109-gevre | gewaa-perk | perso-wisse | woens-zwijg
bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
501 11, 13 | Er moet echter zorgvuldig gewaakt worden, dat dit nooit voorkomt.
502 33, 7 | hij eenmaal en andermaal gewaarschuwd. ~
503 55, 13 | daar bij hun thuiskomst gewassen teruggeven. ~
504 43, 19 | hebben wil wat hij eerst geweigerd heeft of iets anders, volstrekt
505 Prol, 8 | eindelijk eens opstaan, gewekt door het woord van de Schrift: "
506 73, 9 | bereiken, waarop wij zojuist gewezen hebben. Amen.~
507 Prol, 1 | oor van uw hart: aanvaard gewillig de vermaningen van uw liefdevolle
508 39, 4 | 4 Een pond brood, ruim gewogen, is per dag voldoende, zowel
509 55, 14 | wat beter zijn dan die ze gewoonlijk dragen. Zij krijgen die
510 71, 3 | de door hem aangestelde gezagsdragers heeft vanzelfsprekend voorrang -
511 9, 5 | terwijl allen op hun banken gezeten zijn, lezen de broeders,
512 44, 2 | 2 met zijn gezicht tegen de grond blijft hij
513 31, 12 | 12 Hij mag niet gierig zijn, maar ook geen verkwister
514 53, 12 | 12 De abt giet het water uit over de handen
515 55, 5 | ruige kovel, 's zomers een gladde of versletene -, ~
516 28, 3 | Schrift en tenslotte de gloeiende stift van ban en geseling, ~
517 Prol, 9 | Onze ogen geopend voor het goddelijk licht, moeten wij met een
518 20, 2 | grootste nederigheid en zuivere godsvrucht. ~
519 65, 15 | die hij met de raad van godvrezende broeders daartoe heeft uitgekozen. ~
520 65, 11 | liefde, dat de abt naar eigen goeddunken alle benoemingen in zijn
521 55, 7 | krijgen zijn of dingen die goedkoop kunnen worden aangeschaft. ~
522 57, 8 | men moet juist alles iets goedkoper geven dan anderen in de
523 45, 2 | nederigheid heeft willen goedmaken wat hij door nalatigheid
524 54, 3 | 3 Als de abt goedvindt dat men het in ontvangst
525 1, 6 | sarabaieten. Zij zijn niet als goud in de oven beproefd door
526 2, 17 | tenzij iemand een hogere graad van deugd en gehoorzaamheid
527 4, 55 | 55 Graag luisteren naar een lezing,
528 6, 8 | 8 Stijlloze grappen echter en ieder gepraat
529 43, 2 | aanleiding te geven tot grappenmakerij. ~
530 Prol, 28| van zijn ingevingen aan te grijpen en tegen Christus te pletter
531 1, 11 | de slaven van hun eigen grillen en hun onmatige zucht tot
532 2, 32 | maar zich veeleer over de groei van een goede kudde kan
533 27, 4 | liefde voor hem moet nog groeien", en door allen moet voor
534 39, 3 | en als er fruit of jonge groenten voorhanden zijn kan er nog
535 55, 7 | 7 Over de kleur of de grofheid van al deze zaken moeten
536 59, 6 | zou kunnen misleiden en te gronde richten, wat hem bespaard
537 7, 3 | omhoog; ik wandelde niet in grootse dingen, niet in dingen die
538 35, 4 | krijgt hulp naarmate de grootte van de gemeenschap en de
539 65, 17 | geplaatst is, met des te groter nauwgezetheid moet hij zich
540 1, 10 | monniken zijn de zogenaamde gyrovagen, die hun hele leven lang
541 22, 6 | ze zonder weifelen op en haasten zich naar het werk Gods,
542 2, 14 | terwijl gij toch de tucht haat en mijn woorden in de wind
543 63, 4 | die de broeders zelf al hadden naderen zij voor de vredekus
544 58, 16 | Regel niet meer van zijn hals kan schudden, nu het na
545 8, 2 | iets langer slaapt dan de halve nacht en bij het opstaan
546 7, 12 | hetzij met woorden, in handel en wandel, of ook door het
547 2, 19 | dat inderdaad zo is, dan handele hij, ook bij de rangbepaling
548 55, 20 | altijd deze tekst uit de Handelingen van de Apostelen in gedachte
549 28, 2 | hoogmoed laat meeslepen en zijn handelwijze wil verdedigen, dan doet
550 56, 3 | broeders laten om de orde te handhaven.~ ~ ~
551 4, 76 | en nacht zonder ophouden hanteren en op de dag van het oordeel
552 64, 12 | overdrijving, want als men al te hardhandig het roest van een pot wil
553 2, 12 | woorden voorhoudt, maar de hardleersen en minder ontwikkelden door
554 3, 4 | hun eigen inzichten niet hardnekkig verdedigen.~
555 2, 28 | 28 tegen kwade, hardnekkige en ongehoorzame geesten
556 62, 11 | 11 maar dan moet zijn hardnekkigheid toch wel van die aard zijn,
557 19, 7 | psalmgezang zó, dat ons hart in harmonie is met onze stem.~ ~ ~
558 57, 7 | prijs mag de ondeugd van de hebzucht niet binnensluipen, ~
559 20, 2 | de Heer, de God van het heelal, bidden met de grootste
560 29 | DIE UIT HET KLOOSTER ZIJN HEENGEGAAN WEER OPGENOMEN MOETEN WORDEN~ ~
561 27, 6 | zich genomen heeft en geen heerschappij voor gezonden, ~
562 64, 8 | veeleer moet dienen dan heersen. ~
563 63, 4 | vredekus en voor de Communie, heffen zij de psalmen aan en staan
564 4, 55 | naar een lezing, die onze heiliging ten goede komt.~
565 48, 6 | wordt vervroegd en op de helft van het achtste uur gehouden.
566 2, 26 | voordoen, indachtig de dood van Heli, de priester van Silo. ~
567 7, 11 | voortdurend in zijn hart, hoe het hellevuur omwille van hun zonden hen
568 73, 8 | haast op weg bent naar het hemels vaderland: breng eerst met
569 7, 5 | snel willen komen tot die hemelse hoogte waarnaar men opklimt
570 1, 8 | opgesloten maar in die van henzelf. Als enige wet hebben zij
571 42, 4 | 4 Maar niet de Heptateuch of de boeken van de Koningen,
572 67, 2 | worden altijd alle afwezigen herdacht. ~
573 2, 8 | vrijuit gaat, als hij alle herderlijke zorg besteed heeft aan een
574 2, 35 | bestaansmiddelen, dient hij zich te herinneren, dat er geschreven staat: "
575 58, 22 | 22 De gehele gemeente herneemt dit vers drie maal en voegt
576 4, 62 | 62 Niet heilig willen heten voor men het is, maar het
577 41, 4 | wanneer de hitte van de zomer hevig is. Het komt aan de abt
578 69, 3 | 3 Hieraan mogen de monniken zich beslist
579 29, 2 | op de laatste plaats om hierdoor zijn nederigheid te beproeven. ~
580 47, 2 | rangorde door hen ingezet die hiermee belast zijn. ~
581 55, 3 | 3 Het oordeel hierover berust dan bij de abt. ~
582 70, 3 | 3 Die hiertegen misdoen krijgen een berisping
583 7, 45 | Want de Schrift spoort ons hiertoe aan met de woorden: "Openbaar
584 7, 21 | doen, als wij ons willen hoeden voor wat de heilige Schrift
585 3, 13 | Doe alles met raad, dan hoeft het u later niet te berouwen".~ ~ ~
586 40, 8 | omstandigheden zelfs de genoemde hoeveelheid niet te krijgen is, maar
587 53, 16 | altijd - de broeders niet hoeven te ontrieven.~
588 37, 1 | 1 Hoewel de mens van nature reeds
589 27 | Hoofdstuk 27 HOEZEER DE ABT BEZORGD MOET ZIJN
590 61, 12 | bovengenoemde personen uit de hoge rangen van de priesters
591 65, 17 | 17 want hoe hoger hij boven de anderen geplaatst
592 18, 23 | volledige psalmboek met zijn honderdvijftig psalmen gezongen wordt en
593 42, 4 | Koningen, omdat het voor zwakke hoofden niet goed zou zijn dit deel
594 55, 15 | deken, een laken en een hoofdkussen. ~
595 20, 1 | 1 Als wij aan hooggeplaatste mensen een verzoek willen
596 71, 9 | 9 Als hij te hooghartig is om dit te doen, wordt
597 7, 5 | als wij de toppen van de hoogste nederigheid willen bereiken,
598 Prol, 11| oren heeft om te horen, hij hore wat de Geest zegt tot de
599 2, 7 | worden aangerekend, als de huisvader enig tekort in de opbrengst
600 37, 3 | Integendeel, men moet ten hunnen opzichte een liefdevolle
601 18, 10 | blijft de regeling voor de hymnen, lessen en verzen voor al
602 61, 11 | verdient, kan hij hem zelfs een ietwat hogere plaats geven. ~
603 49, 9 | vader zal als aanmatiging en ijdele eer worden aangerekend en
604 62, 2 | zijn kant wachte zich voor inbeelding of hoogmoed ~
605 58, 28 | hopen is - zou ingaan op de inblazingen van de duivel om het klooster
606 53, 15 | het ontzag dat de rijken inboezemen leidt vanzelf wel tot eerbetoon.~
607 48, 20 | wijze die de anderen vrees inboezemt. ~
608 42, 9 | iemand erop betrapt wordt inbreuk te maken op deze regel van
609 65, 5 | omdat zijn gedachten hem influisteren, dat hij aan het gezag van
610 Prol, 28| influistert, samen met zijn influisteringen wegstoot van vóór de ogen
611 Prol, 28| duivel, als deze hem iets influistert, samen met zijn influisteringen
612 20, 4 | zich door een verlangen, ingegeven door Gods genade, gedrongen
613 11, 12 | responsories wat worden ingekort. ~
614 66, 6 | moet het klooster zó zijn ingericht, dat alles wat er nodig
615 Prol, 28| door het gebroed van zijn ingevingen aan te grijpen en tegen
616 7, 9 | nederigheid en zelftucht ingevoegd, waarlangs wij omhoog moeten
617 60, 1 | verzoek niet te spoedig worden ingewilligd. ~
618 47, 2 | volgens hun rangorde door hen ingezet die hiermee belast zijn. ~
619 4, 76 | dag van het oordeel weer inleveren, zal de Heer ons het loon
620 63, 18 | goede orde hun vaste plaats innemen. ~
621 71, 7 | dat een van de ouderen innerlijk wat geprikkeld over hem
622 5, 7 | 7 Zij die deze instelling bezitten, verlaten dan ook
623 73, 5 | Gesprekken van de Vaders, hun Instellingen en hun levensbeschrijvingen
624 58, 12 | te doen weten waartoe hij intreedt. ~
625 52, 4 | geroep maar met tranen en inzet van zijn hart. ~
626 27, 5 | scherpzinnigheid ervoor inzetten, om geen enkel van de schapen,
627 3, 4 | en mogen zij hun eigen inzichten niet hardnekkig verdedigen.~
628 Prol, 17| goede, zoek de vrede en jaag hem na. ~
629 63, 19 | toezicht, totdat zij tot de jaren van verstand gekomen zijn.~ ~ ~
630 63, 6 | Daniël hebben ondanks hun jeugd ouderlingen geoordeeld. ~
631 65, 6 | 6 "jij bent evengoed door diezelfde
632 63, 8 | moet hij weten dat hij jonger is dan degene die op het
633 63, 15 | elkaar ontmoeten vraagt de jongste aan de oudste de zegen. ~
634 58, 16 | 16 en het juk van deze Regel niet meer
635 58, 7 | zorgvuldig toezien of de kandidaat werkelijk God zoekt, of
636 31, 1 | gekozen, die wijs is, rijp van karakter, sober en matig, niet verwaand,
637 36, 10 | dat de zieken niet door de kellenaars of de verplegers worden
638 1, 7 | is hun kruinschering een kennelijke leugen tegenover God. ~
639 7, 15 | 15 en verder: "God kent de gedachten van de mensen". ~
640 13, 10 | uit de Profeten zoals de kerk van Rome die zingt. ~
641 Prol, 11| wat de Geest zegt tot de kerken". ~
642 7, 40 | gekeurd zoals men zilver keurt in het vuur. Gij hebt ons
643 62, 6 | aan het altaar of als de keuze van de gemeente en de beschikking
644 2, 15 | oog van uw broeder staan kijken, maar niet de balk gezien
645 7, 4 | mijzelf zou verheffen? Als een kind, dat niet meer drinken mag
646 2, 3 | Gij hebt een geest van kindschap ontvangen, die ons doet
647 4, 39 | 39 niet klaagziek;~
648 41, 8 | met alles nog bij daglicht klaarkomt.~
649 41, 5 | hun werk geen reden tot klagen hebben.~
650 45, 3 | kinderen betreft: deze krijgen klappen voor dit soort fouten.~ ~ ~
651 4, 15 | 15 naakten kleden,~
652 55 | Hoofdstuk 55 OVER KLEDING EN SCHOEISEL VAN DE BROEDERS~ ~
653 7, 42 | andere aan; als iemand hun kleed rooft, geven zij hem ook
654 58, 27 | uitgetrokken worden in de kleedkamer opgeborgen en bewaard. ~
655 58, 26 | van zijn eigen kleren en kleedt men hem met de kleren van
656 64, 1 | gedeelte van de gemeente, hoe klein dit ook zij maar met beter
657 63, 18 | 18 Kleine kinderen en jonge monniken
658 31, 16 | ontevredenheid geeft aan een der kleinen". ~
659 48, 9 | geschieden omwille van de kleinmoedigen.~
660 55, 7 | 7 Over de kleur of de grofheid van al deze
661 55, 1 | waar ze wonen en aan het klimaat, ~
662 7, 9 | waarlangs wij omhoog moeten klimmen.~
663 16, 5 | ook onze lofzangen doen klinken voor onze Schepper "om de
664 61, 6 | niet als lid opnemen in de kloosterfamilie, ~
665 57, 6 | enig bedrog plegen met het kloostergoed.~
666 62, 4 | gehoorzaamheid aan de Regel en de kloostertucht te veronachtzamen, maar
667 58, 3 | de aangekomene dus blijft kloppen en hij blijkt de onvriendelijkheid
668 1, 3 | anachoreten: dat wil zeggen kluizenaars; monniken, die niet meer
669 64, 21 | mogen vernemen wat de goede knecht te horen kreeg, die op tijd
670 50, 3 | bezig zijn en buigen hun knieën met de vreze Gods.~
671 47, 1 | zorg te dragen: ofwel hij kondigt het zelf aan, ofwel hij
672 42, 4 | Heptateuch of de boeken van de Koningen, omdat het voor zwakke hoofden
673 22, 5 | omgord met een gordel of koord, maar zo, dat zij hun messen
674 64, 16 | zijn, niet overdreven of koppig, niet jaloers of al te achterdochtig,
675 55, 2 | 2 want in koude streken heeft men meer nodig,
676 64, 21 | de goede knecht te horen kreeg, die op tijd de tarwe aan
677 2, 20 | de gelijke last van onze krijgsdienst, "omdat er bij God geen
678 7, 33 | gebondenheid baart een kroon".~
679 1, 7 | wereld trouw blijven is hun kruinschering een kennelijke leugen tegenover
680 4, 64 | 64 Liefde hebben voor de kuisheid.~
681 58, 6 | ouderling belast die de kunst verstaat hun zielen te winnen
682 65, 2 | inderdaad, die door een kwaadaardige geest van hoogmoed tot zelfverheffing
683 4, 40 | 40 geen kwaadspreker zijn.~
684 65, 7 | uit voort afgunst, twist, kwaadsprekerij, naijver, tweedracht, opstand; ~
685 64, 5 | verhinderen, dat het plan van de kwaadwilligen doorgang vindt, en dienen
686 55, 21 | behoeftigen, niet met de kwaadwilligheid van de afgunstigen. ~
687 53, 1 | Hij zal eens zeggen: "Ik kwam als gast en gij hebt Mij
688 Prol, 34| 34 bergstromen kwamen omlaag, stormen staken op
689 43, 11 | voor geeft doordat hij hun kwijtschelding schenkt. ~
690 43, 5 | 5 maar hij gaat het laatst van allen staan of op de
691 7, 59 | schatert het uit als hij lacht".~
692 55, 15 | mat, een wollen deken, een laken en een hoofdkussen. ~
693 22, 4 | voortdurend tot aan de ochtend een lamp branden. ~
694 41, 8 | men voor de maaltijd geen lamplicht nodig heeft maar met alles
695 55, 7 | nemen ze zoals ze in de landstreek waar ze verblijven te krijgen
696 1, 10 | leven lang de verschillende landstreken doortrekken en voor drie
697 58, 16 | schudden, nu het na een zo langdurig beraad vrij heeft kunnen
698 1, 3 | worden, maar die door een lange proeftijd in het klooster ~
699 42, 7 | 7 Tijdens deze wat langere lezing voegt ieder, die
700 63, 16 | 16 Wanneer een oudere langskomt, staat de jongere op en
701 22, 8 | aansporen om uitvluchten van langslapers te voorkomen.~ ~ ~
702 44, 2 | tegen de grond blijft hij languit liggen voor de voeten van
703 7, 50 | zonder inzicht; als een lastdier ben ik voor U, en ik ben
704 7, 40 | gevangen, Gij hebt ons zware lasten op de rug gelegd". ~
705 68, 1 | niettemin het bevel van zijn lastgever met alle zachtmoedigheid
706 18, 25 | dag verrichtten, wat wij, lauwe monniken, toch wel in een
707 34, 5 | 5 Zo zullen alle ledematen in vrede zijn. ~
708 48, 24 | dien aard is, dat ze niet ledig zijn maar ook niet bezwijken
709 48, 1 | 1 Ledigheid is de vijand van de ziel;
710 7, 55 | dat doet wat de algemene leefregel van het klooster en het
711 37, 1 | milder te zijn voor deze leeftijden, die van de bejaarden namelijk
712 53, 15 | dat de rijken inboezemen leidt vanzelf wel tot eerbetoon.~
713 Prol, 21| 21 Laten wij dan onze lendenen omgorden met het geloof
714 2, 11 | een tweevoudige wijze als leraar leiding geven; ~
715 5, 6 | 6 En tot de leraars zegt Hij in dezelfde zin: "
716 9, 5 | lessen uit het boek op de lessenaar. Na elk van deze lessen
717 58, 6 | die zeer nauwkeurig op hen let. ~
718 55, 8 | Wel moet de abt op de maat letten, zodat de kleren niet te
719 1, 7 | kruinschering een kennelijke leugen tegenover God. ~
720 Prol, 38| maar dat hij zich bekere en leve".~
721 73, 6 | het deugdenleven van goed levende en gehoorzame monniken. ~
722 42, 3 | leest de "Gesprekken" of de "Levens der Vaders" of iets anders
723 73, 5 | hun Instellingen en hun levensbeschrijvingen en ook nog de Regel van
724 58, 17 | stabiliteit, een monastiek levensgedrag en gehoorzaamheid beloven ~
725 55, 12 | en alles wat versleten is leveren de broeders in, wanneer
726 35, 10 | zijn werk gekregen heeft levert hij schoon en in goede staat
727 7, 62 | maar dat ook zijn hele lichaamshouding een uitdrukking is van nederigheid
728 72, 5 | moeten elkanders zwakheden, lichamelijke zowel als morele, met het
729 44, 9 | 9 Wie daarentegen voor lichte fouten alleen van tafel
730 27, 8 | 8 Laat hij het liefdevol voorbeeld van de goede Herder
731 7, 39 | toedoen van Hem die ons heeft liefgehad". ~
732 2, 32 | toevertrouwde kudde geen schade lijdt, maar zich veeleer over
733 73, 3 | Nieuwe Testament is geen lijnrecht richtsnoer voor het leven
734 71, 9 | doen, wordt hij aan den lijve gestraft, of zelfs, wanneer
735 35, 8 | 8 hij wast het linnen waarmee de broeders hun
736 9, 10 | opgezegd, het vers, het litaniegebed "Kyrie eleison", en zo eindigen
737 16, 5 | moeten wij dan ook onze lofzangen doen klinken voor onze Schepper "
738 19, 5 | aanschouwen der engelen zal ik U lofzingen". ~
739 1, 6 | maar zij zijn week als lood. ~
740 5, 19 | hij geen beloning, maar loopt hij integendeel de straf
741 4, 26 | 26 de liefde niet loslaten.~
742 4, 38 | 38 Niet lui zijn,~
743 52, 4 | binnengaan en bidden, niet met luid geroep maar met tranen en
744 4, 54 | houden om voortdurend of luidruchtig te lachen.~
745 7, 60 | weloverwogen woorden en zonder luidruchtigheid, ~
746 Prol, 1 | 1 Luister, mijn zoon, naar de richtlijnen
747 48, 23 | echter zo onverschillig of lusteloos is, dat hij niet wil of
748 48, 18 | zien of er misschien een lusteloze broeder is, die de tijd
749 38, 1 | 1 Tijdens de maaltijden van de broeders mag de lezing
750 13, 4 | 4 's maandags psalm 5 en 35, ~
751 64, 19 | nemen en alles met zoveel maatgevoel regelen, dat er voor de
752 63, 2 | brengen en onrechtvaardige maatregelen treffen alsof hij kan doen
753 24 | Hoofdstuk 24 VOLGENS WELKE MAATSTAVEN DE EXCOMMUNICATIE MOET WORDEN
754 Prol, 28| zijn hart en hem volkomen machteloos maakt door het gebroed van
755 65, 4 | Hoe ongerijmd dit is, valt makkelijk te onderkennen: want van
756 2, 25 | minachters van de tucht, dan manen wij hem aan hen streng te
757 21, 3 | dekenen worden zodanige mannen gekozen, dat de abt hun
758 7, 42 | geven zij hem ook nog hun mantel; als men hen dwingt één
759 55, 15 | beddegoed is voldoende een mat, een wollen deken, een laken
760 64, 21 | op tijd de tarwe aan zijn medeknechten had uitgedeeld: ~
761 27, 9 | zwakheid had Hij zoveel medelijden, dat Hij het op zijn heilige
762 10, 3 | psalm 3 en psalm 94 niet meegerekend.~ ~ ~
763 57, 2 | zijn vakkennis, omdat hij meent iets voor het klooster te
764 68, 2 | geduldig en tactvol aan zijn meerdere gaan uitleggen, waarom het
765 65, 13 | tot zelfverheffing, omdat meerderen ermee belast zijn. ~
766 28, 2 | ongelukkigerwijze door hoogmoed laat meeslepen en zijn handelwijze wil
767 53, 3 | broeders hem tegemoet met de meest liefdevolle voorkomendheid. ~
768 4, 27 | Niet zweren uit vrees voor meineed;~
769 7, 28 | wat wij doen aan de Heer melden, ~
770 31, 11 | 11 Niets mene hij te mogen verwaarlozen. ~
771 71, 7 | 7 of als hij merkt, dat een van de ouderen
772 55, 19 | kousen, schoenen, gordel, mes, schrijfstift, naald, zakdoek
773 22, 5 | koord, maar zo, dat zij hun messen niet bij zich hebben als
774 55, 9 | krijgt, geeft de oude altijd meteen terug om ze in de kleerkamer
775 28, 4 | hij ook nog het sterkste middel aanwenden, namelijk zijn
776 60, 8 | opgenomen, kan ook aan hen een middelmatige plaats worden gegeven, ~
777 7, 42 | als men hen dwingt één mijl te lopen, gaan zij er twee; ~
778 2, 31 | velen. De een moet hij met milde goedheid tegemoet treden,
779 37, 1 | nature reeds geneigd is om milder te zijn voor deze leeftijden,
780 65, 18 | hij bewijst de Regel te minachten, dan krijgt hij tot vier
781 2, 25 | Betreft het nalatigen en minachters van de tucht, dan manen
782 23, 1 | als hij verzet pleegt en minachting toont voor de heilige Regel
783 59, 1 | klooster en die jongen is nog minderjarig, dan maken zijn ouders zelf
784 31, 13 | geven kan, moet hij hem minstens een vriendelijk antwoord
785 38, 2 | week ingaat vraagt na de Mis en de Communie aan allen
786 24, 1 | 1 Naar de ernst van het misdrijf moet ook de maat van de
787 59, 6 | overblijft, die hem zou kunnen misleiden en te gronde richten, wat
788 4, 23 | 23 Niet met zijn misnoegdheid bezig blijven.~
789 43, 9 | om althans niet alles te missen en zich in het vervolg te
790 7, 12 | men zich voor zonden en misstappen hetzij in gedachten, hetzij
791 18, 23 | 23 mits hij er onverkort aan vasthoudt,
792 68, 1 | een broeder eens ooit iets moeilijks of onmogelijks wordt opgedragen,
793 66, 6 | nodig is zoals water, een molen, een tuin en de verschillende
794 58, 17 | van allen stabiliteit, een monastiek levensgedrag en gehoorzaamheid
795 73, 1 | begin gemaakt hebben met een monastieke levenswandel. ~
796 1, 3 | de eerste ijver van hun monnikenleven gedreven worden, maar die
797 58, 28 | verlaten, dan wordt hem het monnikskleed uitgetrokken en zet men
798 Prol, 3 | mijn woorden, wie u ook moogt zijn, die afstand doet van
799 5, 19 | integendeel de straf op van de mopperaars, tenzij hij het weer goed
800 40, 8 | wonen God zegenen en niet mopperen. ~
801 72, 5 | lichamelijke zowel als morele, met het grootste geduld
802 4, 15 | 15 naakten kleden,~
803 55, 19 | gordel, mes, schrijfstift, naald, zakdoek en schrijfbordje,
804 53, 18 | dan gaan ze elders werken naargelang het hun wordt opgedragen. ~
805 22, 7 | jonge broeders slapen niet naast elkaar maar tussen de ouderen
806 17, 1 | 1 Voor de nacht- en ochtendgetijden hebben
807 10, 2 | boek niet gelezen, omdat de nachten te kort zijn, maar wordt
808 17, 1 | nu de volgende Uren nog nader bezien.~
809 63, 4 | broeders zelf al hadden naderen zij voor de vredekus en
810 29, 3 | moet wel weten, dat hem nadien iedere terugkeer zal worden
811 50, 4 | goed als zij kunnen en niet nalaten zich te kwijten van het
812 73, 7 | trage, slechtlevende en nalatige monniken doen ze beschaamd
813 49, 3 | 3 en tevens alle nalatigheden van de andere tijden in
814 64, 6 | bezondigen, als zij het nalieten.~
815 37, 1 | 1 Hoewel de mens van nature reeds geneigd is om milder
816 2, 38 | onder zijn hoede weet, en natuurlijk komt daar zijn eigen ziel
817 7, 68 | deed uit gewoonte of uit natuurlijke aandrift. ~
818 Prol, 48| die aanvankelijk altijd nauw is. ~
819 65, 17 | geplaatst is, met des te groter nauwgezetheid moet hij zich houden aan
820 2, 39 | toevertrouwd. Naarmate hij dan ook nauwgezetter is waar het de verantwoording
821 58, 6 | zielen te winnen en die zeer nauwkeurig op hen let. ~
822 27, 8 | voorbeeld van de goede Herder navolgen, die negen-en-negentig schapen
823 58, 21 | onmiddellijk het vers aan: "Neem mij aan, Heer, volgens uw
824 58, 21 | 21 Als hij het heeft neergelegd, heft de novice zelf onmiddellijk
825 27, 8 | goede Herder navolgen, die negen-en-negentig schapen in de bergen achterliet
826 Prol, 1 | richtlijnen van uw meester, en neig het oor van uw hart: aanvaard
827 63, 5 | 5 Volstrekt nergens mag de leeftijd de rangorde
828 38, 5 | worden, zodat aan tafel niemands gefluister of stem gehoord
829 7, 14 | God doorschouwt harten en nieren", ~
830 68, 1 | wordt opgedragen, moet hij niettemin het bevel van zijn lastgever
831 64, 9 | kennis bezit om daaruit nieuw en oud naar voren te brengen.
832 58, 1 | 1 Wanneer een nieuweling zich voor het monniksleven
833 55, 12 | broeders in, wanneer ze iets nieuws krijgen.~
834 56, 2 | vrij die broeders uit te nodigen, die hij zelf verkiest. ~
835 63, 12 | de jongeren hun ouderen "nonnus", wat "eerwaarde" betekent.~
836 38, 10 | zwaar zou vallen om zolang nuchter te blijven. ~
837 11, 4 | volgen zes andere psalmen in numerieke volgorde met hun antifonen
838 67, 4 | gezien of gehoord of naar nutteloze praat geluisterd kunnen
839 32, 2 | en naar gelang hij het nuttig oordeelt belast hij ieder
840 3, 2 | en doet dan wat hij het nuttigst oordeelt. ~
841 53, 14 | men het vers: "Wij hebben, o God, uw barmhartigheid ontvangen
842 22, 4 | er voortdurend tot aan de ochtend een lamp branden. ~
843 13, 12 | 12 In elk geval mogen de ochtend- en avondgetijden niet beëindigd
844 62, 1 | het priesterschap uit te oefenen. ~
845 Prol, 45| 45 Wij willen daarom een oefenschool gaan stichten voor de dienst
846 59, 8 | oorkonde op en samen met de offerande dragen zij hun zoon op in
847 59, 2 | 2 Samen met de offergave wikkelen zij deze oorkonde
848 5, 9 | 9 Als het ware in één ogenblik volgen de beide dingen met
849 4, 53 | 53 Niet praten óm te praten of om de lachlust
850 32, 4 | vervuilen of er slordig mee omgaat, krijgt hij een terechtwijzing. ~
851 22, 5 | 5 Zij slapen gekleed en omgord met een gordel of koord,
852 Prol, 21| Laten wij dan onze lendenen omgorden met het geloof en met de
853 7, 7 | afdaalt en door nederigheid omhoogklimt. ~
854 Prol, 34| 34 bergstromen kwamen omlaag, stormen staken op en zij
855 64, 17 | 17 Omzichtig en bezonnen geeft hij zijn
856 7, 35 | gehoorzaamheid, als men harde en onaangename dingen krijgt opgelegd of
857 64, 9 | te brengen. Ook moet hij onbaatzuchtig, matig en barmhartig zijn, ~
858 72, 8 | 8 Op onbaatzuchtige wijze leggen zij zich toe
859 70, 6 | zich tegenover kinderen onbeheerst driftig gedraagt, wordt
860 7, 49 | men hem opdraagt als een onbekwaam en onwaardig arbeider beschouwt. ~
861 2, 33 | vergankelijke, aardse en onbestendige dingen. ~
862 52, 3 | wil bidden, niet door de onbetamelijkheid van een ander gestoord wordt. ~
863 Prol, 25| Hij wiens levenswandel onbevlekt is en die de gerechtigheid
864 63, 6 | Samuël en Daniël hebben ondanks hun jeugd ouderlingen geoordeeld. ~
865 58, 4 | binnengelaten en voor enkele dagen ondergebracht in het gastenverblijf. ~
866 68, 4 | bevel blijft, dan wete de ondergeschikte, dat het zo het beste voor
867 65, 9 | 9 maar ook hun onderhorigen hun ondergang tegemoet gaan
868 65, 4 | dit is, valt makkelijk te onderkennen: want van het begin van
869 64, 9 | 9 Daarom moet hij goed onderlegd zijn in de wet Gods, zodat
870 Prol, 4 | Allereerst: welk goed werk u ook onderneemt, vraag Hem in een volhardend
871 1, 1 | duidelijk vier soorten monniken onderscheiden. ~
872 64, 17 | heeft, altijd moet hij met onderscheiding en met mate te werk gaan ~
873 Prol, 39| 39 Wij hebben de Heer nu ondervraagd, broeders, over de bewoner
874 Prol, 23| 23 Maar ondervragen wij de Heer zelf met de
875 67, 4 | hun fouten; want ze zouden onderweg iets verkeerds gezien of
876 62, 11 | zijn, dat hij zich niet wil onderwerpen en aan de Regel gehoorzamen.~ ~ ~
877 7, 34 | gehoorzaamheid aan zijn overste onderwerpt, om zo de Heer na te volgen
878 65, 8 | doordat de abt en de prior het oneens zijn is het onvermijdelijk,
879 2, 25 | 25 Dat betekent, dat hij ongebreidelde en ongedurige geesten eerder
880 2, 25 | dat hij ongebreidelde en ongedurige geesten eerder streng moet
881 23, 1 | een broeder weerbarstig, ongehoorzaam, hoogmoedig of ontevreden
882 Prol, 2 | door de slapheid van de ongehoorzaamheid hebt verwijderd.~
883 11, 12 | 12 of het moest ongelukkigerwijs gebeuren dat men te laat
884 28, 2 | niet betert of zich zelfs ongelukkigerwijze door hoogmoed laat meeslepen
885 1, 9 | niet bevalt houden ze voor ongeoorloofd. ~
886 7, 18 | mijn hoede ben voor mijn ongerechtigheid".~
887 65, 4 | 4 Hoe ongerijmd dit is, valt makkelijk te
888 48, 3 | primen verlaten hebben tot ongeveer het vierde uur de nodige
889 Prol, 10| maakt dan uw hart niet ongevoelig", ~
890 23, 5 | Wanneer hij daarentegen onhandelbaar is, worden lijfstraffen
891 63, 5 | leeftijd de rangorde bepalen of onjuist beïnvloeden,~
892 4, 36 | 36 niet onmatig zijn bij het eten,~
893 1, 11 | hun eigen grillen en hun onmatige zucht tot eten, en zijn
894 7, 13 | Gods oog gezien wordt en onophoudelijk door de engelen wordt gemeld.~
895 39, 7 | zodat nooit een monnik onpasselijk wordt, ~
896 31, 7 | opgave van redenen wat ten onrechte gevraagd werd. ~
897 63, 2 | in verwarring brengen en onrechtvaardige maatregelen treffen alsof
898 31, 7 | Zou een broeder hem iets onredelijks komen vragen, dan moet hij
899 2, 8 | zorg besteed heeft aan een onrustige en ongehoorzame kudde en
900 2, 36 | 36 en verder: "Aan niets ontbreekt het hun, die Hem vrezen".~
901 2, 7 | opbrengst van zijn schapen zou ontdekken. ~
902 58, 26 | 26 In het koor ontdoet men hem terstond van zijn
903 Prol, 6 | vertoornde vader kunnen onterven, ~
904 49, 5 | zijn: bijzondere gebeden en onthouding in eten en drinken. ~
905 7, 36 | volhoudt zonder zich te laten ontmoedigen of het op te geven, omdat
906 53, 24 | 24 Ontmoet hij er of ziet hij er, dan
907 63, 15 | Steeds als de broeders elkaar ontmoeten vraagt de jongste aan de
908 73, 2 | haast heeft om tot de volle ontplooiing van dit leven te geraken,
909 53, 16 | broeders niet hoeven te ontrieven.~
910 35, 1 | dienen en niemand mag dan ook ontslagen worden van de keukendienst,
911 34, 3 | heeft danke God en zij niet ontstemd; ~
912 65, 5 | aan het gezag van zijn abt onttrokken is: ~
913 2, 12 | duidelijk maken, zodat hij ontvankelijke leerlingen de geboden des
914 Prol, 48| aanstonds afschrikken en ontvlucht niet de weg van het heil,
915 Prol, 42| van de hel dan ook willen ontvluchten en willen geraken tot het
916 2, 12 | de hardleersen en minder ontwikkelden door zijn daden Gods wet
917 29, 3 | iedere terugkeer zal worden ontzegd.~ ~ ~
918 49, 7 | zijn lichaam wat voedsel te ontzeggen, wat drinken, wat slaap,
919 Prol, 49| hart en snelt men met een onuitsprekelijk blije liefde voort langs
920 18, 23 | 23 mits hij er onverkort aan vasthoudt, dat iedere
921 65, 8 | prior het oneens zijn is het onvermijdelijk, dat niet alleen hun eigen
922 53, 16 | keuken, zodat gasten die onverwachts in het klooster aankomen -
923 58, 3 | kloppen en hij blijkt de onvriendelijkheid waarmee men hem behandelt
924 7, 49 | opdraagt als een onbekwaam en onwaardig arbeider beschouwt. ~
925 66, 8 | zodat geen enkele broeder onwetendheid als uitvlucht kan voorwenden.~ ~ ~
926 64, 6 | ontvangen, als zij het doen met onzelfzuchtige bedoelingen en uit ijver
927 48, 7 | dat de broeders zelf de oogst moeten doen, moeten ze daar
928 2, 7 | huisvader enig tekort in de opbrengst van zijn schapen zou ontdekken. ~
929 59, 1 | stand zijn zoon aan God wil opdragen in het klooster en die jongen
930 7, 45 | hiertoe aan met de woorden: "Openbaar de weg die gij gaat aan
931 3, 3 | Heer vaak aan een jongere openbaart wat het beste is. ~
932 7, 70 | zijn Heilige Geest willen openbaren.~ ~ ~
933 43, 6 | geëindigd is moet hij door een openlijke voldoening boete doen. ~
934 6, 8 | dat een leerling zijn mond opent voor dergelijke praat.~ ~ ~
935 31, 7 | nederig weigere hij met opgave van redenen wat ten onrechte
936 58, 27 | worden in de kleedkamer opgeborgen en bewaard. ~
937 7, 35 | onaangename dingen krijgt opgelegd of zelfs allerlei onrecht
938 68, 2 | ziet dat de zwaarte van de opgelegde last de maat van zijn krachten
939 7, 8 | Heer naar de hemel worden opgericht.~
940 1, 8 | de schaapstal van de Heer opgesloten maar in die van henzelf.
941 2, 30 | toevertrouwd, meer wordt opgevorderd. ~
942 4, 69 | 69 Alle ophef vermijden.~
943 7, 5 | hemelse hoogte waarnaar men opklimt langs de nederigheid in
944 58, 19 | belofte moet hij een oorkonde opmaken, op naam van de heiligen
945 61, 4 | liefde iets afkeurt of een opmerking maakt, dient de abt wijselijk
946 58, 17 | 17 Vóór zijn opname in de gemeente moet hij
947 Prol, 3 | wapenen van de gehoorzaamheid opneemt.~
948 72, 10 | abt beminnen zij met een oprechte en nederige genegenheid. ~
949 7, 6 | van onze daden die ladder oprichten, die aan Jacob in zijn droom
950 11, 12 | gebeuren dat men te laat opstaat, want dan moeten de lessen
951 65, 7 | kwaadsprekerij, naijver, tweedracht, opstand; ~
952 62, 8 | priester in hem maar de opstandige aan een oordeel onderworpen. ~
953 34, 6 | een woord of uiting de kop opsteekt.~
954 13, 12 | die telkens weer de kop opsteken. ~
955 7, 6 | 6 dan moeten wij voor de opvaart van onze daden die ladder
956 7, 22 | afstotelijk geworden door de opwellingen van hun eigen wil".~
957 Prol, 46| 46 In haar opzet hopen wij niets te bepalen
958 11, 2 | gezongen zijn, gaan allen ordelijk en volgens rang op de banken
959 64, 9 | bezit om daaruit nieuw en oud naar voren te brengen. Ook
960 58, 6 | Met hun zorg wordt een ouderling belast die de kunst verstaat
961 59, 1 | minderjarig, dan maken zijn ouders zelf de oorkonde op, waarover
962 63, 15 | vraagt de jongste aan de oudste de zegen. ~
963 3, 12 | hij alleen te rade bij de oudsten, ~
964 1, 6 | zijn niet als goud in de oven beproefd door enige regel
965 59, 6 | gedachte aan bezit meer overblijft, die hem zou kunnen misleiden
966 18, 20 | de dag. Alle psalmen die overblijven worden gelijkmatig verdeeld
967 18, 7 | maandag worden de negen nog overblijvende delen van psalm 118 gezongen,
968 47, 1 | tijdstip voor het werk Gods, overdag en 's nachts, heeft de abt
969 58, 24 | schenking aan het klooster overdragen, zonder iets van dat alles
970 64, 12 | gaan en vermijde hij iedere overdrijving, want als men al te hardhandig
971 13, 13 | zullen zij, gehouden door de overeenkomst die zij aangaan in dit gebed
972 43, 10 | gezongen wordt, die moeten overeenkomstig het voorschrift, waarvan
973 7, 8 | 8 Die overeindstaande ladder nu is ons leven hier
974 1, 13 | zijn en willen nu ertoe overgaan om met Gods hulp een regel
975 39, 6 | de bevoegdheid van de abt overgelaten om, zo nodig, iets meer
976 25, 4 | vlees aan de ondergang wordt overgeleverd, opdat zijn geest behouden
977 7, 55 | en het voorbeeld van de overheden leren.~
978 35, 6 | 6 De overigen dienen elkaar met liefde. ~
979 Prol, 7 | geërgerd is, zou Hij ons kunnen overleveren aan de eeuwige straf als
980 27, 3 | door al te grote droefheid overmand worde", ~
981 48, 24 | niet bezwijken onder de overmatige inspanning of weglopen. ~
982 2, 31 | terechtwijzingen, weer een ander met overredingskracht, ~
983 8, 3 | die na de nachtgetijden overschiet, wordt door de broeders
984 50, 4 | voorgeschreven uren niet overslaan, maar zij moeten die voor
985 4, 4 | 4 geen overspel plegen,~
986 58, 18 | 18 ten overstaan van God en zijn heiligen.
987 5, 15 | gehoorzaamheid immers, die aan de oversten wordt bewezen, wordt aan
988 2, 26 | vergrijpen van hen die in overtreding zijn niet verhelen, maar
989 23 | EXCOMMUNICATIE ALS STRAF VOOR OVERTREDINGEN~ ~
990 69, 4 | Als iemand dit voorschrift overtreedt, wordt hij streng gestraft.~ ~ ~
991 63, 17 | gebracht wat geschreven staat: "Overtreft elkaar in eerbetoon".~
992 40, 6 | is de monniken daarvan te overtuigen, moeten we er in elk geval
993 71, 2 | 2 in de overtuiging, dat zij langs deze weg
994 Prol, 13| duisternis van de dood u niet overvalle".~
995 7, 11 | wat God bevolen heeft. Men overweegt dan voortdurend in zijn
996 2, 10 | zelf voor straf de schapen overweldigen die zich niets van zijn
997 7, 39 | dit alles behalen wij de overwinning door toedoen van Hem die
998 49, 4 | manier gebeuren, als wij paal en perk stellen aan onze
999 65, 9 | tegemoet gaan doordat zij partij kiezen. ~
1000 49, 4 | gebeuren, als wij paal en perk stellen aan onze ondeugden
|