Chapter,  Paragraph

 1 Inl,2     |           de verbondenheid van de bisschoppen met elkaar, gezamenlijk "
 2 Inl,4     |           geschapen waardoor alle bisschoppen van de synodale vergadering
 3 Inl,4     |        van Christus, met talrijke bisschoppen, priesters, godgewijde personen
 4 Inl,4     | pan-Amerikaanse bijeenkomsten van bisschoppen, waar de deelnemers onderwerpen
 5 Inl,6     |        van de Latijns-Amerikaanse Bisschoppen: "De viering van de vijfhonderd
 6 Inl,6     |          in zoverre ze voor u als bisschoppen samen met uw priesters en
 7 II,15     |    martelaren, mannen en vrouwen, bisschoppen en priesters, religieuzen
 8 III,26    |        voortdurend in de oren van bisschoppen, priesters, diakens, godgewijde
 9 III,28    |          vraagt met name van ons, bisschoppen, zich waarachtig de persoonlijke
10 III,32    |      nalaten vaak te biechten".94 Bisschoppen en priesters ervaren persoonlijk
11 IV,33     |          onderlinge banden tussen bisschoppen, hartelijke betrekkingen
12 IV,33(98) |         Geloofsleer, Brief aan de bisschoppen van de katholieke Kerk over
13 IV,33     |        van het gehele college van bisschoppen onder het gezag van de opvolger
14 IV,36     |                                De bisschoppen als bouwers van communio~
15 IV,36     |           groeien. Wanneer dus de bisschoppen bedenken dat ze ieder "afzonderlijk
16 IV,36(117)|        het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk Christus Dominus,
17 IV,37     |         in de geschiedenis die de bisschoppen van het gehele continent
18 IV,37     |   experimenten met communio onder bisschoppen, die vooral na het Tweede
19 IV,37     |      migratie en oecumene".123~De bisschoppen, die tot taak hebben de
20 IV,38     |        christelijk Oosten; dat de bisschoppen van de Oosterse Katholieke
21 IV,40     |           is met name de taak van bisschoppen en priesters deze roepingen
22 IV,40     |           hebben daarnaast aan de bisschoppen gevraagd voor dat werk de
23 IV,43     |         meer bevorderd wordt door bisschoppen, priesters en kerkelijke
24  V,54     |         van het evangelie wijden (bisschoppen, priesters, docenten, pastores,
25  V,61     |     middelen. 223 Wat met name de bisschoppen betreft: als geestelijke
26  V,63     |      katholieke leer te handelen. Bisschoppen en priesters hebben hierbij
27  V,65(237)|          Vgl. Congregatie voor de Bisschoppen, Instructie Nemo est (22
28 VI,69     |          talenten te besteden. De bisschoppen moeten van hun kant ervoor
29 VI,74     |         de pastorale ijver van de bisschoppen en van de zonen en dochters