Chapter, Verse
1 Prol, 5 | nu reeds tot zijn zonen heeft willen rekenen in de toekomst
2 Prol, 6 | die Hij ons geschonken heeft, gehoorzamen; anders zou
3 Prol, 11| 11 en verder: "Wie oren heeft om te horen, hij hore wat
4 Prol, 21| naar zijn Rijk geroepen heeft.~
5 Prol, 33| die zijn huis op een rots heeft gebouwd: ~
6 Prol, 50| hetgeen Hij ons geleerd heeft, maar in zijn leer tot aan
7 2, 8 | herderlijke zorg besteed heeft aan een onrustige en ongehoorzame
8 2, 8 | mogelijke wijzen getracht heeft hun ziekelijk gedrag te
9 2, 13 | als strijdig met Gods wet heeft voorgehouden, moet hij hun
10 2, 31 | taak hij op zich genomen heeft: om namelijk zielen te leiden
11 2, 34 | bestuur van zielen op zich heeft genomen, en dat hij over
12 3, 5 | hij het beste geoordeeld heeft. ~
13 4, 73 | verzoenen met wie men onenigheid heeft.~
14 4, 76 | uitbetalen, dat Hijzelf beloofd heeft:~
15 4, 77 | 77 "Geen oog heeft gezien en geen oor heeft
16 4, 77 | heeft gezien en geen oor heeft gehoord,~ wat God bereid
17 4, 77 | gehoord,~ wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben".~
18 5, 5 | Heer: "Op het eerste gehoor heeft hij Mij gehoorzaamd". ~
19 5, 13 | van Hem die Mij gezonden heeft".~
20 5, 15 | God zelf bewezen, want Hij heeft gezegd: "Wie u hoort, hoort
21 6, 5 | 5 en elders: "De tong heeft macht over dood en leven". ~
22 6, 7 | 7 Heeft men dan ook iets te vragen
23 7, 9 | ziel, en in die stijlen heeft Gods roeping verschillende
24 7, 11 | gedachten houdt wat God bevolen heeft. Men overweegt dan voortdurend
25 7, 24 | slechte begeerte, want de dood heeft postgevat bij de drempel
26 7, 25 | 25 Daarom heeft de Schrift ons bevolen: "
27 7, 32 | van Hem die Mij gezonden heeft". ~
28 7, 39 | toedoen van Hem die ons heeft liefgehad". ~
29 7, 44 | het verborgene bedreven heeft zonder iets te verbergen
30 7, 67 | van nederigheid beklommen heeft, zal hij die liefde tot
31 11, 6 | de profeten, die de abt heeft aangewezen. Deze kantieken
32 11, 7 | vers gezongen is en de abt heeft de zegen gegeven, worden
33 11, 10 | toe". Nadat hij de zegen heeft gegeven, beginnen de ochtendgetijden.~
34 16, 3 | over deze uren van de dag heeft gezegd: "Zevenmaal daags
35 23, 2 | zoals onze Heer dat bevolen heeft eenmaal en andermaal onder
36 24, 4 | aan tafel is uitgesloten heeft zich aan het volgende te
37 24, 4 | lezen, totdat hij voldoening heeft gebracht. ~
38 25, 5 | hem geschikt geoordeeld heeft. ~
39 27, 6 | zieke zielen op zich genomen heeft en geen heerschappij voor
40 28, 3 | 3 als hij compressen heeft aangewend, de zalf van zijn
41 29, 1 | zijn weggaan veroorzaakt heeft; ~
42 31, 15 | waarmee de abt hem belast heeft, is aan zijn zorg toevertrouwd;
43 33, 5 | hebben dat de abt hun niet heeft gegeven of toegestaan.~
44 34, 3 | op dit punt minder nodig heeft danke God en zij niet ontstemd; ~
45 34, 4 | wie daarentegen meer nodig heeft vernedere zich om zijn zwakheid
46 35, 10 | voor zijn werk gekregen heeft levert hij schoon en in
47 35, 17 | dit vers driemaal herhaald heeft en de zegen ontvangen heeft,
48 35, 17 | heeft en de zegen ontvangen heeft, volgt hij die zijn week
49 35, 18 | nadat hij de zegen ontvangen heeft, begint hij zijn weekdienst.~ ~ ~
50 36, 2 | daar deze immers gezegd heeft: "Ik was ziek en gij hebt
51 38, 1 | maar iemand die opdracht heeft om gedurende de hele week
52 38, 4 | En dan, als hij de zegen heeft ontvangen, begint hij zijn
53 38, 10 | 10 De broeder die de week heeft om te lezen, ontvangt alvorens
54 39, 1 | of het negende uur plaats heeft. Dit met het oog op ieders
55 40, 1 | 1 "Ieder heeft zijn eigen gave van God
56 41, 8 | maaltijd geen lamplicht nodig heeft maar met alles nog bij daglicht
57 43, 1 | zodra hij het teken gehoord heeft, alles neer wat hij onder
58 43, 1 | neer wat hij onder handen heeft, en haast zich met spoed
59 43, 5 | voor dit soort nalatigen heeft aangewezen, zodat ze door
60 43, 16 | wordt, totdat hij voldoening heeft gebracht en zich gebeterd
61 43, 16 | gebracht en zich gebeterd heeft. ~
62 43, 19 | wat hij eerst geweigerd heeft of iets anders, volstrekt
63 43, 19 | zich naar behoren gebeterd heeft.~ ~ ~
64 44, 3 | dat hij voldoening gegeven heeft. ~
65 44, 5 | op de plaats die de abt heeft vastgesteld; ~
66 45, 2 | hij niet door nederigheid heeft willen goedmaken wat hij
67 45, 2 | nalatigheid verkeerd gedaan heeft. ~
68 47, 1 | Gods, overdag en 's nachts, heeft de abt zorg te dragen: ofwel
69 47, 1 | op de juiste uren plaats heeft.~
70 47, 4 | die de abt ermee belast heeft.~ ~ ~
71 51, 2 | er opdracht toe gegeven heeft. 3 Als hij anders mocht
72 52, 5 | dergelijke bedoeling niet heeft, mag als het werk Gods geëindigd
73 53, 5 | aangeboden voordat men gebeden heeft, om alle bedrog van de duivel
74 53, 8 | overste of wie deze het heeft opgedragen hen gezelschap.~
75 53, 20 | 20 heeft men hulp nodig dan krijgt
76 53, 20 | nodig dan krijgt men die, heeft men daarentegen niets te
77 53, 23 | Wie er geen opdracht toe heeft, mag zich beslist niet met
78 53, 24 | zeggende, dat hij geen verlof heeft om met een gast te spreken.~ ~ ~
79 54, 3 | het in ontvangst neemt, heeft deze nog het recht om het
80 55, 2 | 2 want in koude streken heeft men meer nodig, in warme
81 55, 10 | tunieken en twee kovels heeft (om van kleren te kunnen
82 55, 11 | 11 Alles wat men méér heeft, is overdaad en moet verwijderd
83 55, 16 | kunnen bevinden die men zich heeft toegeëigend. ~
84 55, 17 | niet van de abt gekregen heeft, ondergaat hij een zeer
85 55, 18 | verstrekken wat men nodig heeft, ~
86 57, 3 | tenzij hij zich vernederd heeft en de abt het weer goed
87 58, 7 | God zoekt, of hij ijver heeft voor het werk Gods, voor
88 58, 16 | zo langdurig beraad vrij heeft kunnen weigeren of aannemen.~
89 58, 21 | 21 Als hij het heeft neergelegd, heft de novice
90 58, 27 | 27 De kleren die men hem heeft uitgetrokken worden in de
91 58, 29 | die de abt van het altaar heeft meegenomen, mag hij niet
92 59, 6 | moge blijven. De ervaring heeft ons in deze iets geleerd.~
93 60, 8 | geestelijkheid eenzelfde verlangen heeft om in het klooster te worden
94 61, 4 | juist tot dat doel gezonden heeft.~
95 61, 5 | gast zijn manier van leven heeft kunnen leren kennen. ~
96 62, 7 | dat hij zich te houden heeft aan de regeling die voor
97 63, 7 | rijp beraad een hogere rang heeft aangewezen of die hij om
98 63, 7 | redenen op een lagere plaats heeft teruggezet, behouden allen
99 64, 1 | Gods, eenstemmig gekozen heeft; ofwel hij, die slechts
100 64, 7 | last hij op zich genomen heeft en aan wie hij rekenschap
101 64, 17 | tijdelijke dingen betrekking heeft, altijd moet hij met onderscheiding
102 64, 21 | zijn taak goed volbracht heeft, van de Heer mogen vernemen
103 65, 13 | enkeling geen reden meer heeft tot zelfverheffing, omdat
104 65, 15 | godvrezende broeders daartoe heeft uitgekozen. ~
105 66, 5 | 5 Als hij hulp nodig heeft krijgt de portier een jongere
106 67, 5 | klooster gezien of gehoord heeft, want dat kan een heel grote
107 70, 2 | daartoe volmacht gekregen heeft van de abt. ~
108 71, 3 | aangestelde gezagsdragers heeft vanzelfsprekend voorrang -
109 73, 2 | 2 Wie intussen haast heeft om tot de volle ontplooiing
110 73, 2 | dit leven te geraken, hij heeft de leer van de heilige Vaders,
|