Het
uiteindelijk fundament van de mensenrechten
57. Het is goed erop te wijzen dat
alle mensenrechten uiteindelijk berusten op de menselijke waardigheid.
"Als meesterwerk van God is de mens beeld en gelijkenis van God. Jezus
heeft onze natuur aangenomen met uitzondering van de zonde; Hij heeft voor de
waardigheid van iedere mens zonder uitzondering ingestaan en is ervoor
opgekomen; Hij is voor de vrijheid van alle mensen gestorven. Het evangelie
toont ons dat Christus de nadruk heeft gelegd op de centrale plaats van de mens
in de natuurlijke orde (vgl. Lc 12,22-29), in de sociale en godsdienstige orde,
evenals tegenover de eisen van de Wet (vgl. Mc 2,27), door op te komen voor
mannen maar ook voor vrouwen (vgl. Joh 8,11) en kinderen (vgl. Mt 19,13-15) die
in de cultuur van zijn tijd binnen de samenleving minder in aanzien waren. De
mensenrechten en de daarmee samenhangende verplichtingen zijn gebaseerd op de
waardigheid van de mens als kind van God." 211 Vandaar dat
"ieder vergrijp tegen de waardigheid van de mens een vergrijp is tegen God
van Wie hij het beeld is".212 Alle mensen zonder uitzondering
delen in deze waardigheid, want allen zijn geschapen naar het beeld van God
(vgl. Gn 1,26). Jezus’ antwoord op de vraag "wie is mijn naaste?" (Lc
10,29) eist van eenieder een houding van respect voor andermans waardigheid en
werkelijke bekommernis om hem, zelfs als het een vreemdeling of vijand betreft
(vgl. Lc 10,30-37). In geheel Amerika is er de laatste jaren een groeiend besef
dat de mensenrechten geëerbiedigd moeten worden, maar er valt nog veel te
doen als men ziet hoe op het continent de rechten van individuen en maatschappelijke
groeperingen nog geschonden worden.
|