De
voorkeursliefde voor armen en uitgeslotenen
58. "De Kerk in Amerika moet
in haar pastorale initiatieven de solidariteit van de universele Kerk met armen
en alle mogelijke uitgeslotenen concreet gestalte geven. Zij moet bereid zijn
tot het verlenen van bijstand, het werken aan emancipatie en bevrijding, en ze
moet de mensen hartelijk tegemoet treden. De Kerk heeft als doelstelling ervoor
te zorgen dat er geen enkele mens uitgesloten wordt." 213 Het kan
niet anders of de herinnering aan de duistere hoofdstukken uit Amerika’s
geschiedenis met betrekking tot slavernij en andere situaties van
maatschappelijke discriminatie moet wel een oprecht verlangen opwekken naar
bekering die leidt tot verzoening en communio.
De zorg voor de meest noodlijdenden
vloeit voort uit de keuze om de armen als eersten lief te hebben. Het betreft
een liefde die anderen niet uitsluit en die dus niet verstaan mag worden als
een teken van partijdigheid of sektarisme; 214 door de armen lief te
hebben sluit de christen zich aan bij de houding van de Heer die zich tijdens
zijn leven hier op aarde met bijzonder mededogen gewijd heeft aan allen die in
materiële en geestelijke nood waren.
In alle streken van het continent
verricht de Kerk ten bate van de armen belangrijk werk; toch moet men ernaar
blijven streven deze pastorale arbeid meer en meer te richten op de ontmoeting
met Christus die, hoewel Hij rijk was, omwille van ons arm is geworden opdat
wij rijk zouden worden door zijn armoede (vgl. 2Kor 8,9). Wat op dit gebied
reeds gedaan wordt moet met meer kracht verder worden uitgebouwd opdat zoveel
mogelijk armen bereikt worden. De heilige Schrift herinnert ons eraan dat God
het schreien van de armen hoort (vgl. Ps 34,7), en de Kerk dient oor te hebben
voor de kreet van de meest noodlijdenden. Luisterend naar hun stem "moet
zij met de armen meeleven en hun lijden delen. … Door haar stijl van leven, de
prioriteiten die ze stelt, door woord en daad moet ze getuigen dat ze met hen
in communio en solidair is." 215
|