Hoofdstuk 11 HOE OP ZONDAGEN DE NACHTGETIJDEN GEZONGEN
WORDEN
1 's
Zondags staat men vroeger op voor de nachtgetijden.
2 Voor
deze nachtgetijden moet men binnen de volgende maat blijven: nadat er eerst
zoals wij boven hebben vastgesteld, zes psalmen en een vers gezongen zijn, gaan
allen ordelijk en volgens rang op de banken zitten en worden er uit het boek -
zoals we boven reeds zeiden - vier lessen gelezen met haar responsories,
3 waarbij
alleen na het vierde responsorie door de zanger het "Eer aan de
Vader" gezongen wordt. Zodra hij dit aanheft, staan allen eerbiedig op.
4 Na
deze lessen volgen zes andere psalmen in numerieke volgorde met hun antifonen
evenals de voorafgaande, en het vers.
5 Daarna
worden weer vier andere lessen gelezen met haar responsories op dezelfde manier
als boven.
6 Hierna
zingt men drie kantieken uit de profeten, die de abt heeft aangewezen. Deze
kantieken worden met Alleluia gezongen.
7 Als
ook het vers gezongen is en de abt heeft de zegen gegeven, worden er weer vier
lessen gelezen uit het Nieuwe Testament op voornoemde wijze.
8 Na
het vierde responsorie heft de abt de hymne "U, God, loven wij" aan.
9 Zodra
die geheel gezongen is, leest de abt de les uit het Evangelie, waaronder allen
staan met eerbied en ontzag.
10 Als
die geëindigd is, antwoorden allen: "Amen", en de abt laat dan
onmiddellijk de hymne volgen "U komt lof toe". Nadat hij de zegen
heeft gegeven, beginnen de ochtendgetijden.
11 Deze
regeling van de nachtgetijden blijft voor de zondag het gehele jaar door van
kracht, 's zomers zowel als 's winters;
12 of
het moest ongelukkigerwijs gebeuren dat men te laat opstaat, want dan moeten de
lessen of responsories wat worden ingekort.
13 Er
moet echter zorgvuldig gewaakt worden, dat dit nooit voorkomt. Mocht het toch
gebeuren, dan moet hij door wiens nalatigheid het is voorgevallen, daarvoor op
een aangepaste wijze in het koor voldoening brengen aan God.
|