Chapter, Paragraph
1 Inl,1 | voor ons gedaan heeft: "één mens is gestorven voor allen ...
2 I,8 | roept. Het komt voor dat een mens bij zijn ontmoeting met
3 I,8 | geeft aan dat de zonde een mens belet zich open te stellen
4 I,10 | zichtbaar hoe de Vader aan de mens wil openbaren op welke wijze
5 I,10 | Zo verzoent Jezus de mens niet alleen met God maar
6 I,12 | volledige Christus, God en mens, tegenwoordig komt." 27
7 I,12 | in het gelaat van iedere mens – vooral wanneer de tranen
8 II,19 | voor de waardigheid van de mens, voor het gezin, het huwelijk,
9 II,19 | de grondrechten van de mens in de natuur zelf zijn gelegen,
10 II,24 | naar Gods beeld geschapen mens." 64 Bovendien leidt een
11 II,25 | toe aan de hoede van de mens (vgl. Gn 2,15) die de bekroning
12 II,25 | milieubeheer brengt dat voor iedere mens concrete verplichtingen
13 III,27 | goddelijke liefde blijven in een mens die geld genoeg heeft, en
14 III,27 | grote waardigheid van iedere mens, en bijgevolg de gemeenschap
15 III,29 | Woord, de verlossing van de mens, en de andere grote daden
16 III,32 | metanoia) waartoe iedere mens geroepen is, leidt tot het
17 III,32 | Schrift zegt moet de oude mens sterven en de nieuwe mens
18 III,32 | mens sterven en de nieuwe mens geboren worden, dat wil
19 III,32 | dat wil zeggen dat iedere mens "wordt vernieuwd tot het
20 IV,43 | alleen het leven van iedere mens volmaakt kan vervullen." 154
21 IV,45 | waardigheid die aan iedere mens toekomt. Ze "hekelt discriminatie,
22 IV,46 | 46. "Toen God de eerste mens en de eerste vrouw vormde
23 V,52 | geestelijke noden, want in iedere mens wordt het gelaat van Christus
24 V,54 | als een factor waardoor de mens zijn persoonlijkheid en
25 V,55 | de waardigheid van iedere mens. In dit perspectief kan
26 V,56 | waardoor het leven van iedere mens geleid moet worden. Zonder
27 V,57 | meesterwerk van God is de mens beeld en gelijkenis van
28 V,57 | de waardigheid van iedere mens zonder uitzondering ingestaan
29 V,57 | de centrale plaats van de mens in de natuurlijke orde (
30 V,57 | op de waardigheid van de mens als kind van God." 211 Vandaar
31 V,57 | tegen de waardigheid van de mens een vergrijp is tegen God
32 V,58 | zorgen dat er geen enkele mens uitgesloten wordt." 213
33 V,63 | verknochtheid aan het leven van de mens uitgesproken, vanaf zijn
34 V,63 | leven en waardigheid van de mens die overal en iedere dag
35 V,63 | bejaarden. Ze moeten als mens gerespecteerd worden; er
36 V,64 | te ontmoeten. Daar iedere mens, van welk ras of welke afkomst
37 VI,67 | goddelijk gelaat van de mens. Juist deze verkondiging
38 VI,68 | is, de Zoon van God die mens werd, stierf en opstond
39 VI,69 | hart geraakt wordt, en de mens ertoe gebracht wordt om
40 VI,70 | aan te nemen is Gods Zoon mens geworden in de schoot van
41 VI,71 | integrale ontwikkeling van de mens." 271 Gezien de gewichtige
42 VI,71 | gezin is de plaats waar de mens primair wordt opgevoed." 276~
43 Conclu,76| aarde verspreid zijn.~U, die mens bent geworden en tot een
|