Chapter, Paragraph
1 Inl,1 | boodschap te verkondigen" (Mc 16,15).~Op dit bijzonder moment
2 Inl,1 | en verrezen" (2Kor 5,14-15).~De herdenking van gebeurtenissen
3 I,8 | dorst meer hebben" (Joh 4,15). Ook al "begrijpt ze het
4 I,8(12) | over het Johannes-evangelie 15, 11, in: ccl 36, 154.~
5 I,8(13) | A.w., 15, 17.~
6 I,10 | aan te nemen (vgl. Heb 4,15) maakt het Woord van God
7 II,15 | Vruchten van heiligheid~15. De heiligen zijn de meest
8 II,25 | hoede van de mens (vgl. Gn 2,15) die de bekroning is van
9 III,26 | de goede boodschap" (Mc 1,15). Met deze woorden begint
10 III,28 | hart van God (vgl. Jr 3,15) is het noodzakelijk een
11 III,29 | niets vermogen (vgl. Joh 15,5). Voordat Hij iets ging
12 III,30 | geven voor anderen (vgl. Joh 15,13). De heiligheid van God
13 IV,33 | wijnstok Christus (vgl. Joh 15,5). Door de communio met
14 IV,33 | Christus te weiden (vgl. Joh 21,15-17). Zo is de opvolger van
15 IV,36(117)| sanctae (6 augustus 1966), I, 15-17; Wetboek van Canoniek
16 IV,36(120)| Vgl. Communionis notio, 15-16.~
17 IV,44(164)| dienstwerk van de priesters (15 augustus 1997).~
18 IV,45(167)| Brief Mulieris dignitatem (15 augustus 1988); Brief aan
19 IV,48(182)| Propositie 15.~
20 V,57 | kinderen (vgl. Mt 19,13-15) die in de cultuur van zijn
21 VI,66 | gehele wereld (vgl. Mc 16,15) en hun de noodzakelijke
22 VI,66 | evangelisatie (vgl. Mc 16,15-18). Daaruit volgt dat "
23 VI,69(258)| Brief Laetamur magnopere (15 augustus 1997), in: aas
24 VI,69(259)| directorium voor de catechese (15 augustus 1997).~
|