Chapter,  Paragraph

 1 Inl,1 |      evangelie predik, is voor mij niets om me op te beroemen:
 2 Inl,1 |        ik kan niet anders. Wee mij als ik het evangelie niet
 3 Inl,6 |     van het continent, zei ik, mij te Port-au-Prince (Haïti)
 4  I,8  |      Door haar te zeggen "geef Mij wat te drinken" (Joh 4,7)
 5  I,8  |      kon bevatten: "Heer, geef mij van dat water, dan zal ik
 6  I,10 |      en het leven. Alleen door Mij heeft men toegang tot de
 7 III,26|    ieder die Heer! Heer! tegen Mij zegt, zal het koninkrijk
 8 IV    |   communio~"Zoals U, Vader, in Mij bent en Ik in U, zo moeten
 9  V    |      dat jullie leerlingen van Mij zijn: als jullie onder elkaar
10  V,52 |       deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor
11  V,52 |       hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan" (Mt 25,40; vgl.
12 VI    |  evangelisatie~"Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend
13 VI,67 |      Geest van de Heer … heeft mij gezalfd. Om aan armen de
14 VI,67 | boodschap te brengen heeft Hij mij gezonden" (Lc 4,18). 250~
15 VI,71 |     zijn, verrichten, sluit ik mij aan bij de Synodevaders,
16 VI,74 |       deel zal nemen, sluit ik mij aan bij de concrete voorstellen