Chapter,  Paragraph

 1 II,17    |             De aanwezigheid van de Oosterse katholieken~17. Vanaf het
 2 II,17    |            hebben gevestigd van de Oosterse Katholieke Kerken die om
 3 II,17    |         een pastorale noodzaak een Oosterse katholieke hiërarchie op
 4 II,17    |          verwezen, erkennen dat de Oosterse Kerken "het recht en de
 5 II,17    |            Kerk en de afgescheiden Oosterse Kerken. 47 We kunnen ons
 6 II,17(46)|          Concilie, Decreet over de Oosterse katholieke Kerken Orientalium
 7 II,17    |        verheugen dat sinds kort de Oosterse Kerken zich hebben gevestigd
 8 IV,38    |       Broederlijke communio met de Oosterse Katholieke Kerken~38. Het
 9 IV,38    |            groei in Amerika van de Oosterse katholieke particuliere
10 IV,38    |    bijstand zouden verlenen aan de Oosterse Katholieke Kerken op het
11 IV,38    | medewerking kunnen verlenen aan de Oosterse geloofsgemeenschappen als
12 IV,38    |       opportuun schijnt, zullen de oosterse gelovigen de Kerken van
13 IV,38    |          dat de bisschoppen van de Oosterse Katholieke Kerken deelnemen
14 IV,38    |            steun betekenen voor de Oosterse Kerken die zich sinds kort