Frequency - Word Form
   7 vaak
   1 vaatwerk
  20 vader
   1 vaderen
   1 vaderland
   7 vaders
   1 vakbekwaam
   1 vakkennis
   1 vallen
   1 vals
   1 valse
   1 valsheid
   2 valt
 590 van
   1 vanaf
   2 vandaag
   1 vandaar
   3 vanuit
   1 vanwege
   1 vanzelf
   1 vanzelfsprekend
   2 vaste
  16 vasten
   3 vastendag
   9 vastgesteld
   9 vastgestelde
   1 vasthoudt
   1 vastklampen
   2 vaststellen
   1 vaststelt
   9 veel
   6 veeleer
   1 veeleisend
   1 veeleisendheid
   1 veelheid
   7 veertigdaagse
   2 veilig
   1 velen
   3 ver
   1 veracht
   1 verachten
   1 verachting
   1 verantwoordelijkheid
   2 verantwoording
   1 verbergen
   1 verbeteren
   2 verbetering
   1 verbittering
   7 verblijf
   2 verblijven
   1 verboden
   1 verbond
   1 verbonden
   3 verborgen
   1 verborgene
   1 verbreken
   4 verdedigen
   3 verdeeld
   1 verdeeldheid
   1 verdeelt
  18 verder
   1 verderfelijk
   1 verdienen
   2 verdienste
   2 verdienstelijk
   2 verdiensten
   3 verdient
   1 verdraag
   6 verdragen
   2 verduren
   1 verdwaald
   1 vereisen
   1 vereist
   1 vergankelijke
   1 vergeef
   1 vergelden
   2 vergelding
   1 vergelijk
   1 vergetelheid
   2 vergeven
   1 vergiffenis
   2 vergrijp
   5 vergrijpen
   1 verheerlijken
   1 verheerlijkt
   1 verheffen
   2 verheft
   1 verhelen
   1 verheugen
   1 verheven
   1 verhief
   1 verhinderen
   1 verhoopt
   1 verhoord
   1 verhopen
   1 verkeerd
   2 verkeerds
   1 verkeren
   2 verkiest
   1 verkiezen
   1 verkondigd
   2 verkondigen
   1 verkopen
   1 verkwikken
   1 verkwistend
   1 verkwister
   1 verlaat
   8 verlangen
   3 verlangens
   1 verlangt
   6 verlaten
   1 verleiden
   1 verlengd
   2 verliest
   1 verliezen
   5 verlof
   1 verloochenen
   2 verloop
   1 verloren
   1 verlos
   1 vermag
   1 vermanend
   4 vermaningen
   1 vermeden
   1 vermijde
   5 vermijden
   1 vermoei
   1 vermogend
   5 vernederd
   1 vernedere
   3 vernedert
   1 vernemen
   1 vernomen
   1 veronachtzamen
   1 veroorlooft
   1 veroorlove
   4 veroorloven
   1 veroorzaakt
   1 verplegers
   1 verplicht
   1 verplichting
   7 verre
   1 verricht
   8 verrichten
   1 verrichtten
   1 verruimt
  27 vers
   1 verschaft
   1 verschenen
   1 verschijnen
   1 verschillend
   6 verschillende
   1 verschrikkelijke
   2 verschuldigd
   1 verslaafd
   1 versleten
   1 versletene
   1 versmaad
   1 versneden
   1 versperd
   1 verspilt
   1 verstaan
   1 verstaat
   1 verstand
   3 verstandig
   2 verstandige
   1 verstoord
   1 verstoordheid
   1 verstoten
   1 verstrekken
   3 verstrekt
   2 vertegenwoordiger
   1 vertellen
   1 vertoornde
   1 vertraging
   3 vertrek
   2 vertrekken
   1 vertrouw
   1 vertrouwen
   1 vertrouwend
   1 vervat
   2 vervolg
   7 vervolgens
   1 vervolging
   1 vervroegd
   1 vervuilen
   1 vervuld
   2 vervullen
   3 verwaand
   1 verwaarloosd
   1 verwaarlozen
   1 verwaarlozing
   2 verwacht
   1 verwachting
   1 verwarring
   2 verwensen
   2 verwerft
   1 verwezenlijkt
   1 verwijder
   3 verwijderd
   1 verwijderen
   2 verwijdert
   1 verwoesting
   1 verwonden
   2 verworpen
   1 verzadigens
   1 verzen
   1 verzet
   3 verzoek
   1 verzoenen
   1 vesperpsalmen
   7 vespers
   2 vestigen
   1 vet
   1 viel
  13 vier
   6 vierde
   1 viering
   1 viervoeters
   1 vijand
   2 vijanden
   2 vijf
   1 vijfde
   1 vijftiende
   2 vinden
   9 vindt
   1 vlam
   8 vlees
   1 vlek
   1 vlug
   1 voeding
   3 voedsel
   2 voegen
   2 voegt
   1 voelt
   4 voert
   2 voet
   6 voeten
   3 voetwassing
   2 vol
   2 volbracht
   4 volbrengen
   2 volbrengt
   6 voldoende
  17 voldoening
   1 volge
  13 volgen
   4 volgende
  21 volgens
   5 volgorde
   8 volgt
   1 volhard
   2 volharden
   2 volhardend
   1 volharding
   1 volhoudt
   1 volk
   1 volkomen
   2 volle
   3 volledige
   1 volmaakt
   2 volmaakte
   1 volmaaktheid
   1 volmacht
  10 volstrekt
   1 volwassen
   1 voogd
 183 voor
  11 vóór
   1 voorafgaande
  10 vooral
   1 vooraleer
   4 voorbeeld
   1 voorbeelden
   2 voorbehouden
   1 voorbij
   1 voorbijgaan
   4 voordat
   1 voordelig
   1 voordoen
   1 voordraagt
   2 voorgehouden
   4 voorgelezen
   1 voorgeschreven
   1 voorgevallen
   1 voorgoed
   1 voorhanden
   1 voorhoudt
  13 voorkomen
   1 voorkomendheid
   2 voorkomt
   2 voorleggen
   1 voorname
   1 voornoemde
   1 voorraadkamer
   2 voorrang
   2 voorschrift
   2 voorschriften
   5 voort
   2 voortaan
   5 voortdurend
   3 voortgang
   2 voortkomt
   1 voortspoeden
   1 voortwoekeren
   1 voorwaar
   1 voorwaarden
   1 voorwenden
   2 voorwendsel
   1 voorwerp
   2 voorwerpen
   1 voorzichtig
   2 voorzien
   1 voorzingt
   3 voren
   3 vorm
   1 vormt
   2 vraag
  10 vraagt
  11 vragen
   3 vrede
   3 vredekus
   1 vredeskus
   2 vreemde
   3 vreemdelingen
   5 vrees
   3 vreugde
  10 vreze
   5 vrezen
   1 vriend
   1 vriendelijk
   1 vriendelijkheid
   4 vrij
   1 vrijdag
   1 vrijdags
   3 vrije
   1 vrijgeborene
   1 vrijgesteld
   1 vrijuit
   1 vroeg
   2 vroeger
   1 vroegere
   1 vrucht
   1 vruchtbare
   1 vruchteloos
   1 vruchtgebruik
   1 vurigheid
   1 vurigste
   3 vuur