Chapter,  Paragraph

1  I,10 |   God. "Ik ben de weg, en de waarheid en het leven. Alleen door
2 II,13 |  mensen op zoek zijn naar de waarheid, en hoe zij oprecht vertrouwen
3 II,19 | losgemaakt mag worden van de waarheid. 52 Immers "de ernstige
4 III,31|    31. "Ik ben de weg, en de waarheid en het leven" (Joh 14,6).
5 IV,51 |   leggen op de elementen van waarheid waar die zich ook bevinden,
6  V,53 |     wij geloven dat Jezus de Waarheid is (vgl. Joh 14,6) zullen
7  V,53 |      te brengen tot de volle waarheid die woont in de mensgeworden
8  V,60 |   bevorderen dat waarden als waarheid, eerlijkheid, arbeidzaamheid
9 VI,73 |    om allen te leiden tot de Waarheid die Christus is.~Om een