Conclusie
Met hoop en
dankbaarheid
75. "Weet wel, Ik ben met
jullie, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld" (Mt 28,20). Vol
vertrouwen op deze belofte van de Heer bereidt de pelgrimerende Kerk in Amerika
zich enthousiast erop voor om de uitdagingen aan te gaan met de moderne wereld
en met die welke nog in de toekomst verborgen zijn. In het evangelie gaat het
goede nieuws van de verrijzenis van de Heer vergezeld van de uitnodiging om
niet bang te zijn (vgl. Mt 28,5.10). De Kerk in Amerika wil hoopvol haar weg
vervolgen, zoals de Synodevaders hebben verzekerd: "Met een sereen
vertrouwen op de Heer van de geschiedenis maakt de Kerk zich op om zonder
vooroordelen of kleinmoedigheid, zonder egoïsme, angsten of twijfels, over
de drempel van het derde millennium te stappen, overtuigd van de wezenlijke en
allerbelangrijkste dienst die zij heeft te verrichten als een getuigenis van
haar trouw aan God en aan de mannen en vrouwen van het continent." 290
Daarnaast gevoelt de Kerk in
Amerika zich in het bijzonder gedreven om voort te gaan in geloof, met
dankbaarheid de liefde van Jezus beantwoordend "die het mensgeworden
toonbeeld is van de barmhartige liefde van God (vgl. Joh 3,16)". 291
De viering van het begin van het derde christelijk millennium kan een goede
gelegenheid zijn voor het volk van God in Amerika om "zijn dankbaarheid te
hernieuwen voor de grote gave van het geloof",292 dat zij vijf
eeuwen geleden voor het eerst ontving. Meer nog dan van historische en
politieke betekenis was het jaar 1492 het grote genadejaar; toen verwelkomde
Amerika het geloof, een geloof dat spreekt over de allesovertreffende gave van
de menswording van Gods Zoon, die tweeduizend jaar geleden plaats vond, zoals
wij bij het aanstaande grote Jubileum plechtig in herinnering zullen brengen.
Alle pastorale arbeid van de Kerk
op het continent moet vergezeld gaan van deze gevoelens van hoop en
dankbaarheid, en de verschillende initiatieven met het oog op het Jubileum die
genomen worden door diocesen, parochies, communauteiten van godgewijd leven,
kerkelijke bewegingen moeten daarvan doortrokken zijn, evenzeer als alle
activiteiten die op regionaal en continentaal vlak georganiseerd zullen worden.
293
|