109-gevre | gewaa-perk | perso-wisse | woens-zwijg
bold = Main text
Chapter, Verse grey = Comment text
1001 61, 12 | maar ook aan bovengenoemde personen uit de hoge rangen van de
1002 36, 10 | worden verwaarloosd, want persoonlijk is hij aansprakelijk voor
1003 64, 5 | zij verhinderen, dat het plan van de kwaadwilligen doorgang
1004 48, 18 | maar ook anderen van hun plicht afhoudt. ~
1005 47, 1 | zorg een broeder, die zo plichtsgetrouw is dat alles op de juiste
1006 2, 32 | aanpassen en zich zó naar hem plooien, dat hij niet enkel aan
1007 66 | Hoofdstuk 66 OVER DE PORTIERS VAN HET KLOOSTER~ ~
1008 7, 24 | begeerte, want de dood heeft postgevat bij de drempel van het genot. ~
1009 64, 12 | hardhandig het roest van een pot wil schuren, zou men hem
1010 Prol, 31| Apostel Paulus niets van zijn prediking aan zichzelf toe, want hij
1011 2, 13 | hij, terwijl hij anderen predikt, zelf verworpen worden, ~
1012 57, 7 | Bij het vaststellen van de prijs mag de ondeugd van de hebzucht
1013 62, 7 | die voor de dekenen en de prioren is vastgesteld. ~
1014 58, 11 | het grootste geduld op de proef gesteld.~
1015 1, 3 | maar die door een lange proeftijd in het klooster ~
1016 Prol | PROLOOG~ ~
1017 18, 23 | iedere week het volledige psalmboek met zijn honderdvijftig
1018 18, 22 | hierop aan: als iemand deze psalmverdeling niet zou bevallen, laat
1019 2, 6 | zijn leerlingen - beide punten - bij het schrikwekkend
1020 3, 12 | dan gaat hij alleen te rade bij de oudsten, ~
1021 49, 2 | weinigen zoveel deugd bezitten, raden wij de monnik aan om in
1022 65, 10 | verantwoordelijkheid voor deze rampzalige gang van zaken berust op
1023 2, 19 | handele hij, ook bij de rangbepaling van elkeen, volgens deze
1024 31, 16 | broeders hun vastgestelde rantsoenen zonder een spoor van hooghartigheid
1025 3, 11 | voor God, de rechtvaardige Rechter.~
1026 9, 8 | daarvan, zoals erkende en rechtgelovige katholieke Vaders die hebben
1027 64, 10 | barmhartigheid het winnen van de rechtvaardigheid, opdat hijzelf dit ook eens
1028 61, 12 | ziet dat hun gedrag dit rechtvaardigt. ~
1029 2, 29 | roede en gij zult zijn ziel redden van de dood".~
1030 70, 5 | veel gevoel voor maat en redelijkheid.~
1031 3, 9 | klooster met zijn abt te redetwisten. ~
1032 18, 16 | psalmen van bovengenoemde reeks, te weten psalm 138, 143
1033 73, 4 | aanwijzingen voor ons, hoe wij regelrecht tot onze Schepper kunnen
1034 65, 11 | benoemingen in zijn klooster zelf regelt. ~
1035 38, 6 | broeders elkaar zo aan te reiken, dat niemand om iets behoeft
1036 58, 19 | van de heiligen van wie de relieken ter plaatse aanwezig zijn
1037 64, 7 | zal moeten geven van zijn rentmeesterschap; ~
1038 72, 4 | zij moeten wedijveren in respect voor elkaar"~
1039 7, 32 | 32 Maar men richt zich in zijn doen en laten
1040 Prol, 1 | Luister, mijn zoon, naar de richtlijnen van uw meester, en neig
1041 73, 3 | Testament is geen lijnrecht richtsnoer voor het leven van de mens? ~
1042 64, 13 | bedenken, dat men het geknakte riet niet mag breken. ~
1043 38, 12 | lezen of zingen niet op de rij af, maar alleen diegenen
1044 35, 2 | Want dit is een bron van rijke beloning en liefde. ~
1045 53, 15 | want het ontzag dat de rijken inboezemen leidt vanzelf
1046 36, 5 | bij dit soort mensen een rijker beloning verwerft. ~
1047 55, 18 | met wortel en al uit te roeien, moet de abt alles verstrekken
1048 Prol, 32| Als iemand roemt, moet hij roemen op de Heer". ~
1049 Prol, 3 | die daartoe de sterke en roemrijke wapenen van de gehoorzaamheid
1050 Prol, 32| verder zegt hij: "Als iemand roemt, moet hij roemen op de Heer". ~
1051 44, 4 | 4 Als de abt hem laat roepen en hij komt weer binnen,
1052 7, 9 | in die stijlen heeft Gods roeping verschillende sporten van
1053 64, 12 | men al te hardhandig het roest van een pot wil schuren,
1054 13, 10 | Profeten zoals de kerk van Rome die zingt. ~
1055 48, 17 | aangewezen om in het klooster de ronde te doen op uren dat de broeders
1056 66, 1 | genoeg is om niet te gaan rondlopen. ~
1057 7, 42 | aan; als iemand hun kleed rooft, geven zij hem ook nog hun
1058 49, 4 | onder tranen, op lezing, rouwmoedigheid van hart en vasten. ~
1059 7, 40 | hebt ons zware lasten op de rug gelegd". ~
1060 55, 5 | 5 's winters een ruige kovel, 's zomers een gladde
1061 39, 4 | 4 Een pond brood, ruim gewogen, is per dag voldoende,
1062 64, 16 | want anders vindt hij nooit rust. ~
1063 65, 21 | hij zich daarna nog niet rustig en gehoorzaam betoont in
1064 1, 2 | monniken die in een klooster samenleven en dienen onder een regel
1065 63, 6 | 6 want Samuël en Daniël hebben ondanks
1066 57, 5 | altijd denken aan Ananias en Saphira, om niet de dood die hen
1067 43, 7 | beteren, al was het maar uit schaaamte. ~
1068 48, 18 | zodoende niet alleen zichzelf schaadt, maar ook anderen van hun
1069 1, 8 | zonder herder, niet in de schaapstal van de Heer opgesloten maar
1070 2, 32 | toevertrouwde kudde geen schade lijdt, maar zich veeleer
1071 7, 59 | geschreven staat: "De dwaas schatert het uit als hij lacht".~
1072 43, 11 | doordat hij hun kwijtschelding schenkt. ~
1073 27, 5 | zich met al zijn ijver en scherpzinnigheid ervoor inzetten, om geen
1074 49, 7 | wat slaap, wat praten, wat schertsen; en laat hij dan met de
1075 35, 10 | gekregen heeft levert hij schoon en in goede staat weer bij
1076 35, 7 | beëindigen, houdt 's zaterdags schoonmaak: ~
1077 27, 9 | Hij het op zijn heilige schouders wilde nemen om het zo naar
1078 Prol, 31| 31 Zo schreef ook de Apostel Paulus niets
1079 73, 3 | de door God geïnspireerde Schriften van het Oude en Nieuwe Testament
1080 55, 19 | schoenen, gordel, mes, schrijfstift, naald, zakdoek en schrijfbordje,
1081 58, 20 | 20 Deze oorkonde schrijft hij eigenhandig, of anders,
1082 58, 20 | of anders, als hij niet schrijven kan, vraagt hij een ander
1083 7, 22 | 22 en als wij tevens met schrik bedenken wat er over de
1084 58, 16 | niet meer van zijn hals kan schudden, nu het na een zo langdurig
1085 43, 12 | 12 Maar ook dan moet de schuldige er nog voldoening voor brengen.~
1086 64, 12 | het roest van een pot wil schuren, zou men hem wel eens kunnen
1087 27, 2 | te werk gaan: hij stuurt "senpecten" uit, dat wil zeggen ervaren
1088 2, 26 | van Heli, de priester van Silo. ~
1089 2, 29 | 29 en verder: "Sla uw zoon met de roede en
1090 7, 38 | ons als schapen voor de slachtbank". ~
1091 Prol, 2 | keren van wie u zich door de slapheid van de ongehoorzaamheid
1092 1, 11 | woonplaats. Zij zijn de slaven van hun eigen grillen en
1093 1, 11 | zijn in alle opzichten nog slechter dan de sarabaieten. ~
1094 7, 48 | aanklagen', en Gij hebt mij de slechtheid van mijn hart vergeven".~
1095 73, 7 | 7 Maar ons, trage, slechtlevende en nalatige monniken doen
1096 43, 4 | willen wij, dat die heel slepend en traag gezongen wordt -
1097 32, 4 | klooster laat vervuilen of er slordig mee omgaat, krijgt hij een
1098 5, 11 | weg waarvan de Heer zegt: "Smal is de weg die naar het leven
1099 5, 11 | 11 Daarom kiezen zij de smalle weg waarvan de Heer zegt: "
1100 7, 5 | willen bereiken, als wij snel willen komen tot die hemelse
1101 5, 9 | volgen de beide dingen met de snelheid die voortkomt uit de vreze
1102 Prol, 49| verruimt zich het hart en snelt men met een onuitsprekelijk
1103 31, 1 | wijs is, rijp van karakter, sober en matig, niet verwaand,
1104 39, 10 | aan de ouderen, zodat de soberheid altijd in acht gehouden
1105 61, 10 | dienaar is van dezelfde Heer, soldaat van dezelfde Koning.~
1106 7, 30 | die ons nu in dit leven spaart, omdat Hij barmhartig is
1107 7, 61 | kan men kennen aan zijn spaarzame woorden". ~
1108 2, 15 | verder: "Gij hebt wel naar de splinter in het oog van uw broeder
1109 43, 1 | heeft, en haast zich met spoed er naar toe, ~
1110 Prol, 22| komen door ons erheen te spoeden door het goede te doen.~
1111 60, 1 | mag dat verzoek niet te spoedig worden ingewilligd. ~
1112 31, 16 | vastgestelde rantsoenen zonder een spoor van hooghartigheid en zonder
1113 7, 45 | 45 Want de Schrift spoort ons hiertoe aan met de woorden: "
1114 7, 9 | Gods roeping verschillende sporten van nederigheid en zelftucht
1115 5, 8 | af is, liggen en geven op staande voet en metterdaad gehoorzaam
1116 58, 17 | in het bijzijn van allen stabiliteit, een monastiek levensgedrag
1117 Prol, 34| bergstromen kwamen omlaag, stormen staken op en zij stortten zich
1118 58, 21 | woord en ik zal leven, en stel mij niet teleur in mijn
1119 64, 22 | zeg u, - zo staat er - hij stelde hem aan over al zijn goederen".~ ~ ~
1120 4, 5 | 5 niet stelen,~
1121 Prol, 3 | Heer, en die daartoe de sterke en roemrijke wapenen van
1122 64, 19 | regelen, dat er voor de sterken nog iets te verlangen blijft,
1123 64, 18 | allen nog binnen de dag sterven". ~
1124 1, 6 | regel die op wijze ervaring steunt, maar zij zijn week als
1125 6, 8 | 8 Stijlloze grappen echter en ieder
1126 61, 2 | die hij aantreft en geen stoornis teweegbrengt in het klooster
1127 Prol, 34| bergstromen kwamen omlaag, stormen staken op en zij stortten
1128 Prol, 34| stormen staken op en zij stortten zich op dat huis, maar het
1129 7, 63 | klooster, in de tuin, op straat, op het land of waar dan
1130 1, 4 | hebben tegen de duivel te strijden. ~
1131 7, 40 | vuur. Gij hebt ons in een strik gevangen, Gij hebt ons zware
1132 48, 23 | hij niet wil of niet kan studeren of lezen, wordt hem iets
1133 8, 3 | lessen moeten leren voor die studie gebruikt.~
1134 27, 2 | verstandig arts te werk gaan: hij stuurt "senpecten" uit, dat wil
1135 68, 2 | gaat, kan hij geduldig en tactvol aan zijn meerdere gaan uitleggen,
1136 46, 1 | de voorraadkamer, bij de tafeldienst, in de bakkerij, in de tuin,
1137 32, 3 | de broeders elkaar in die taken aflossen. ~
1138 17, 6 | Als de gemeenschap wat talrijker is zingt men de psalmen
1139 13, 2 | zonder antifoon, in een tamelijk traag tempo zoals op zondag,
1140 64, 21 | horen kreeg, die op tijd de tarwe aan zijn medeknechten had
1141 5, 17 | alleen maar in zijn hart tegenspreekt, ~
1142 68, 3 | maar zonder hooghartigheid, tegenstand of tegenspraak. ~
1143 58, 20 | doen; maar de novice zelf tekent het document en legt het
1144 36, 10 | aansprakelijk voor alle tekortkomingen van zijn leerlingen.~ ~ ~
1145 55, 20 | de abt moet altijd deze tekst uit de Handelingen van de
1146 58, 21 | leven, en stel mij niet teleur in mijn verwachting". ~
1147 Prol, 14| 14 En terwijl de Heer temidden van al die mensen wie Hij
1148 53, 14 | ontvangen in het midden van uw tempel". ~
1149 13, 2 | antifoon, in een tamelijk traag tempo zoals op zondag, zodat allen
1150 71, 8 | verstoordheid door een zegen wordt teniet gedaan. ~
1151 23, 4 | wordt hij, wanneer hij tenminste beseft wat die straf betekent,
1152 7, 21 | 21 Terecht leert men ons dan ook onze
1153 2, 31 | tegemoet treden, een ander met terechtwijzingen, weer een ander met overredingskracht, ~
1154 58, 11 | verblijf van de novicen teruggebracht, en opnieuw wordt hij met
1155 55, 13 | hun thuiskomst gewassen teruggeven. ~
1156 63, 7 | een lagere plaats heeft teruggezet, behouden allen de rang
1157 29, 3 | weten, dat hem nadien iedere terugkeer zal worden ontzegd.~ ~ ~
1158 58, 29 | meegenomen, mag hij niet terugontvangen; deze blijft men in het
1159 51, 1 | diezelfde dag nog wordt terugverwacht in zijn klooster, mag zich
1160 4, 32 | ons verwensen geen kwaad terugwensen, maar hun veeleer het goede
1161 6, 2 | men goede gesprekken soms terwille van de zwijgzaamheid moet
1162 61, 2 | aantreft en geen stoornis teweegbrengt in het klooster door zijn
1163 Prol, 43| 43 dan moeten wij thans, nu er nog tijd is en wij
1164 22, 3 | niet toelaat, slapen ze met tien of twintig tezamen in gezelschap
1165 64, 17 | goddelijke dan wel op de tijdelijke dingen betrekking heeft,
1166 7, 39 | wij de overwinning door toedoen van Hem die ons heeft liefgehad". ~
1167 37, 3 | opzichte een liefdevolle toegeeflijkheid in acht nemen en hen reeds
1168 55, 16 | bevinden die men zich heeft toegeëigend. ~
1169 4, 37 | 37 niet vlug toegeven aan slaap.~
1170 62, 6 | hogere plaats hebben willen toekennen omwille van zijn verdienstelijk
1171 26, 1 | of hem een boodschap doet toekomen, ~
1172 Prol, 5 | heeft willen rekenen in de toekomst nooit over ons slecht gedrag
1173 4, 78 | werkplaats waar wij dit alles met toeleg moeten doen, is de beslotenheid
1174 63, 17 | 17 Aldus wordt in toepassing gebracht wat geschreven
1175 39, 3 | zijn dus voor alle broeders toereikend en als er fruit of jonge
1176 27, 7 | waardoor God zegt: "Wat u vet toescheen, hebt ge gehouden, en wat
1177 7, 21 | wegen die de mens recht toeschijnen, maar die uiteindelijk in
1178 4, 42 | waarneemt,~ het aan God toeschrijven, niet aan zichzelf.~
1179 54, 2 | eigen familieleden hem iets toesturen, mag hij het niet aannemen,
1180 54, 4 | En de broeder aan wie het toevallig gericht was, mag daar niet
1181 28, 1 | wil zeggen, dat men zijn toevlucht neemt tot lijfskastijding. ~
1182 49, 5 | gedurende deze dagen iets toevoegen aan de gewone dagtaak die
1183 4, 32 | maar hun veeleer het goede toewensen.~
1184 60, 4 | hem de plaats na de abt toewijzen; ook mag hij de zegenbeden
1185 7, 65 | zijn hart het woord van de tollenaar het uit Evangelie, die met
1186 2, 24 | weer de liefde van de vader tonend. ~
1187 4, 22 | 22 Zijn toorn niet de vrije loop laten.~
1188 73, 2 | beoefening de mens naar de top van de volmaaktheid voert. ~
1189 73, 7 | 7 Maar ons, trage, slechtlevende en nalatige
1190 7, 67 | Zodra de monnik al deze trappen van nederigheid beklommen
1191 58, 10 | je haar kunt onderhouden, treed dan in; als je het niet
1192 63, 2 | onrechtvaardige maatregelen treffen alsof hij kan doen en laten
1193 5, 10 | het verlangen om voort te trekken naar het eeuwig leven dat
1194 61, 7 | voorkomen dat door zijn treurige levenswijze ook anderen
1195 57, 5 | dood die hen in het lichaam trof, ~
1196 4, 19 | 19 bedroefden troosten.~
1197 7, 3 | hoogmoedig, mijn ogen zijn niet trots omhoog; ik wandelde niet
1198 28, 7 | 7 en verder: "gaat de trouweloze heen, laat hem gaan", 8
1199 24, 1 | de excommunicatie of van tuchtmaatregelen worden afgemeten; ~
1200 22, 7 | slapen niet naast elkaar maar tussen de ouderen in. ~
1201 7, 62 | 62 De twaalfde trap van nederigheid bestaat
1202 2, 11 | hij zijn leerlingen op een tweevoudige wijze als leraar leiding
1203 62, 10 | schuld niet meer valt te twijfelen, wordt hij uit het klooster
1204 22, 3 | toelaat, slapen ze met tien of twintig tezamen in gezelschap van
1205 65, 7 | komt uit voort afgunst, twist, kwaadsprekerij, naijver,
1206 4, 76 | zal de Heer ons het loon uitbetalen, dat Hijzelf beloofd heeft:~
1207 58, 24 | van te voren aan de armen uitdelen, ofwel het door een plechtige
1208 7, 62 | hele lichaamshouding een uitdrukking is van nederigheid voor
1209 68, 4 | 4 Als na die uiteenzetting de overste bij zijn inzicht
1210 7, 21 | recht toeschijnen, maar die uiteindelijk in het diepst van de hel
1211 46, 5 | zonde in de ziel gaat die uiteraard verborgen is, moet hij die
1212 49, 6 | maat van zijn verplichting uitgaat,~
1213 65, 15 | godvrezende broeders daartoe heeft uitgekozen. ~
1214 48, 16 | eerste dag van de vasten uitgereikt.~
1215 33, 1 | met wortel en al worden uitgeroeid: ~
1216 8, 2 | het opstaan dus goed is uitgerust. ~
1217 51, 1 | een of andere boodschap uitgestuurd wordt en diezelfde dag nog
1218 40, 4 | 4 Aan wie God het uithoudingsvermogen geeft om er zich van te
1219 34, 6 | zelfs maar in een woord of uiting de kop opsteekt.~
1220 9, 8 | Nieuwe Testament: maar ook de uitleg daarvan, zoals erkende en
1221 68, 2 | tactvol aan zijn meerdere gaan uitleggen, waarom het hem onmogelijk
1222 7, 21 | in het diepst van de hel uitmonden", ~
1223 Prol, 19| stem van de Heer, die ons uitnodigt? ~
1224 2, 3 | ontvangen, die ons doet uitroepen: Abba, Vader!". ~
1225 Prol, 40| ons hart en lichaam dan uitrusten voor de strijd, dat wil
1226 5, 9 | het bevel dat de meester uitspreekt en het werk dat de leerling
1227 60, 4 | ook mag hij de zegenbeden uitspreken en het slotgebed zeggen,
1228 44, 1 | de bidplaats op de grond uitstrekken:~
1229 22, 8 | bescheiden aansporen om uitvluchten van langslapers te voorkomen.~ ~ ~
1230 49, 7 | verlangen, dat uit de Geest is, uitzien naar het heilig Paasfeest.~
1231 18, 14 | 14 met uitzondering van die welke voorbehouden
1232 60, 3 | 3 Men mag dan ook geen uitzonderingen voor hem maken, om gevolg
1233 7, 38 | woorden in de mond: "Om uwentwil worden wij iedere dag opnieuw
1234 31, 10 | moet hij beschouwen als vaatwerk dat aan de altaardienst
1235 48, 8 | handen leven zoals onze Vaderen en de Apostelen. ~
1236 73, 8 | weg bent naar het hemels vaderland: breng eerst met Christus'
1237 53, 17 | 17 Twee broeders die vakbekwaam zijn, worden voor een jaar
1238 57, 2 | hen verwaand is op zijn vakkennis, omdat hij meent iets voor
1239 38, 10 | het hem wellicht zwaar zou vallen om zolang nuchter te blijven. ~
1240 4, 7 | 7 geen vals getuigenis geven.~
1241 7, 43 | Apostel Paulus verdragen zij valse broeders en zullen zij zegenen
1242 4, 24 | 24 Geen valsheid in het hart dragen,~
1243 8, 4 | 4 Vanaf Pasen daarentegen tot aan
1244 Prol, 33| 33 Vandaar dat ook de Heer in het Evangelie
1245 6, 3 | aan volmaakte leerlingen vanwege het groot belang van het
1246 53, 15 | rijken inboezemen leidt vanzelf wel tot eerbetoon.~
1247 71, 3 | aangestelde gezagsdragers heeft vanzelfsprekend voorrang - en wij willen
1248 18, 23 | mits hij er onverkort aan vasthoudt, dat iedere week het volledige
1249 4, 12 | 12 zich niet vastklampen aan het genot;~
1250 63, 4 | In de volgorde die hij vaststelt of die de broeders zelf
1251 61, 6 | gast gebleken is, dat hij veeleisend is of behept met ondeugden,
1252 36, 4 | moeilijk maken door hun veeleisendheid. ~
1253 20, 3 | zullen worden omwille van een veelheid van woorden, maar omwille
1254 2, 31 | maken aan de gesteltenis van velen. De een moet hij met milde
1255 2, 9 | verkondigd, maar zij hebben mij veracht en versmaad". ~
1256 7, 11 | hen doet branden die God verachten, en hoe anderzijds het eeuwig
1257 7, 52 | spot van de mensen en de verachting van het volk". ~
1258 65, 10 | 10 De verantwoordelijkheid voor deze rampzalige gang
1259 7, 44 | bedreven heeft zonder iets te verbergen nederig aan zijn abt belijdt. ~
1260 2, 28 | dwaas is met woorden niet te verbeteren", ~
1261 72, 1 | slechte ijver is - vrucht van verbittering -, die van God verwijdert
1262 31, 15 | inlaten met zaken, die hem verboden zijn. ~
1263 2, 14 | mond vol te hebben van mijn Verbond, terwijl gij toch de tucht
1264 69, 2 | bloedverwantschap met elkaar verbonden zouden zijn. ~
1265 7, 44 | alle kwaad dat men in het verborgene bedreven heeft zonder iets
1266 70, 2 | een van zijn broeders te verbreken of hem te slaan, tenzij
1267 65, 2 | tweedracht in het hand en doen verdeeldheid ontstaan in de gemeente. ~
1268 18, 16 | drie psalmen te kort komt, verdeelt men de langste psalmen van
1269 33, 7 | voldoening vindt in dit verderfelijk kwaad, wordt hij eenmaal
1270 Prol, 50| lijden van Christus, en zo te verdienen om ook deelgenoten te worden
1271 7, 37 | Laat uw hart sterk zijn en verdraag de Heer". ~
1272 27, 8 | achterliet om het ene schaap, dat verdwaald was, te gaan zoeken. ~
1273 65, 14 | omstandigheden het zouden vereisen of de gemeente vraagt erom
1274 Prol, 47| het behoud van de liefde vereist wordt, ~
1275 2, 33 | meer zorg te besteden aan vergankelijke, aardse en onbestendige
1276 13, 13 | gebed waarin zij zeggen: "Vergeef ons zoals wij vergeven",
1277 4, 29 | 29 Geen kwaad met kwaad vergelden.~
1278 Prol, 33| hoort en ernaar handelt, hem vergelijk Ik met een verstandig man,
1279 7, 10 | op zijn hoede is voor de vergetelheid~
1280 24, 7 | voldoening te hebben gebracht vergiffenis krijgt.~ ~ ~
1281 Prol, 30| 30 die daarom de Heer verheerlijken, die in hen werkt, door
1282 57, 9 | opdat God in alles worde verheerlijkt".~ ~ ~
1283 7, 4 | dacht, als ik mijzelf zou verheffen? Als een kind, dat niet
1284 2, 26 | in overtreding zijn niet verhelen, maar ze, zo goed als hij
1285 2, 32 | van een goede kudde kan verheugen. ~
1286 7, 1 | en wie zich vernedert zal verheven worden". ~
1287 7, 53 | 53 "Ik verhief mij, maar ben vernederd
1288 64, 5 | 5 dan moeten zij verhinderen, dat het plan van de kwaadwilligen
1289 4, 41 | 41 Alles wat men verhoopt, aan God toevertrouwen.~
1290 20, 3 | wel beseffen, dat wij niet verhoord zullen worden omwille van
1291 7, 39 | goddelijke vergelding die zij verhopen, voegen zij er vol blijdschap
1292 45, 2 | wat hij door nalatigheid verkeerd gedaan heeft. ~
1293 Prol, 43| en wij nog in dit lichaam verkeren, en nu het nog mogelijk
1294 1, 9 | hun aanstaat en wat zij verkiezen noemen ze dan ook heilig,
1295 2, 9 | waarheid en uw heil heb ik verkondigd, maar zij hebben mij veracht
1296 57, 4 | 4 Als men iets moet verkopen van wat de ambachtslieden
1297 4, 14 | 14 De armen verkwikken,~
1298 31, 1 | bars, niet traag en niet verkwistend, ~
1299 31, 12 | gierig zijn, maar ook geen verkwister die het bezit van het klooster
1300 48, 12 | voor de noon gegeven wordt, verlaat ieder zijn werk om klaar
1301 Prol, 15| mens, die naar het leven verlangt en goede dagen wenst te
1302 65, 18 | zich door hoogmoed laat verleiden tot een verwaand gedrag,
1303 Prol, 36| gedrag bij wijze van uitstel verlengd, ~
1304 2, 33 | toevertrouwd niet uit het oog verliezen of van minder belang achten
1305 4, 10 | 10 Zichzelf verloochenen om Christus te volgen.~
1306 27, 5 | zijn toevertrouwd te laten verloren gaan. ~
1307 13, 14 | kunnen antwoorden: "Maar verlos ons van het kwade".~ ~ ~
1308 28, 5 | opdat de Heer die alles vermag, de genezing van de zieke
1309 Prol, 9 | Gods stem ons dagelijks vermanend toeroept: ~
1310 39, 7 | maar vóór alles onmatigheid vermeden wordt, zodat nooit een monnik
1311 64, 12 | voorzichtig te werk gaan en vermijde hij iedere overdrijving,
1312 64, 18 | ik mijn kudde nog langer vermoei met lopen, zullen allen
1313 59, 7 | 7 Zij die minder vermogend zijn gaan op dezelfde manier
1314 34, 4 | daarentegen meer nodig heeft vernedere zich om zijn zwakheid en
1315 64, 21 | heeft, van de Heer mogen vernemen wat de goede knecht te horen
1316 Prol, 39| van zijn tent en hebben vernomen op welke voorwaarden men
1317 62, 4 | Regel en de kloostertucht te veronachtzamen, maar meer en meer make
1318 70, 6 | volwassen monniken iets veroorlooft, en zelfs wie zich tegenover
1319 62, 3 | 3 en veroorlove zich niets tenzij wat de
1320 29, 1 | de fout die zijn weggaan veroorzaakt heeft; ~
1321 36, 10 | door de kellenaars of de verplegers worden verwaarloosd, want
1322 50, 4 | het dienstwerk waartoe ze verplicht zijn.~ ~ ~
1323 49, 6 | dat boven de maat van zijn verplichting uitgaat,~
1324 53, 13 | voetwassing van alle gasten wordt verricht zowel door de abt als door
1325 18, 25 | ijver ditzelfde op één dag verrichtten, wat wij, lauwe monniken,
1326 Prol, 49| monniksleven en in het geloof, verruimt zich het hart en snelt men
1327 55, 1 | 1 Men verschaft de broeders kleren die aangepast
1328 7, 6 | aan Jacob in zijn droom verschenen is en waarlangs hij engelen
1329 7, 64 | schrikwekkend oordeel moest verschijnen. ~
1330 2, 21 | grond, waarop wij door Hem verschillend beoordeeld worden, is, of
1331 25, 3 | in rouwmoedige boete, de verschrikkelijke uitspraak van de apostel
1332 4, 35 | 35 niet verslaafd zijn aan wijn,~
1333 55, 12 | hun kousen en alles wat versleten is leveren de broeders in,
1334 55, 5 | s zomers een gladde of versletene -, ~
1335 2, 9 | zij hebben mij veracht en versmaad". ~
1336 38, 10 | te gaan lezen een beker versneden wijn omwille van de heilige
1337 59, 6 | manier moeten alle wegen versperd worden, zodat er voor de
1338 31, 12 | het bezit van het klooster verspilt; alles daarentegen moet
1339 61, 7 | moet hem zelfs beleefd te verstaan geven, dat hij vertrekken
1340 58, 6 | ouderling belast die de kunst verstaat hun zielen te winnen en
1341 63, 19 | totdat zij tot de jaren van verstand gekomen zijn.~ ~ ~
1342 71, 7 | is of slechts een weinig verstoord, ~
1343 71, 8 | voldoening te geven, tot die verstoordheid door een zegen wordt teniet
1344 27, 7 | en wat zwak was hebt ge verstoten". ~
1345 55, 18 | roeien, moet de abt alles verstrekken wat men nodig heeft, ~
1346 67, 5 | veroorloven aan een ander te vertellen wat hij buiten het klooster
1347 Prol, 6 | zonen, wel eens als een vertoornde vader kunnen onterven, ~
1348 31, 16 | hooghartigheid en zonder vertraging om hun geen reden tot ontevredenheid
1349 7, 45 | gij gaat aan de Heer en vertrouw op Hem". ~
1350 33, 5 | 5 Zij moeten erop vertrouwen, dat ze alles wat ze nodig
1351 68, 5 | gehoorzame hij uit liefde en vertrouwend op Gods hulp.~ ~ ~
1352 73 | GERECHTIGHEID IN DEZE REGEL VERVAT IS~ ~
1353 4, 33 | 33 Vervolging verduren omwille van de
1354 48, 6 | 6 De noon wordt vervroegd en op de helft van het achtste
1355 32, 4 | bezit van het klooster laat vervuilen of er slordig mee omgaat,
1356 53, 21 | Een broeder, wiens ziel vervuld is van de vreze Gods, wordt
1357 36, 10 | of de verplegers worden verwaarloosd, want persoonlijk is hij
1358 31, 11 | Niets mene hij te mogen verwaarlozen. ~
1359 36, 6 | dat de zieken onder enige verwaarlozing te lijden hebben. ~
1360 58, 21 | mij niet teleur in mijn verwachting". ~
1361 63, 2 | toevertrouwde kudde niet in verwarring brengen en onrechtvaardige
1362 71, 1 | allen ten aanzien van de abt verwezenlijkt worden maar de broeders
1363 28, 6 | het woord van de Apostel: "Verwijder de boosdoener uit uw midden"; ~
1364 8, 4 | behoeften van de natuur kunnen verwijderen - aanstonds gevolgd worden
1365 67, 5 | want dat kan een heel grote verwoesting aanrichten. ~
1366 22, 5 | er zich in hun slaap mee verwonden. ~
1367 40, 6 | dat wij niet drinken tot verzadigens toe maar met mate; ~
1368 18, 10 | voor de hymnen, lessen en verzen voor al die dagen dezelfde. ~
1369 23, 1 | ontevreden is, of als hij verzet pleegt en minachting toont
1370 4, 73 | vóór zonsondergang weer verzoenen met wie men onenigheid heeft.~
1371 18, 18 | is dan de volgorde van de vesperpsalmen: al het overige: de les,
1372 27, 7 | waardoor God zegt: "Wat u vet toescheen, hebt ge gehouden,
1373 Prol, 34| zich op dat huis, maar het viel niet in, want het was gegrondvest
1374 44, 1 | uitgesloten, moet, telkens als de viering van het werk Gods in de
1375 39, 11 | onthouden van het vlees van viervoeters, behalve de zieken die erg
1376 48, 1 | 1 Ledigheid is de vijand van de ziel; en daarom moeten
1377 7, 44 | 44 De vijfde trap van de nederigheid
1378 70, 4 | kinderen staan wel tot hun vijftiende jaar onder het toezicht
1379 65, 22 | de naijver zijn ziel in vlam zet.~ ~ ~
1380 7, 18 | Eerst dan zal ik zonder vlek zijn vóór zijn aanschijn,
1381 4, 37 | 37 niet vlug toegeven aan slaap.~
1382 37, 2 | genomen worden en wat de voeding betreft mag de Regel beslist
1383 20, 4 | door Gods genade, gedrongen voelt ermee door te gaan. ~
1384 3, 8 | Niemand in het klooster volge de neiging van zijn eigen
1385 7, 36 | Wie tot het einde toe volhard zal hebben, zal gered worden". ~
1386 60, 2 | Maar als hij beslist en met volharding blijft aandringen, moet
1387 7, 36 | 36 en volhoudt zonder zich te laten ontmoedigen
1388 7, 52 | en de verachting van het volk". ~
1389 Prol, 28| ogen van zijn hart en hem volkomen machteloos maakt door het
1390 7, 67 | liefde tot God bereiken, die volmaakt is en de vrees buitensluit. ~
1391 73, 2 | mens naar de top van de volmaaktheid voert. ~
1392 70, 2 | slaan, tenzij hij daartoe volmacht gekregen heeft van de abt. ~
1393 70, 6 | opdracht van de abt tegen volwassen monniken iets veroorlooft,
1394 59, 3 | door bemiddeling van een voogd of op welke andere wijze
1395 11, 4 | hun antifonen evenals de voorafgaande, en het vers. ~
1396 63, 16 | gaat niet opnieuw zitten, vooraleer zijn oudere het hem zegt. ~
1397 64, 19 | Laat hij deze en andere voorbeelden van gematigdheid, die de
1398 53, 24 | vraagt de zegen en gaat voorbij, zeggende, dat hij geen
1399 25, 6 | Niemand groet hem in het voorbijgaan met de zegenwens, en ook
1400 72, 7 | zoeke wat hij voor zichzelf voordelig acht, maar veeleer wat goed
1401 2, 26 | uitroeien, zodra ze zich voordoen, indachtig de dood van Heli,
1402 45, 1 | een antifoon of een les voordraagt, en zich niet ter plaatse
1403 50, 4 | reis gestuurd worden de voorgeschreven uren niet overslaan, maar
1404 11, 13 | wiens nalatigheid het is voorgevallen, daarvoor op een aangepaste
1405 61, 13 | klooster dat hem bekend is voorgoed in het zijne op te nemen
1406 39, 3 | fruit of jonge groenten voorhanden zijn kan er nog een derde
1407 2, 12 | Heren door zijn woorden voorhoudt, maar de hardleersen en
1408 53, 3 | met de meest liefdevolle voorkomendheid. ~
1409 53, 10 | vasten, tenzij het juist een voorname vastendag is die niet geschonden
1410 11, 7 | het Nieuwe Testament op voornoemde wijze.~
1411 46, 1 | werk, in de keuken, in de voorraadkamer, bij de tafeldienst, in
1412 Prol, 44| 44 ons voortspoeden en datgene doen wat ons
1413 64, 14 | de ondeugden moet laten voortwoekeren; integendeel: hij moet ze
1414 64, 22 | 22 "Voorwaar Ik zeg u, - zo staat er -
1415 Prol, 39| hebben vernomen op welke voorwaarden men er kan wonen. Als wij
1416 66, 8 | onwetendheid als uitvlucht kan voorwenden.~ ~ ~
1417 2, 6 | schrikwekkend oordeel Gods voorwerp van onderzoek zullen zijn. ~
1418 64, 12 | hij moet straffen, zal hij voorzichtig te werk gaan en vermijde
1419 9, 6 | derde les zingt hij die voorzingt het "Eer aan de Vader". ~
1420 17, 10 | en de zegen die het slot vormt.~ ~ ~
1421 4, 25 | 25 geen gehuichelde vredeskus geven,~
1422 60, 3 | hetgeen geschreven staat: "Vriend, waartoe zijt gij gekomen?".~
1423 31, 13 | moet hij hem minstens een vriendelijk antwoord aanreiken, ~
1424 2, 24 | met dreigementen en met vriendelijkheid te werk moet gaan, nu eens
1425 41, 2 | zeer drukt, op woensdag en vrijdag wachten met eten tot het
1426 13, 8 | 8 's vrijdags psalm 75 en 91, ~
1427 2, 18 | 18 Een vrijgeborene mag geen voorrang krijgen
1428 35, 5 | talrijk is, wordt de kellenaar vrijgesteld van de keukendienst; en
1429 2, 8 | het oordeel van de Heer vrijuit gaat, als hij alle herderlijke
1430 48, 14 | zij zich van 's morgens vroeg tot aan het einde van het
1431 4, 57 | 57 Zijn vroegere zonden dagelijks met tranen
1432 72, 1 | er een slechte ijver is - vrucht van verbittering -, die
1433 6, 3 | als het goede, heilige en vruchtbare gesprekken betreft. ~
1434 28, 4 | bemerkt dan dat al zijn moeite vruchteloos blijft dan moet hij ook
1435 59, 5 | geven en houden zij het vruchtgebruik ervan aan zichzelf, als
1436 66, 4 | zonder dralen te woord met de vurigheid van de liefde. ~
1437 72, 3 | de monniken zich met de vurigste liefde toeleggen; dat wil
1438 7, 29 | op ieder uur van de dag waakzaam zijn. Want anders zou God -
1439 18, 24 | al te traag in de dienst waaraan zij zich gewijd hebben tonen
1440 31, 14 | Een goed woord is meer waard dan de beste gave".~
1441 7, 5 | komen tot die hemelse hoogte waarnaar men opklimt langs de nederigheid
1442 4, 42 | men in zichzelf iets goed waarneemt,~ het aan God toeschrijven,
1443 31, 8 | 8 Hij wake over zijn ziel, steeds het
1444 7, 12 | met woorden, in handel en wandel, of ook door het volgen
1445 7, 3 | zijn niet trots omhoog; ik wandelde niet in grootse dingen,
1446 65, 2 | zelfverheffing gebracht worden: zij wanen zich een tweede abt, eigenen
1447 7, 42 | Heren: als men hen op de wang slaat, bieden zij ook de
1448 4, 74 | aan Gods barmhartigheid wanhopen.~
1449 27, 3 | 3 die de wankele broeder als het ware in
1450 38, 8 | over iets anders; dit om wanorde te voorkomen. ~
1451 65, 10 | bij hen die een dergelijke wantoestand in het leven geroepen hebben.~
1452 Prol, 3 | daartoe de sterke en roemrijke wapenen van de gehoorzaamheid opneemt.~
1453 55, 2 | heeft men meer nodig, in warme minder. ~
1454 55, 10 | nacht en om ze te kunnen wassen. ~
1455 35, 8 | 8 hij wast het linnen waarmee de broeders
1456 65, 2 | tweede abt, eigenen zich wederrechtelijk de macht toe, werken de
1457 64, 10 | opdat hijzelf dit ook eens wedervaren mag. ~
1458 72, 4 | 4 "zij moeten wedijveren in respect voor elkaar"~
1459 35, 18 | ontvangen heeft, begint hij zijn weekdienst.~ ~ ~
1460 23, 1 | 1 Wanneer een broeder weerbarstig, ongehoorzaam, hoogmoedig
1461 Prol, 17| eeuwige leven wilt hebben, weerhoud dan uw tong van het kwade
1462 48, 12 | staan als het tweede teken weerklinkt. ~
1463 71, 9 | gestraft, of zelfs, wanneer hij weerspannig is, uit het klooster gezet.~ ~ ~
1464 1, 5 | eigen hand en arm veilig weerstand te bieden aan de aanvechtingen
1465 29, 1 | beteren van de fout die zijn weggaan veroorzaakt heeft; ~
1466 7, 11 | anderzijds het eeuwig leven is weggelegd voor hen die God vrezen. ~
1467 48, 24 | overmatige inspanning of weglopen. ~
1468 Prol, 28| met zijn influisteringen wegstoot van vóór de ogen van zijn
1469 22, 6 | gegeven wordt, staan ze zonder weifelen op en haasten zich naar
1470 31, 7 | behandelen, maar nederig weigere hij met opgave van redenen
1471 58, 16 | beraad vrij heeft kunnen weigeren of aannemen.~
1472 58, 3 | men hem behandelt en de weigering om hem binnen te laten gedurende
1473 43, 19 | krijgt aangeboden en hij weigert het aan te nemen, dan zal
1474 71, 7 | over hem is of slechts een weinig verstoord, ~
1475 7, 60 | nederig en ernstig, met weinige en weloverwogen woorden
1476 49, 2 | 2 maar omdat slechts weinigen zoveel deugd bezitten, raden
1477 7, 35 | moet verduren, zwijgend en welbewust zijn geduld blijft bewaren ~
1478 5, 14 | gehoorzaamheid zal eerst dan welgevallig zijn aan God en aangenaam
1479 40, 6 | 6 Wij lezen weliswaar, dat wijn bij monniken volstrekt
1480 7, 60 | ernstig, met weinige en weloverwogen woorden en zonder luidruchtigheid, ~
1481 61, 5 | vestigen, moet men deze wens niet afwijzen, te meer omdat
1482 59, 5 | aan zichzelf, als zij dat wensen.~
1483 4, 20 | Zich verre houden van een wereldse wijze van handelen.~
1484 55, 6 | 6 en verder aparte werkkleding en als schoeisel kousen
1485 4, 78 | 78 De werkplaats waar wij dit alles met toeleg
1486 66, 6 | tuin en de verschillende werkplaatsen voor de ambachten zich binnen
1487 Prol, 30| verheerlijken, die in hen werkt, door met de profeet te
1488 48, 3 | het vierde uur de nodige werkzaamheden.~
1489 44, 4 | en hij komt weer binnen, werpt hij zich neer voor de voeten
1490 2, 30 | goed weten, dat van hem, wien meer is toevertrouwd, meer
1491 62, 1 | priester of diaken wil laten wijden, kiest hij onder de zijnen
1492 31, 1 | de gemeente gekozen, die wijs is, rijp van karakter, sober
1493 61, 4 | opmerking maakt, dient de abt wijselijk bij zichzelf na te gaan,
1494 4, 43 | erkennen en het aan zichzelf wijten.~
1495 59, 2 | Samen met de offergave wikkelen zij deze oorkonde en de
1496 27, 9 | op zijn heilige schouders wilde nemen om het zo naar de
1497 7, 31 | zijn eigen verlangens in te willigen. ~
1498 2, 14 | haat en mijn woorden in de wind slaat?"~
1499 31, 1 | matig, niet verwaand, niet wispelturig, niet bars, niet traag en
1500 55, 10 | om van kleren te kunnen wisselen) voor de nacht en om ze
1501 49, 3 | deze heilige dagen uit te wissen. ~
|