Frequency - Word Form
   2 n
 216 aan
   7 gedaan
   1 aangedaan
  37 gaan
   1 begaan
   1 heengegaan
   1 weggaan
   1 voorbijgaan
   1 aangaan
   1 binnengaan
   2 ingaan
   3 ondergaan
   1 overgaan
   5 slaan
   1 doodslaan
   2 gadeslaan
   1 overslaan
   1 waaraan
   1 eraan
   1 hieraan
   2 voortaan
  24 staan
   1 bestaan
   4 toegestaan
   1 afgestaan
   1 bijgestaan
   3 opgestaan
   1 bijstaan
   6 opstaan
   1 verstaan
   1 overstaan
   2 ontstaan
   8 ban
 147 dan
   1 dán
  32 kan
   1 plan
   3 man
 590 van
   3 daarvan
   3 waarvan
   5 ervan
 606 en
   1 én
  15 ben
  67 hebben
   8 liefhebben
   2 novicen
   1 den
   6 daden
   1 raden
   2 kwaden
   1 hadden
   2 bedden
   1 redden
   9 bidden
   1 aanbidden
   4 midden
   1 temidden
   1 schudden
   5 gebeden
   1 zegenbeden
   4 omstandigheden
   2 hoedanigheden
   1 nalatigheden
   2 ongerechtigheden
   4 bezigheden
   1 ambtsbezigheden
   3 zwakheden
   1 werkzaamheden
   1 aangelegenheden
   1 overheden
   2 bieden
   3 aanbieden
   2 geschieden
   3 ambachtslieden
   2 familieleden
   1 kleden
   1 vermeden
   1 versneden
   2 goeden
   1 hoeden
   1 behoeden
   1 beïnvloeden
   1 spoeden
   1 voortspoeden
   8 reden
   3 treden
   2 tevreden
   3 ontevreden
   7 besteden
   1 bedroefden
   1 hoofden
   1 deugden
   4 ondeugden
   3 bescheiden
   1 onderscheiden
   2 leiden
   1 geleiden
   1 verleiden
   1 misleiden
   2 zeiden
   3 lijden
   1 belijden
   1 medelijden
   5 vermijden
   1 strijden
   4 tijden
   4 getijden
  11 ochtendgetijden
   2 avondgetijden
   1 daggetijden
  19 nachtgetijden
   1 leeftijden
   1 maaltijden
   1 wijden
   1 bladzijden
   1 denkbeelden
   1 voorbeelden
   2 gelden
   1 vergelden
   1 ontwikkelden
   1 melden
   1 aanmelden
   1 zelden
   3 maanden
   6 handen
   1 voorhanden
   2 vijanden
   2 branden
   1 aanwenden
   1 voorwenden
   2 vinden
   1 bevinden
   1 verbonden
   1 geschonden
   1 uitmonden
   5 gronden
   1 wonden
   1 verwonden
   7 zonden
   6 gezonden
   8 geboden
   2 aangeboden
   1 verboden
   1 doden
   2 bejaarden
   1 aanvaarden
   1 voorwaarden
   2 volharden
   1 omgorden
  13 woorden
   2 antwoorden
   1 beantwoorden
 131 worden
   4 geworden
  20 houden
   2 behouden
   2 voorbehouden
  10 gehouden
   1 aangehouden
   2 voorgehouden
   1 aanhouden
   2 ophouden
   5 onderhouden
   5 onthouden
  10 zouden
 284 een
  17 één
   2 tweeën
  53 geen
   2 hetgeen
   3 heen
   1 toescheen
   1 erheen
   1 dekanieën
   1 knieën
   1 drieën
   2 bijeen
   5 elkeen
  27 alleen
   3 iedereen
   1 meteen
   4 straffen
   2 lijfstraffen
   1 heffen
   2 aanheffen
   1 verheffen
   1 treffen
   2 beseffen
   1 aangetroffen
  17 dagen
   1 zondagen
   1 klagen
   1 aanklagen
   2 neergeslagen
   1 ontslagen
  10 dragen
   1 gedragen
   9 opgedragen
   1 opdragen
   6 verdragen
   1 overdragen
  11 vragen
   1 ondervragen
   1 gyrovagen
   3 plegen
   2 negen
   2 genoegen
   2 voegen
   1 toevoegen
   4 gekregen
  12 tegen
  17 daarentegen
   1 hiertegen
   4 wegen
   1 bewegen
   2 gezwegen
  12 zegen
   4 leggen
   3 toeleggen
   4 afleggen
   2 voorleggen
   1 uitleggen
   1 blootleggen
  33 zeggen
   1 ontzeggen
   2 liggen
   4 verdedigen
   2 bemoedigen
   1 kleinmoedigen
   1 ontmoedigen
   1 overweldigen
   1 beschuldigen
   1 eindigen
   2 beëindigen
   2 aankondigen
   2 verkondigen
   2 zondigen
   1 bezondigen
   1 nodigen
  45 eigen
   4 heiligen
   1 willigen
   1 kwaadwilligen
   1 weinigen
   1 overigen
   1 onderhorigen
   3 nalatigen
   1 aanmatigen
   1 behoeftigen
   1 behartigen
   2 vestigen
   1 afgunstigen
   3 buigen
   2 getuigen
   2 werktuigen
   1 overtuigen
   1 afwezigen
  12 krijgen
   2 zwijgen
   5 stilzwijgen
  13 volgen
   1 navolgen
   8 verlangen
   2 rangen
   1 gevangen
  13 ontvangen
   1 terugontvangen
   1 lofzangen
  12 brengen
   4 volbrengen
  11 dingen
   1 overtredingen
   1 gedragingen
   1 betrekkingen
   3 vreemdelingen
   1 handelingen
   1 beginnelingen
   1 bedoelingen
   1 instellingen
   1 opwellingen
   4 ouderlingen
   9 leerlingen
   1 benoemingen
   1 tekortkomingen
   4 vermaningen
   1 zegeningen
   1 koningen
   2 dringen
   1 aandringen
   1 doordringen
   1 uitzonderingen
   1 influisteringen
   2 beslissingen
   1 aanvechtingen
   2 tegenkantingen
   1 bezittingen
   1 ingevingen
   1 levensbeschrijvingen
   6 zingen
   1 inblazingen
   1 lofzingen
   1 aanwijzingen
   1 terechtwijzingen
   3 jongen
   1 gedrongen
  36 gezongen
   1 doorgezongen
  14 ogen
   1 gebogen
  14 mogen
   2 onvermogen
   1 uithoudingsvermogen
   1 bevattingsvermogen
   1 begripsvermogen
   1 afdrogen
   1 gewogen
   1 weloverwogen
   1 bergen
   3 opbergen
   1 verbergen
   1 opgeborgen
   3 verborgen
   2 zorgen
   1 verheugen
   1 leugen
  45 hen
   3 lachen
   3 dien
   1 nadien
   3 bovendien
   6 indien
   1 roeien
   1 groeien
   2 uitroeien
   4 misschien
   1 plooien
   1 tien
   1 wien
   6 zien
   1 bezien
   7 gezien
   1 afgezien
   2 toezien
   4 aanzien
   2 voorzien
   1 uitzien
   1 diaken
   1 laken
  21 maken
   1 goedmaken
   1 opmaken
   4 geraken
   1 taken
   1 staken
   4 waken
   1 bewaken
   3 zaken
   1 deken
   1 relieken
   2 tunieken
   4 kantieken
  10 zieken
   1 gebleken
   3 boeken
   2 zoeken
   1 bezoeken
   2 breken
   1 aanbreken
   1 verbreken
   2 ontbreken
  17 spreken
   1 aanspreken
   1 uitspreken
   3 streken
   1 landstreken
   7 teken
   1 opsteken
   1 reiken
   4 bereiken
   1 aanreiken
  31 monniken
   3 gebruiken
   1 kijken
   2 blijken
   1 geestelijken
   1 aanzienlijken
   1 verheerlijken
   1 rijken
   2 afwijken
   1 bezwijken
   3 zwakken
   1 ontdekken
   5 gesprekken
   1 trekken
   1 betrekken
   2 vertrekken
   1 doortrekken
   1 verstrekken
   1 uitstrekken
   2 wekken
   2 opwekken
   2 beschikken
   1 afschrikken
   1 verkwikken
   1 aangetrokken
   2 uitgetrokken
   1 onttrokken
   3 banken
   5 denken
  10 bedenken
   1 klinken
   7 drinken
   1 geschonken
   1 goeddunken
   2 gesproken
   1 kerken
   1 sterken
   4 werken
   1 bewerken
   5 keuken
   2 afdalen
   1 behalen
   5 bepalen
   2 dralen
   1 uitbetalen
   3 delen
   1 geneesmiddelen
   1 bestaansmiddelen
   7 handelen
   1 behandelen
   4 oordelen
   1 uitdelen
   1 weifelen
   1 twijfelen
   4 regelen
   1 maatregelen
   1 tuchtmaatregelen
   5 engelen
   1 verhelen
  10 zielen
   1 bezielen
   1 wikkelen
   1 wisselen
   1 stelen
   2 apostelen
   1 velen
   8 bevelen
   1 vervuilen
   2 stijlen
  54 allen
   1 vallen
   1 bevallen
   1 gevallen
   1 voorgevallen
   1 cellen
   1 vertellen
   4 stellen
   4 aanstellen
   2 vaststellen
   1 geschillen
   1 grillen
  27 willen
   1 wollen
   2 vervullen
  13 zullen
   1 molen
   6 bevolen
 137 men
   3 amen
   7 samen
   1 kwamen
   2 tezamen
  10 gehoorzamen
   1 veronachtzamen
  12 nemen
   2 deelnemen
   3 aannemen
   1 innemen
   4 opnemen
   1 vernemen
   4 noemen
   1 roemen
   1 inboezemen
   8 primen
  41 psalmen
   2 lofpsalmen
   1 vesperpsalmen
   1 klimmen
   2 opklimmen
   1 beklommen
  13 komen
   3 nakomen
   4 gekomen
   1 aangekomen
   1 toekomen
   1 volkomen
   2 aankomen
   2 opkomen
  13 voorkomen
   8 genomen
   2 meegenomen
   1 aangenomen
   7 opgenomen
   2 hernomen
   1 vernomen
   1 bergstromen
   6 armen
   1 stormen
   1 manen
   4 tranen
   1 wanen
   2 redenen
   1 lendenen
   1 oefenen
   3 beoefenen
   6 degenen
   1 diegenen
   1 bejegenen
   2 zegenen
   1 eigenen
   1 verloochenen
   1 verschenen
   9 dienen
   1 verdienen
   6 dekenen
   2 rekenen
   1 betekenen
   3 menen
   2 schoenen
   1 rantsoenen
   1 verzoenen
   1 wapenen
   1 christenen
   1 kleinen
   1 toeschijnen
   1 verschijnen
   1 richtlijnen
   1 zijnen
   1 hymnen
   1 mannen
   3 kennen
   1 toekennen
   1 erkennen
   1 onderkennen
   8 binnen
   7 beginnen
   1 linnen
   1 beminnen
   2 winnen
   1 bezonnen
   1 hunnen
  30 kunnen
   5 antifonen
   1 personen
   3 tonen
   1 betonen
   6 wonen
   1 bijwonen
   3 zonen
   1 doornen
  52 doen
   1 toedoen
   1 aandoen
   1 voordoen
   3 misdoen
   2 rantsoen
   6 schapen
   8 slapen
   1 meeslepen
   1 roepen
   3 geroepen
   1 bijeengeroepen
   1 uitroepen
   1 binnensluipen
   1 grijpen
   5 vergrijpen
   2 helpen
   1 geholpen
   1 vastklampen
   5 open
   2 hopen
   1 wanhopen
   1 verhopen
   1 verkopen
   4 lopen
   1 rondlopen
   1 weglopen
   1 aanknopen
   2 gereedschappen
   1 klappen
   1 grappen
   1 trappen
   1 misstappen
   3 lippen
   1 kloppen
   2 toppen
   4 werpen
   1 onderwerpen
   2 neerwerpen
   2 voorwerpen
   7 onderworpen
   2 verworpen
   1 berispen
   1 openbaren
   1 jaren
   1 dienaren
   1 ervaren
   1 wedervaren
   5 bewaren
   3 eren
   1 naderen
   1 vaderen
   1 gelederen
   3 goederen
   1 verwijderen
  17 anderen
   1 verhinderen
  13 kinderen
   1 meerderen
  11 ouderen
   1 studeren
   1 begeren
   1 weigeren
   6 jongeren
   6 heren
   1 nieren
   2 keren
   1 voortwoekeren
   2 terugkeren
   1 verkeren
   8 leren
   8 kleren
   1 herinneren
   1 mopperen
   7 beteren
   1 verbeteren
   1 hanteren
   5 luisteren
   1 influisteren
   5 pinksteren
   1 leveren
   1 inleveren
   1 overleveren
   1 zuiveren
   1 wedijveren
   1 zweren
   2 oren
   5 horen
   2 behoren
   1 prioren
   1 verloren
   1 aansporen
   3 voren
  16 uren
   2 verduren
  11 gebeuren
   1 schuren
   1 toesturen
   6 pasen
   4 eisen
   1 vereisen
  11 mensen
   1 wensen
   1 toewensen
   1 terugwensen
   2 verwensen
   1 heersen
   1 hardleersen
   1 aanpassen
   1 wassen
   1 gewassen
   1 volwassen
  14 lessen
   1 messen
   1 compressen
   1 missen
   1 wissen
   1 aflossen
   1 hoofdkussen
   1 tussen
   3 intussen
   1 werkplaatsen
   1 schertsen
   3 kousen
  15 ten
   3 haten
  32 laten
   1 nalaten
   1 binnengelaten
   1 overgelaten
   4 inlaten
   6 verlaten
   1 loslaten
   1 ledematen
   5 praten
   2 abten
   1 senpecten
  19 eten
   2 profeten
   1 heten
   2 sarabaieten
   2 cenobieten
   1 nalieten
   7 completen
   1 versleten
   1 afgemeten
  83 moeten
   1 ontmoeten
   2 begroeten
   6 voeten
   1 anachoreten
  20 weten
   1 gezeten
   1 behoeften
   1 schriften
   2 voorschriften
   1 achten
   1 ambachten
  10 gedachten
   1 nachten
   1 minachten
   1 verachten
   2 krachten
   2 trachten
   5 wachten
   1 medeknechten
   2 gerechten
   2 plichten
   3 richten
   1 aanrichten
   1 oprichten
   2 onderrichten
   8 verrichten
   3 stichten
   1 inzichten
   2 opzichten
   1 uitvluchten
   1 ontvluchten
   1 zuchten
  13 buiten
   1 wijten
   2 kwijten
   1 naakten
   1 dreigementen
   1 documenten
   1 groenten
   1 punten
   3 besloten
   1 opgesloten
   7 uitgesloten
   1 deelgenoten
   1 geloofsgenoten
   1 verstoten
   2 harten
   6 begeerten
   2 soorten
   1 sporten
   1 haasten
  12 gasten
   1 lasten
  16 vasten
   1 oudsten
   3 feesten
   3 geesten
   1 geringsten
   1 christen
   1 redetwisten
   1 diensten
   2 verdiensten
   1 troosten
   1 oversten
   3 rusten
   1 uitrusten
   1 letten
   1 besmetten
   1 inzetten
   1 verrichtten
   4 zitten
   9 bezitten
   1 stortten
   1 benutten
   9 fouten
   1 gaven
   1 handhaven
   1 slaven
   1 begraven
   1 maatstaven
   1 even
  36 geven
  18 gegeven
   1 bijgegeven
   1 ingegeven
   1 toegeven
   1 teruggeven
   2 vergeven
   1 verheven
   2 brieven
   1 aanbevelingsbrieven
   2 grieven
   1 ontrieven
  33 leven
   1 deugdenleven
   1 monnikenleven
   1 samenleven
   3 monniksleven
   1 hoeven
   1 behoeven
   1 beproeven
   1 bedreven
   2 gedreven
   2 overdreven
  15 geschreven
   1 voorgeschreven
   2 omschreven
   2 zeven
  12 blijven
   2 verblijven
   1 overblijven
   1 schrijven
   1 toeschrijven
   1 oven
  14 boven
   6 hierboven
   3 loven
   4 beloven
   3 geloven
   4 veroorloven
   1 onterven
   1 sterven
   2 zwerven
   2 bedorven
   2 durven
   2 beschouwen
   2 aanschouwen
   1 berouwen
   1 vertrouwen
   2 toevertrouwen
   1 dezen
   3 kiezen
   1 verkiezen
   1 verliezen
  15 lezen
   6 gelezen
   4 voorgelezen
   2 genezen
   5 vrezen
   3 bewezen
   1 gewezen
   2 toegewezen
   4 aangewezen
   4 terechtgewezen
   6 wijzen
   1 toewijzen
   1 afwijzen
   7 gekozen
   1 uitgekozen
   1 verwaarlozen
   1 verzen
 321 in
   1 klein
  11 begin
   1 niettemin
   1 evenmin
   2 waarin
  13 hierin
   3 tuin
   2 zin
   2 tegenzin
   2 aanschijn
  31 mijn
   1 woestijn
   6 wijn
 359 zijn
   3 bijzijn
   9 antifoon
   1 schoon
   3 loon
  10 noon
   1 kroon
   2 persoon
   2 eerbetoon
   4 zoon
   1 bron
   4 eleison
   1 toorn
   2 steun
 124 hun