Hoofdstuk 18 IN WELKE VOLGORDE DEZE PSALMEN GEZONGEN
WORDEN
1 Eerst
zingt men het vers "God, kom mij te hulp; Heer, haast u mij te helpen"
met "Eer aan de Vader", vervolgens de hymne eigen aan elk uur.
2 Dan
worden voor het uur van de Primen op zondag vier delen van psalm 118 gezongen;
3 voor
de andere uren, te weten de Terts, Sext en Noon, worden telkens drie delen van
diezelfde psalm 118 gezongen.
4 In
de Primen van de maandag zingt men drie psalmen, namelijk 1,2 en 6.
5 En
zo zingt men iedere dag tot aan de zondag in de Primen telkens drie psalmen
zoals ze op elkaar volgen tot aan psalm 19, maar dan zó dat psalm 9 en 17 in
tweeën gedeeld worden.
6 Op
die manier kan men de nachtgetijden van de zondag altijd met psalm 20 beginnen.
7 In
de Terts, Sext en Noon van de maandag worden de negen nog overblijvende delen
van psalm 118 gezongen, telkens drie in elk van die uren.
8 Psalm
118 wordt dus verdeeld over twee dagen, de zondag namelijk en de maandag;
9 en
van dinsdag af zingt men in de Terts, Sext en Noon telkens drie psalmen te
beginnen met psalm 119 tot en met psalm 127: dat zijn samen negen psalmen.
10 Deze
psalmen worden in die uren tot aan de zondag telkens eender hernomen en
eveneens blijft de regeling voor de hymnen, lessen en verzen voor al die dagen
dezelfde.
11 Dat
wil dus zeggen, dat men op zondag altijd weer begint met psalm 118.
12 In
de Vespers worden iedere dag vier psalmen gezongen.
13 Deze
psalmen beginnen bij psalm 109 en lopen tot psalm 147,
14 met
uitzondering van die welke voorbehouden zijn voor andere uren, dat wil zeggen
psalm 117 tot en met psalm 127 en bovendien psalm 133 en psalm 142;
15 al
de overige worden gezongen in de Vespers.
16 Maar
omdat men zo drie psalmen te kort komt, verdeelt men de langste psalmen van
bovengenoemde reeks, te weten psalm 138, 143 en 144.
17 Psalm
116 daarentegen wordt, omdat hij maar kort is, bij psalm 115 gevoegd.
18 Dat
is dan de volgorde van de vesperpsalmen: al het overige: de les, het
responsorie, de hymne, het vers, en het kantiek worden uitgevoerd zoals wij dat
hierboven hebben vastgesteld.
19 In
de Completen herhaalt men iedere dag dezelfde psalmen, namelijk psalm 4, 90 en
133.
20 Dit
is dan de regeling van het psalmgezang in de loop van de dag. Alle psalmen die
overblijven worden gelijkmatig verdeeld over de zeven nachtgetijden,
21 maar
zó, dat de langste van die psalmen gedeeld worden en iedere nacht er twaalf
krijgt.
22 Vóór
alles dringen wij hierop aan: als iemand deze psalmverdeling niet zou bevallen,
laat hij dan een andere maken die hij beter oordeelt,
23 mits
hij er onverkort aan vasthoudt, dat iedere week het volledige psalmboek met
zijn honderdvijftig psalmen gezongen wordt en dat dit telkens opnieuw van het
begin af hernomen wordt in de nachtgetijden van de zondag.
24 Want
al te traag in de dienst waaraan zij zich gewijd hebben tonen zich monniken,
die in de loop van een week minder zingen dan het boek der Psalmen met de
gebruikelijke kantieken,
25 als
wij immers lezen, dat onze heilige Vaders, met ijver ditzelfde op één dag
verrichtten, wat wij, lauwe monniken, toch wel in een hele week mogen doen.
|