De
lekengelovigen en de vernieuwing van de Kerk
44. "De leer van het Tweede
Vaticaans Concilie over de eenheid van de Kerk als volk van God dat verzameld
is in de eenheid van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, benadrukt dat
navolging en leven in het voetspoor van Christus, wederzijdse verbondenheid en
missionaire plicht behoren tot de waardigheid van alle gedoopten."
156 De lekengelovigen dienen dus hun waardigheid als gedoopten te
beseffen. De geestelijke herders moeten van hun kant groot respect hebben voor
"het getuigenis en het evangelisatiewerk van de leken die, levend binnen
het volk van God in een spiritualiteit van communio, hun broeders en zusters
leiden tot de ontmoeting met de levende Christus. De vernieuwing van de Kerk in
Amerika zal niet mogelijk zijn als de leken daar geen actief aandeel in hebben.
Daarom berust de verantwoordelijkheid voor de toekomst van de Kerk voor een
groot deel op hun schouders." 157
Op twee gebieden neemt de roeping
van de lekengelovigen concrete vorm aan. Allereerst, en het meest eigen aan hun
staat als leek, is het behartigen en volgens de wil van God regelen van de
tijdelijke aangelegenheden. 158 Immers, "hun eigen wijze van
handelen brengt het evangelie binnen in de structuren van de wereld en, ‘overal
heilige levensdaden verrichtend wijden zij de wereld zelf aan God
toe’".159 Dankzij de le-kengelovigen "krijgt de aanwezigheid
en zending van de Kerk in de wereld op speciale manier gestalte in de
verscheidenheid aan charisma’s en bedieningen die eigen zijn aan de leken. Het
seculier karakter is voor de leek en zijn spiritualiteit het onderscheidend
eigen kenmerk, en dit brengt hem ertoe actief te zijn in sectoren als gezin,
maatschappij, beroep, cultuur en politiek, om deze met het evangelie te
doordesemen. Op een continent waar men stuit op zoveel naijver en
agressiviteit, ongebreidelde consumptiedrang en corruptie, zijn de leken
geroepen om gestalte te geven aan diep evangelische waarden als mededogen,
vergevingsgezindheid, rechtschapenheid, oprechtheid van hart en geduld in
moeilijke omstandigheden. Van de leken wordt een grote scheppingskracht
verwacht in hun manier van doen en werken, waaruit blijkt dat hun leven aan het
evangelie beantwoordt." 160
Amerika heeft leken nodig die in de
samenleving een leidende rol kunnen spelen. Mannen en vrouwen moeten worden
opgeleid om, naar hun eigen roeping, invloed uit te oefenen op het openbare
leven en het te richten op het algemeen welzijn. Het kan voor de leken een weg
ter heiliging zijn als zij zich wijden aan de politiek, verstaan in haar
edelste en meest waarachtige betekenis, namelijk van beheer van het algemeen
welzijn. Daartoe moeten zij gevormd worden in de beginselen en waarden van de sociale
leer van de Kerk en in de grondbegrippen van de theologie over de leek. Wanneer
zij grondige kennis bezitten over de ethische beginselen en de christelijke
morele waarden, zullen ze deze in hun eigen kring kunnen verdedigen en ze zelfs
tegenover de "zogenaamde neutraliteit van de staat tot gelding kunnen
brengen".161
Er is een tweede terrein waarop
veel le-kengelovigen geroepen zijn te werken en dat men ‘binnenkerkelijk’ kan
noemen. In Amerika verlangen veel leken terecht met hun charisma’s en talenten
bij te dragen tot "de opbouw van de kerkelijke gemeenschap als lector,
catecheet, bezoeker van zieken of gevangenen, groepsleider,
enzovoorts".162 De Synodevaders hebben het verlangen uitgesproken
dat de Kerk sommige van die taken zou erkennen als leken-bedieningen die
berusten op de sacramenten van doopsel en vormsel, zonder dat daardoor het
specifieke karakter wordt aangetast van de aan het sacrament van de
priesterwijding voorbehouden ambtsbedieningen. Dit is een veelomvattend en ingewikkeld
onderwerp; ik heb daarvoor enige tijd geleden een studiecommissie ingesteld,
163 en organen van de Heilige Stoel hebben hier en daar enige
richtlijnen ervoor opgesteld. 164 Het is noodzakelijk de vruchtbare
medewerking van goed opgeleide mannelijke en vrouwelijke lekengelovigen te
bevorderen bij de verschillende activiteiten binnen de Kerk, maar daarbij
verwarring te vermijden met ambtsbedieningen en activiteiten die eigen zijn aan
het sacrament van de priesterwijding, zodat er duidelijk onderscheid blijft
tussen het algemeen priesterschap van de gelovigen en het ambtelijk
priesterschap.
De Synodevaders hebben hieromtrent
aanbevolen dat de aan de leken toevertrouwde taken "duidelijk
onderscheiden zijn van die welke stappen zijn op weg naar het gewijde
ambt",165 en die aan de kandidaten voor het priesterschap
vóór de wijding worden toevertrouwd. Er werd ook opgemerkt dat de
lekentaken "alleen mogen worden toevertrouwd aan mannen en vrouwen die de
noodzakelijke vorming hebben ontvangen volgens nauwkeurig omschreven normen:
een min of meer vaste aanwezigheid en werkelijk beschikbaar zijn binnen een
bepaalde groep mensen, en de verplichting om aan de geestelijke herder van die
groep verantwoording af te leggen".166 In ieder geval, hoewel het
binnenkerkelijk apostolaat van de leken moet worden aangemoedigd, dient men er
ook voor te zorgen dat dit hand in hand gaat met de activiteiten die kenmerkend
zijn voor leken en waarin ze niet vervangen kunnen worden door priesters: het gebied
namelijk van de tijdelijke aangelegenheden.
|