Chapter, Paragraph
1 Inl,1 | laat ons geen rust" (2Kor 5,14), zegt Paulus, en hij wijst
2 Inl,1 | gestorven en verrezen" (2Kor 5,14-15).~De herdenking van gebeurtenissen
3 I,10 | de Vader gezien (vgl. Joh 14,9). Na zijn Hemelvaart blijft
4 I,10 | toegang tot de Vader" (Joh 14,6). God heeft ons "tevoren
5 I,11 | beginnende Kerk (vgl. Hnd 1,14), over haar de uitstorting
6 II,14 | christelijke identiteit van Amerika~14. Het geloof is de grootste
7 II,17(47) | die ons heeft vrijgemaakt (14 december 1991), III, 7 (
8 II,21(56) | Brief Octogesima adveniens (14 mei 1971), 8-9.~
9 III,31 | waarheid en het leven" (Joh 14,6). Met deze woorden geeft
10 IV,35(112)| Sacrosanctum Concilium, 14; Lumen gentium, 10.~
11 IV,39(128)| Presbyterorum ordinis, 14.~
12 IV,46 | vóór Pinksteren (vgl. Hnd 1,14), bewaren in een houding
13 IV,47(179)| Propositie 14.~
14 IV,48 | koninkrijk der hemelen" (Mt 19,14).~Terecht betreuren en veroordelen
15 V,53 | de Waarheid is (vgl. Joh 14,6) zullen we ongetwijfeld
16 VI,66(243)| nuntiandi (8 december 1975), 14.~
17 VI,67(248)| Boodschap aan de celam (14 september 1997), 6, in:
|