De priester, teken van eenheid
39. "Als lid van een
particuliere Kerk moet iedere priester een teken van communio zijn met de
bisschop wiens directe medewerker hij is, verenigd met zijn broeders in het
presbyterium. Met pastorale toewijding oefent hij zijn ambt uit, allereerst in
de hem toevertrouwde geloofsgemeenschap en leidt haar tot de ontmoeting met
Christus de goede Herder. Zijn roeping eist dat hij een teken van eenheid is.
Daarom moet hij zich verre houden van partijpolitieke activiteiten die
verdeeldheid zouden brengen in de gemeenschap." 126 De
Synodevaders spreken de wens uit dat "ten behoeve van de diocesane
geestelijkheid een pastoraal plan wordt ontwikkeld om hun spiritualiteit,
zending en identiteit te versterken; het wezen daarvan is de navolging van
Christus, de eeuwige Hogepriester die altijd gericht is op het vervullen van de
wil van de Vader. Christus is het voorbeeld van edelmoedige toewijding,
soberheid van leven en dienstbaarheid tot de dood toe. De priester dient te
beseffen dat hij door het sacrament van de wijding bemiddelaar is van de genade
die hij aan zijn broeders en zusters in de sacramenten uitdeelt. Hij heiligt
zichzelf in de uitoefening van zijn ambt." 127
Het arbeidsterrein van de priesters
is onmetelijk groot. Daarom "moeten ze hetgeen wezenlijk is voor het
ambtswerk centraal stellen: naar gelijkvormigheid streven met Christus, Hoofd
en Herder, bron van de pastorale liefde, zich iedere dag met Christus in de
eucharistie aan God opdragen, om de gelovigen persoonlijk en als gemeenschap te
leiden tot de ontmoeting met de levende Jezus Christus".128
Als getuigen en leerlingen van de
barmhartige Christus zijn ze geroepen om werktuig te zijn van vergeving en
verzoening, en om zich volgens de geest van het evangelie zonder voorbehoud in
dienst te stellen van de gelovigen.
Als geestelijke herders van het
volk van God in Amerika moeten de priesters aandacht hebben voor de uitdagingen
van de moderne wereld, gevoelig zijn voor de problemen en verwachtingen van hun
volk, delen in hun moeilijkheden, en vooral solidair zijn met de armen. Ze
moeten oog hebben voor de charisma’s en talenten van de gelovigen die een
leidende rol kunnen spelen in de gemeenschap, naar hen luisteren en met hen
spreken om hun participatie en medeverantwoordelijkheid te stimuleren. Daardoor
zullen de taken beter verdeeld kunnen worden en zullen ze "zich kunnen
wijden aan hetgeen het meest direct in verband staat met de ontmoeting en
verkondiging van Jezus Christus, zodat ze binnen de gemeenschap beter teken
zijn van de aanwezigheid van Jezus die zijn volk verzamelt".129
De taak om charisma’s te
onderscheiden houdt ook in ervoor te zorgen dat priesters die tot het vervullen
van bijzondere taken in staat schijnen, tot hun recht komen. Bovendien wordt
van alle priesters verlangd hun broederlijke hulp te verlenen in het
presbyterium en daarop in geval van nood met vertrouwen een beroep te doen.
Gezien de zeer talrijke priesters
in Amerika die met Gods genade al hun krachten wijden aan een werkelijk
overgrote hoeveelheid arbeid, geef ik gaarne gehoor aan de wens van de
Synodevaders om "hun onvermoeibare inzet als geestelijke herders,
predikers van het evangelie en bevorderaars van de kerkelijke communio, te
erkennen en te prijzen, hun mijn dank uit te spreken en hen aan te sporen om
hun leven te blijven geven in dienst van het evangelie".130
|