Persoonlijke
ontmoetingen en ontmoetingen in groepsverband
9. Sommige ontmoetingen met Jezus
waarover in het evangelie wordt gesproken, hebben een strikt persoonlijk
karakter, zoals wanneer Hij iemand uitnodigt Hem op bijzondere wijze te volgen
(vgl. Mt 4,19; 9,9; Mc 10,21; Lc 9,59). In die gevallen laat Jezus zijn
toehoorders delen in zijn intimiteit: "Rabbi (dat betekent: meester), waar
houdt U uw verblijf?" … "Kom mee en je zult het zien" (Joh
1,38-39).
In andere omstandigheden
daarentegen zijn de ontmoetingen gemeenschappelijk van aard. Dat geldt met name
voor de ontmoetingen met de apostelen die van fundamentele betekenis zijn voor
de grondvesting van de Kerk. Op die wijze ontvangen de apostelen, door Jezus
uitgekozen uit de wijdere kring van zijn leerlingen (vgl. Mc 3,13-19; Lc
6,12-16), een bijzondere vorming, en krijgen ze meer vertrouwelijk onderricht.
Tot de grote menigte spreekt Jezus in parabels, maar Hij legt ze uit aan de
Twaalf: "jullie is het gegeven de geheimen van het koninkrijk der hemelen
te verstaan, maar hun niet" (Mt 13,11). De apostelen worden geroepen om de
Blijde Boodschap te verkondigen en een speciale zending te vervullen tot opbouw
van de Kerk door de genade van de sacramenten. Daartoe ontvangen zij de macht
die ze nodig hebben: Jezus schenkt hun de macht om zonden te vergeven, zich
beroepend op dezelfde macht die de Vader Hem in de hemel en op aarde in volheid
heeft geschonken (vgl. Mt 28,18). Als eersten zullen zij de gave van de heilige
Geest ontvangen (vgl. Hnd 2,1-4); en deze gave zal vervolgens geschonken worden
aan allen die dankzij de initiatie-sacramenten ingelijfd zullen worden in de
gemeenschap der gelovigen (vgl. Hnd 2,38).
|