Chapter, Paragraph
1 Inl,1 | schepsel de goede boodschap te verkondigen" (Mc 16,15).~Op dit bijzonder
2 Inl,1 | plicht om het evangelie te verkondigen rechtstreeks voort uit de
3 Inl,1 | grote daden van God’ te verkondigen, het verlangen om het evangelie
4 Inl,1 | verlangen om het evangelie te verkondigen. Zo zijn de recente herdenking
5 Inl,7 | opdracht om het evangelie te verkondigen gaat gepaard met de zekerheid
6 I,8 | om aan de leerlingen te verkondigen dat Hij is verrezen: "ga
7 I,8 | onder de heidenvolken te verkondigen" (Gal 1,16).~De Heer respecteert
8 I,9 | om de Blijde Boodschap te verkondigen en een speciale zending
9 IV,33 | vreugde en een vast geloof verkondigen dat God communio is, Vader,
10 IV,33 | communio te delen. We moeten verkondigen dat deze communio het wonderbaar
11 IV,33 | verbroken is. Wij moeten verkondigen dat de Kerk teken en instrument
12 V,53 | met hernieuwde kracht te verkondigen dat zich bekeren betekent
13 VI,66 | uitgezonden om het evangelie te verkondigen aan de gehele wereld (vgl.
14 VI,66 | zending om het evangelie te verkondigen: zij hebben daarvoor de
15 VI,66 | Boodschap van het Koninkrijk te verkondigen. Jezus’ woorden: "Ga ook
16 VI,66 | duidelijk en onverbloemd verkondigen van de persoon van Jezus
17 VI,67 | leidende posities Christus verkondigen, en daarbij vooral de nadruk
18 VI,68 | Ze is geroepen om te verkondigen dat Christus waarlijk de
19 VI,68 | voort om het evangelie te verkondigen, een opdracht die bestemd
20 VI,70 | het nodig het evangelie te verkondigen in de taal en de cultuur
21 VI,71 | zending om het evangelie te verkondigen. Bovendien hebben de ouders
22 VI,74 | toevertrouwd om het evangelie te verkondigen aan alle volkeren: "Ga,
23 VI,74 | naar streven Christus te verkondigen op plaatsen waar Hij onbekend
24 Conclu,76| ons de moed om uw Woord te verkondigen en ons te wijden aan de
|