13 | Ongetwijfeld richten juist zij zich naar dat woord van de Heer,
27 5, 19 | hij het weer goed maakt en zich betert.~ ~ ~
28 7, 1 | Schrift roept ons toe: "Alwie zich verheft zal vernederd, en
29 7, 1 | verheft zal vernederd, en wie zich vernedert zal verheven worden". ~
30 7, 3 | maakt ons duidelijk, dat hij zich hiervoor wacht, als hij
31 7, 12 | Te allen tijde wachte men zich voor zonden en misstappen
32 7, 32 | 32 Maar men richt zich in zijn doen en laten naar
33 7, 34 | dat men uit liefde tot God zich in volledige gehoorzaamheid
34 7, 36 | 36 en volhoudt zonder zich te laten ontmoedigen of
35 7, 49 | allergeringste tevreden is en zich bij alles wat men hem opdraagt
36 7, 52 | 52 Men vernedert zich en zegt met de profeet: "
37 7, 64 | 64 Steeds is hij zich de schuld van zijn zonden
38 8, 4 | tussenpoos, waarin de broeders zich omwille van de behoeften
39 13, 13 | ons zoals wij vergeven", zich zuiveren van een dergelijk
40 14, 2 | die dag. Maar men houdt zich aan de orde van dienst zoals
41 18, 24 | in de dienst waaraan zij zich gewijd hebben tonen zich
42 18, 24 | zich gewijd hebben tonen zich monniken, die in de loop
43 20, 4 | zuiver zijn, tenzij men zich door een verlangen, ingegeven
44 21, 5 | zou blijken te zijn, die zich door een of andere vorm
45 21, 6 | 6 en als hij zich niet wil beteren, wordt
46 22, 5 | zij hun messen niet bij zich hebben als zij slapen, om
47 22, 5 | te voorkomen dat zij er zich in hun slaap mee verwonden. ~
48 22, 6 | zonder weifelen op en haasten zich naar het werk Gods, waarbij
49 23, 3 | 3 Als hij zich niet betert, wordt hij publiek
50 24, 4 | tafel is uitgesloten heeft zich aan het volgende te houden:
51 25, 1 | broeder daarentegen, die zich aan een ernstig vergrijp
52 25, 2 | Niemand van de broeders mag zich op enigerlei wijze met hem
53 26 | Hoofdstuk 26 OVER DEGENEN DIE ZICH ZONDER OPDRACHT INLATEN
54 26, 1 | 1 Als een broeder zich zonder opdracht van de abt
55 27, 5 | uiterste zorg ervoor waken en zich met al zijn ijver en scherpzinnigheid
56 27, 6 | zorg voor zieke zielen op zich genomen heeft en geen heerschappij
57 28 | HERHAALDELIJK GESTRAFT ZIJN EN ZICH NIET WILLEN BETEREN~ ~
58 28, 1 | vergrijp gestraft is en zich zelfs na in de ban gedaan
59 28, 2 | 2 Als hij zich dan nog niet betert of zich
60 28, 2 | zich dan nog niet betert of zich zelfs ongelukkigerwijze
61 29, 1 | eerst beloven, dat hij zich geheel zal beteren van de
62 31, 5 | 5 Hij houdt zich aan wat hem bevolen wordt. ~
63 31, 8 | zijn taak goed volbrengt, zich een goede plaats verwerft". ~
64 31, 15 | toevertrouwd; maar hij mag zich niet inlaten met zaken,
65 32, 5 | 5 Indien hij zich niet betert, ondergaat hij
66 33, 8 | 8 Als hij zich niet betert krijgt hij een
67 34, 4 | meer nodig heeft vernedere zich om zijn zwakheid en ga niet
68 35, 15 | die haar beëindigen werpen zich 's zondags onmiddellijk
69 36, 9 | beter zijn, moeten zij allen zich weer volgens de gewone regel
70 38, 1 | de eerste de beste, die zich van het boek meester maakt
71 39, 11 | 11 Allen moeten zich tenslotte volstrekt onthouden
72 40, 4 | uithoudingsvermogen geeft om er zich van te onthouden, die mogen
73 40, 9 | op aan, dat de monniken zich onthouden van iedere vorm
74 42, 7 | met een opgedragen werk, zich bij de anderen. ~
75 43, 1 | onder handen heeft, en haast zich met spoed er naar toe, ~
76 43, 7 | moeten gaan staan, is dat zij zich, omdat zij door allen gezien
77 43, 9 | niet alles te missen en zich in het vervolg te beteren.~
78 43, 11 | 11 en zij mogen zich beslist niet bij het koor
79 43, 15 | 15 Als hij zich in het vervolg niet betert,
80 43, 16 | voldoening heeft gebracht en zich gebeterd heeft. ~
81 43, 18 | 18 Ook mag niemand zich veroorloven voor de gestelde
82 43, 19 | niets krijgen, totdat hij zich naar behoren gebeterd heeft.~ ~ ~
83 44, 1 | bidplaats beëindigd wordt, zich zonder iets te zeggen vóór
84 44, 4 | komt weer binnen, werpt hij zich neer voor de voeten van
85 44, 7 | 7 Bovendien moet hij zich in alle getijden, als het
86 45, 1 | of een les voordraagt, en zich niet ter plaatse voor de
87 46, 2 | iets breekt of verliest, of zich aan iets anders schuldig
88 46, 3 | de abt en de gemeente en zich van zijn fout beschuldigt, ~
89 47, 3 | door hem die in staat is zich van die taak zo te kwijten,
90 48, 14 | veertigdaagse vasten houden zij zich van 's morgens vroeg tot
91 48, 18 | met praten, in plaats van zich met zijn lezing bezig te
92 48, 20 | 20 Als hij zich niet betert, ondergaat hij
93 50, 4 | zij kunnen en niet nalaten zich te kwijten van het dienstwerk
94 51, 1 | terugverwacht in zijn klooster, mag zich niet veroorloven om buiten
95 52, 5 | werk Gods geëindigd is, zich niet in de bidplaats ophouden,
96 53, 7 | Door het hoofd te buigen of zich plat ter aarde te werpen
97 53, 23 | opdracht toe heeft, mag zich beslist niet met de gasten
98 55, 7 | zaken moeten de monniken zich niet druk maken, maar ze
99 55, 16 | doorzocht, want er zouden zich dingen in kunnen bevinden
100 55, 16 | kunnen bevinden die men zich heeft toegeëigend. ~
101 57, 3 | opnieuw in terug, tenzij hij zich vernederd heeft en de abt
102 57, 4 | wier handen het gaat er zich voor wachten enig bedrog
103 58, 1 | Wanneer een nieuweling zich voor het monniksleven komt
104 58, 23 | Daarna gaat de nieuwe broeder zich voor de voeten van allen
105 60, 5 | 5 Zonder dat mag hij zich volstrekt niets aanmatigen,
106 60, 9 | Regel te onderhouden en zich blijvend te vestigen.~ ~ ~
107 61, 5 | 5 Indien hij zich later blijvend zou willen
108 61, 13 | 13 Maar de abt wachte er zich wel voor ooit een monnik
109 62, 1 | 1 Als een abt zich een priester of diaken wil
110 62, 2 | gewijde van zijn kant wachte zich voor inbeelding of hoogmoed ~
111 62, 3 | 3 en veroorlove zich niets tenzij wat de abt
112 62, 7 | moet hij weten, dat hij zich te houden heeft aan de regeling
113 62, 9 | na vaak berispt te zijn, zich niet betert, dan wordt tenslotte
114 62, 11 | van die aard zijn, dat hij zich niet wil onderwerpen en
115 63, 14 | 14 Zelf moet hij zich dit goed bewust zijn en
116 63, 14 | dit goed bewust zijn en zich zó gedragen, dat hij zulk
117 64, 6 | ijver voor God, zoals zij zich anderzijds zouden bezondigen,
118 64, 7 | bedenken, welke last hij op zich genomen heeft en aan wie
119 64, 15 | 15 Daarbij moet hij er zich op toeleggen eerder bemind
120 65, 2 | gebracht worden: zij wanen zich een tweede abt, eigenen
121 65, 2 | een tweede abt, eigenen zich wederrechtelijk de macht
122 65, 17 | groter nauwgezetheid moet hij zich houden aan de voorschriften
123 65, 18 | te zijn met ondeugden of zich door hoogmoed laat verleiden
124 65, 19 | 19 Als hij zich niet betert, wordt hij onderworpen
125 65, 21 | 21 Als hij zich daarna nog niet rustig en
126 66, 6 | werkplaatsen voor de ambachten zich binnen het klooster bevindt, ~
127 67, 1 | op reis te gaan, bevelen zich aan in het gebed van alle
128 67, 3 | reis terugkeren, moeten zij zich op de dag zelf van hun thuiskomst
129 67, 5 | 5 Niemand mag zich veroorloven aan een ander
130 69, 3 | Hieraan mogen de monniken zich beslist niet schuldig maken,
131 70, 6 | 6 Wie zich dan ook zonder opdracht
132 70, 6 | veroorlooft, en zelfs wie zich tegenover kinderen onbeheerst
133 71, 8 | 8 dan moet hij zich onmiddellijk zonder te wachten
134 72, 3 | ijver nu moeten de monniken zich met de vurigste liefde toeleggen;
135 72, 8 | onbaatzuchtige wijze leggen zij zich toe op de broederliefde. ~
|